CASCAD-E-NIEUWSBRIEF 37 VOORJAAR 2013

Website: www.cascade1987.nl

INHOUD
  1. Inleiding: medewerking / aandacht / actie van donateurs gevraagd
  2. Nieuws / mededelingen bestuur
  3. Interactief / Actie
  4. Eerste kennismaking met…
  5. Recent verschenen en binnenkort te verschijnen publicaties
  6. Exposities en presentaties
  7. Agenda
  8. Buitenland

1. Inleiding: medewerking / aandacht / actie van donateurs gevraagd


 * De redactie van deze Cascade-Nieuwsbrief vraagt expliciet twee maal uw aandacht en medewerking aan deze Nieuwsbrief. Zie de punten 3 en 4.


2. Nieuws / mededelingen bestuur


* 18-20 april. Cascade presenteert zich tijdens de Restauratiebeurs in Den Bosch (Brabanthallen) samen met andere groene organisaties op het Groenplein. Op zaterdag de 20ste april zijn er 3 lezingen van Cascade-vrienden over het dagthema ‘De groene discussie’. Cascadeleden kunnen via de hun nog toe te sturen code gratis toegangsbewijzen voor de hele beurs krijgen.

* Ter gelegenheid van de Restauratiebeurs is een nieuwe Cascadefolder gemaakt die in de komende periode voor PR-doeleinden zal worden gebruikt.


3. Interactief / Acties

Onlangs heb ik (anoniem) op verzoek van een groep actieve leden van een historische vereniging, die nog niet zo thuis waren in literatuur en geschiedenis van historische tuinen, op Wikipedia een doorverwijs - referentie - pagina gemaakt over het onderwerp ‘historische tuinen Nederland’. Dit is dus geen Cascade-actie geweest, maar ik neem aan dat Cascade-vrienden de pagina wel kunnen waarderen, vandaar deze verwijzing. Ik zou zeggen ga eens kijken en mocht u relevante digitale bronnen kennen van vóór 1945 die ontbreken, het mooie van Wikipedia is dat iedereen mag en kan aanvullen! Nog even voor de duidelijkheid, het doel van de pagina is niet de geschiedenis van historische tuinen in Nederland opnieuw te schrijven, het doel is digitale literatuur over historische tuinen en tuinkunst (Nederland) aan te leveren, zodat iedereen de oorspronkelijke bronnen wat makkelijker kan vinden en de originele bron kan bestuderen. Ook buitenlandse invloeden op de Nederlandse situatie worden nadrukkelijk aangereikt. Dus gaarne aanvullen als dat mogelijk is.
Zie: nl.wikipedia.org/wiki/Historische_tuinen_(Nederland).


4. Eerste kennismaking met…Wim (Jan Willem Marie) Sluiter

* Rotterdam 15 juni 1894 - † Den Haag 3 januari 1973

J. W. M. Sluiter op de Eerste Algemene Ledenvergadering van de BNT, 1922

Levensloop
Jan Willem Marie Sluiter was de zoon van Jan Willem Sluiter en Anna Maria Nieuwenhuizen. Wim trouwde 8-12-1919 met Agatha Antonia Margaretha Lucretia (Agaath) Riedel
(* Winschoten 23-8-1891 - † Den Haag 7-7-1976).
Het eerste bericht over de activiteiten van Sluiter op tuinarchitectonisch  gebied is wanneer in 1916 de Kwekerij 'Moerheim' in Dedemsvaart uitgebreid wordt met een afdeling tuinarchitectuur, die het publiek voorlicht bij het kiezen en samenstellen van beplantingen voor tuinen en parken. Sluiter, pas twintig jaar oud, wordt het hoofd van deze afdeling.
Enkele jaren later verlaat hij 'Moerheim'. Zijn opvolger werd de tuinarchitect J. O. W. F. Rens.
Vanaf 1921 werkt hij als zelfstandig tuinarchitect, gevestigd in Amersfoort. Een advertentie uit 1921 in het Amersfoorts Dagblad luidt: J.W.M. Sluiter Tuinarchitect  Van Asch van Wijckstraat 5,  belast zich gaarne met het geven van adviezen, het aanleggen of veranderen van tuinen en wat daarmede annex is.

Op de Eerste Algemene Ledenvergadering van de BNT in 1922 is Sluiter aanwezig (bovenstaande foto is van de foto van deze vergadering).
In october 1924 doet Sluiter mee met een tentoonstelling van de Bond van Nederlandsche Tuinkunstenaars in Het Princessehof te Leeuwarden. Een uitgebreide bespreking is te vinden in de Leeuwarder Courant. Interessant is dat alle namen van de tuinarchitecten die ontwerpen en/of foto’s hebben ingezonden, worden genoemd en dat er voor ons een paar nieuwe namen opduiken. Het gaat om: H. F. Hartogh Heijs van Zouteveen (met een reorganisatie - schets voor de botanische tuin Wageningen); Arend (bedoeld Alexander?) Kropholler; Mej. Tine Cool; Mej Faber; een ontwerp voor een binnentuin van een complex huizen in Amsterdam (Mien Ruys?); Co Brandes; A. Schuilenburg (uit Assen); E. Kruyt (met een tuin uit Baarn); C. Pries (aspirant-lid); P. Westbroek (die veel te vroeg uit Den Haag is verdwenen); J. W. M. Sluiter (die volgens de journalist met zijn ontwerpen bewijst dat ook van de kleine eenvoudige stadstuintjes nog wel wat moois kan worden gemaakt); Henri Roeters van Lennep (met ontwerp voor een tuin bij een herenhuis aan Plein 1813 in Den Haag); en tenslotte in de kleine zaal ontwerpen en foto’s van Van Koolwijk (die werkte aan het Valkenberg in Breda); S. Voorhoeve en een leraar handtekenen (zonder naam, waarschijnlijk H. Ramaer uit Wageningen CO.).
Een van Sluijter's bekende opdrachten is het ontwerp van de ‘mixed borders’ op Verwolde (1926), voor de 'parkarchitect' Hugo Poortman, die zelf een man van de grote lijnen en van de landschapsstijl was en waarschijnlijk niet veel kennis had van borderbeplanting. Deze borders zijn omstreeks 1980 door de tuinarchitecte Lysbeth Canneman in vereenvoudigde vorm gerestaureerd, gebaseerd op het ontwerp uit 1926.
Van 1934 tot 1940 is Sluiter als docent verbonden aan de door de B.N.T. in Rijswijk (Huis te Lande) georganiseerde opleiding tot assistent-tuinarchitect.

Sluiter woonde lang in Amersfoort (Zie enkele advertenties in het Amersfoorts Dagblad: 1921 Van Asch van Wijckstraat 5; 1923 Pieter Bothlaan 16; 1946 Kapelweg 37).

Opdrachten
Sluiter heeft veel in de omgeving van Amersfoort gewerkt, maar ook in Dordrecht, Rotterdam, Zaandam, en het Gooi. Helaas zijn maar enkele opdrachten bekend.
WIE WEET ER MEER?
• Hoofd afdeling tuinarchitectuur Moerheim Dedemsvaart (1916-1921);
• Ontwerp Verwolde te Laren (1926). Ontwerp “mixed borders” i.o.v. Hugo Poortman;
• Villa Sitio in Doorn (1930). 1 ontwerp en 2 foto’s, Fototentoonstelling BNT 1940;
• Villa De Klimop in Baarn (ca. 1930). Tuinontwerp in Architectonische tuinstijl met mixed borders; 2 foto’s in J. P. Fokker, Tuinen in Holland, Amsterdam 1932) ;
• Ouwehands dierenpark Rhenen (1932). Ontwerp dierenpark waarbij de karakteristieke lange lijnen van de aanleg werden ontwikkeld;
• St. Pieters en Bloklandsgasthuis te Amersfoort (1953). Ontwerp borderbeplanting gasthuistuin in Archief Eemland. Het gaat hier om een repro (h: 46 cm, breed: 71 cm) met in potlood getekend de ligging van de bloemvakken met daarin de naam van de bloemen geschreven (schaal 1 : 20).

Bronnen
Database TUiN, Bibliotheek WUR (trefwoord Sluiter).
Archief Eemland Amersfoort.
J. P. Fokker, Tuinen in Holland, Amsterdam 1932.

Zie ook op de Cascade website: Eerste kennismaking met... / Wim (Jan Willem Marie) Sluiter ; aldaar komen de aanvullingen en correcties, die wij graag van u ontvangen op mailadres nieuwsbrief@cascade1987.nl.


5. Recent verschenen en binnenkort te verschijnen publicaties




* Rijksdienst voor het cultureel Erfgoed, Een toekomst voor kloosters. Handreiking voor het herbestemmen van kloostercomplexen, Amersfoort 2013. 84 p.
De kloostertuin speelt in deze publicatie een bescheiden rol. Download hier. Of bestel via info@cultureelerfgoed.nl.



* Ben Speet, Florence Koorn, Menno van der Laan e.a., Het grote geschiedenisboek van Kennemerland, Zwolle 2013. ISBN 9789040007965. € 29, 95.

(overgenomen van de website van uitgever W Books): Kennemerland is van oudsher een aantrekkelijk gebied om te wonen. De duinen en de daarachter liggende strandwallen boden al in prehistorische tijden droge voeten aan de eerste bewoners. De Friezen vestigden zich in de kuststrook en de Romeinen bouwden bij Velsen een fort en een haven. Ziehier het eerste begin van de geschiedenis van Kennemerland. Op de strandwallen ontstonden steden; Haarlem was de zetel van de graven van Holland. Later bouwden rijken hun buitenplaatsen aan de rand van de duinen. Dit en de rest van het rijke verleden van het Kennemerland is te vinden in dit magistrale boek, dat met recht het 'grote' geschiedenisboek mag heten. Twaalf thematische hoofdstukken die het hele geschiedenisveld omvatten en elk zijn voorzien van een overdaad aan prachtige illustraties.



* Ben Kooij en Judith Toebast (red.), Het grote boerderijen boek, Zwolle 2013. ISBN 978-90-4000-758-3. € 49,95 (verschijnt in april).

(overgenomen van de website van de uitgever W Books): Het Grote Boerderijen Boek geeft een gevarieerd beeld van de Nederlandse boerderijen vroeger en nu. Verschillende typen en streekgebonden boerderijen komen aan bod. Ook is er aandacht voor bijgebouwen, interieurs, het werk van de boer en de boerin, de bewoners en de bezoekers en het dagelijks leven op de boerderij. Behalve de vele fraaie foto's uit verschillende bronnen zijn er interessante kaderteksten opgenomen die bouwhistorische, archeologische en historisch - landschappelijke aspecten van de boerderij belichten. Ook is er een reeks kunstwerken over boerderijen uit de Rijkscollectie in het boek opgenomen.



* Tijdschrift De Nederlandsche Leeuw: tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde. Themanummer Nederlandse buitenplaatsen. Jg. CXXIX, no. 4 (Hilversum, december 2012). Redactie M. van Bourgondiën, D.C. de Clercq en R.G. de Neve.

Dit themanummer bevat acht artikelen over de geschiedenis van de Nederlandse buitenplaatsen, met name in de negentiende en twintigste eeuw. Er wordt onder andere gekeken naar de spanning tussen de motieven voor aankoop en de exploitatie, de instandhouding als familiebezit, de buitenplaats als statussymbool en als microkosmos van familie en personeel. Inhoud:
Yme Kuiper, Themanummer Historische buitenplaatsen. Ter overdenking.   
Yme Kuiper, Buitenplaatsencultuur in Friesland in de korte negentiende eeuw.
Martin van den Broeke, Bestendig bezit? Buitenplaatsen op Walcheren rond 1800.   
Henk Hoogeveen, Prattenburg: een kasteel met een boodschap?   
Jorien Jas/Menoucha Ruitenberg, Huis Verwolde. A la campagne in de Achterhoek.
Johan Seekles, Buitenplaats 'de Bese' te Dalfsen.
F.H. Baron Sloet van Oldruitenborgh, Historische buitenplaatsen in Dalfsen en omgeving als onderdeel van de geschiedenis van de familie Van Dedem. Lotgevallen van Huis Den Aalshorst als familiegoed.
Jhr. A.J. Gevers /A.J. Mensema, Twickel. Een Twentse buitenplaats met een heraldisch probleem.
Laurens Schoemaker, Bijzondere aanwinst voor Huis te Linschoten.



* Arinda van der Does, Johannes Montsche kon zelfs boomen planten daar nimmer boom en stond, TuinTerTijd 1, Netterden 2012. €13,25 excl. verzendkosten.

(overgenomen van de website van TuinTerTijd:
In deze uitgave wordt een uiteenzetting gegeven van datgene wat tot op heden over Johannes Montsche bekend is, aangevuld met nieuw, vooralsnog inventariserend, onderzoeksresultaat. Gegevens over het leven van Johannes Montsche worden besproken en aangevuld. Vervolgens wordt ingegaan op zijn leertijd in Duitsland.
Tenslotte op het mogelijke oeuvre van deze tuinarchitect; een anoniem, ongedateerd tuinontwerp voor Huis te Manpad in Heemstede wordt hier toegeschreven aan Johannes Montsche. En heeft Montsche inderdaad voor J.F.W. baron van Spaen van Biljoen gewerkt en welke buitenplaats bedoelt hij in zijn brief uit 1798? Vele vragen over zijn leven en zijn werk staan nog open, er zijn nauwelijks werken van hem bekend; deze uitgave wil graag een bijdrage en stimulans vormen voor nader onderzoek naar Johannes Montsche en de tuin(kunst)geschiedenis in het algemeen.



* Patrick Jansen, Van heide tot lusthof: landgoederen in het Renkums Beekdal, Utrecht 2012. ISBN 978.90.5345.460.2. 336 p. € 39,95.

(overgenomen van www.gelderlander.nl): De auteur Patrick Jansen, directeur Stichting Probos te Wageningen, heeft zoveel mogelijk sporen uit het verleden op de landgoederen Oranje Nassau’s Oord, Oostereng en Keijenberg proberen te achterhalen. Hiermee wordt veel nieuwe informatie over de gebiedsgeschiedenis toegevoegd. Jansen probeert het landschap en de individuele historische elementen, zoals we die nu zien, te verklaren. In deze wandeling zal hij u meenemen in zijn zoektocht naar informatie en de soms verrassende, schokkende of ontroerende resultaten hiervan.
Het Renkums beekdal vervult een belangrijke ecologische corridorfunctie van de Veluwe naar de uiterwaarden van de Rijn en verder. Veel minder bekend is dat het beekdal zeer rijk is aan historisch erfgoed. Het beekdal vormt de grens tussen het hoge, droge land en het vochtige, voedselrijke land, waardoor het al zeer lang een geschikte plek is om te leven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we nu nog sporen vinden van beschavingen van voor de jaartelling, bijvoorbeeld grafheuvels, celtic fields en karrensporen. In het gebied vinden we allerlei historische elementen die vanaf die tijd ontstaan zijn en het gebied een bijzondere uitstraling geven, zoals grindgaten, lanen, bospoelen en natuurlijk talloze sporen uit de tijd dat er in en rondom het Renkums beekdal gevochten werd tussen de Duitsers en de geallieerden in WO II. Denk hierbij bijvoorbeeld aan resten van loopgraven en mitrailleursnesten. Een bijzondere tijd is zonder twijfel geweest toen koning Willem III, na lang aandringen, eindelijk in staat was het huidige landgoed Oranje Nassau’s Oord te kopen. Hij liet het bestaande landgoed omtoveren tot een koninklijk domein. We vinden uit die tijd nog veel sporen terug, zoals de resten van de visvijver, de ijskelder en de inrijzuilen. Er liggen ook minder opvallende elementen in het landschap die echter wel mooie verhalen vertellen, zoals vogeldrinkpoelen, KADstenen en bezandingsgreppels.



* Jantien Overduin, De Hofvijver: hart van Den Haag, Zwolle 2012. ISBN-13: 9789040078149. € 17, 95. 112 p.

(overgenomen van de website van uitgeverij W Books): De geschiedenis van Den Haag valt samen met de Hofvijver en het Binnenhof. Het gebied rond de Hofvijver kende perioden van bloei en vooruitgang, maar ook van teruggang en depressie. In dit gebied resideerden graven en vorsten. Het is tevens het politieke centrum van Nederland, waar vorsten, politici en andere hoogwaardigheidsbekleders hun opwachting maakten. Pal aan de Hofvijver kwamen enkele belangrijke musea, waaronder het Haags Historisch Museum, de Gevangenpoort en het Mauritshuis. De Gevangenpoort en de Plaats markeren een periode waarin recht en onrecht zich hebben gemanifesteerd. Donkere tijden braken aan ook voor de Nederlandse democratie toen de nazi’s zich in 1940 meester maakten van het Binnenhof. In deze publicatie wordt in tekst en beeld de roerige geschiedenis van het Hofvijvergebied gepresenteerd.



* A. G. Jongmans, M. W. van den Berg, M. P. W. Sonneveld e.a., Landschappen van Nederland - geologie, bodem en landgebruik, Wageningen 2013. ISBN 978-90-8686-213-9. 942 p. € 99,50.

(overgenomen van de uitgever Wageningen Academic Publishers): Nederland kent een kleurrijke variatie aan landschappen. Er bestaan vaak verrassende verbanden tussen geologie, klimaatsverandering, landschapsvormen, bodem en (historisch) landgebruik. Landschappen van Nederland geeft inzicht in deze verbanden en is daarmee zeer relevant voor iedereen die geïnteresseerd is in de Nederlandse landschappen.
Deze unieke uitgave is volledig in kleur uitgevoerd met meer dan 1000 illustraties: foto's, fragmenten van bodem- en hoogtekaarten en schematische aardkundige doorsneden. Samen met de tekst laten zij de landschappen tot leven komen. Veel van de opgenomen figuren zijn uniek en speciaal vervaardigd voor deze uitgave. De index en een verklarende woordenlijst zorgen voor extra gebruiksgemak.
Landschappen van Nederland is samengevat in zes delen: Bodem en Landschap, Tektoniek en Klimaat, IJs en Wind, Rivieren, Veen en als laatste Kust en Zee. Per type landschap wordt beschreven welke klimatologische en tektonische aspecten hebben bijgedragen aan de totstandkoming. Daarnaast wordt uitvoerig aandacht besteed aan de rol van de mens in de vorming van de landschappen. De zes delen zijn samengebracht in twee volumes.



* Pieter Baas, Terry van Druten e.a., Pierre Joseph Redouté: Botanisch tekenaar voor het Franse hof, Rotterdam, 2012. ISBN 978-94-6208-070-6. 168 p. € 27,50.

Verschenen bij de tentoonstelling in het Teylers Museum. Zie de website van Teylers Museum en ook punt 6.

* Sander Rombout en Sanne Horn, De Rijksmuseumtuin een levend monument, Monumenten 34-3 (2013), p. 25-27.

* Terry van Druten, Pierre-Joseph Redouté. Bloemen voor wetenschap en schoonheid, Teylers Magazijn 32-117 (2013), p. 2-7.

6. Exposities en presentaties

Zie ook de rechter kolom van onze eigen Cascade-website, onder AGENDA.

*Rozen van Redouté. t/m 5 mei 2013. Teylers Museum, Spaarne 16 Haarlem.
De sierlijke rozen, spectaculaire lelies en andere prachtige bloemen en planten die Pierre-Joseph Redouté (1759-1840) tekende en schilderde, zijn onovertroffen in hun artistieke schoonheid en wetenschappelijke precisie. Niet voor niets ontving hij officiële benoemingen van koningin Marie-Antoinette en keizerin Joséphine Bonaparte, en gaf hij privélessen botanisch tekenen aan de familie van koning Louis-Philippe. In deze eerste Nederlandse overzichtstentoonstelling van de ‘Rembrandt van de rozen' zijn onder meer de schitterende bloemaquarellen te zien die hij maakte voor keizerin Joséphine.

Tijdens de tentoonstelling is het ook mogelijk in te schrijven op een lezingencyclus, getiteld Van Dioskorides tot Redouté. De geschiedenis van de botanische illustratie. De lezingen worden gecombineerd met bezichtigingen van de tentoonstelling en hoogtepunten uit Teylers Bibliotheek.
20 maart t/m 24 april 2013: vijf woensdagmiddagen gedurende vijf opeenvolgende weken van 13 - 15.30 uur. In de 6de week wordt als afsluiting een veldexcursie georganiseerd. Zie verder www.teylersmuseum.eu.

* Leydse weelde. Groene ontdekkingen in de Gouden Eeuw. t/m 5 mei 2013. Museum Boerhaave, Lange Sint Agnietenstraat 10 Leiden.
(overgenomen van de website van Museum Boerhaave): De wetenschappelijke bloei van de zeventiende eeuw wordt vaak geassocieerd met ontdekkingen op het gebied van astronomie en natuurkunde. Maar de werkelijke ‘Big Science’ in de Republiek was de botanie. Leydse Weelde laat zien dat de opkomst en bloei van de plantkunde nauw verbonden was met ontwikkelingen in handel en cultuur. In de Gouden Eeuw spendeerde men enorm veel tijd en geld aan het verzamelen en bestuderen van planten. Er verrezen tuinen bij universiteiten en buitenplaatsen, liefhebbers correspondeerden over hun waarnemingen en kunstenaars specialiseerden zich in het afbeelden van planten.
Ook werden er prachtig geïllustreerde boeken uitgegeven en ontstond de eerste commerciële plantenhandel en bollenteelt. Men had vooral belangstelling voor de nieuwe gewassen die de Hollandse steden bereikten via de opkomende wereldhandel: de tulp uit Turkije, de aardappel uit Zuid-Amerika, gember uit Azië en Aloe vera uit Afrika. Het aantal bekende soorten steeg snel van ongeveer 500 planten in 1550 tot meer dan 7.000 rond 1700.
Leydse Weelde richt zich in eerste instantie op Leiden, woonplaats van beroemde plantkundigen, uitgevers, tuineigenaren en kunstenaars en stad van de eerste Nederlandse Hortus botanicus, van waaruit de Turkse tulp ons land veroverde. De populariteit van exotische planten verspreidde zich snel over de hele Republiek. In de tentoonstelling zijn topvoorwerpen uit binnen- en buitenlandse verzamelingen te bewonderen, zoals geschilderde bloemstillevens, een prachtig versierd zestiende-eeuws herbarium met planten uit het Midden-Oosten dat ooit aan de Habsburgse keizer Rudolf II toebehoorde, een geaquarelleerd tulpenboek uit de tijd van de Tulpenmanie, ontwerptekeningen voor het natuurhistorische prachtboek van Albertus Seba, originele houtblokken voor de gravures in de kruidboeken van Dodonaeus en Clusius, de allereerste tekening van een aardappel, en gedroogde planten beschreven door de beroemde botanicus Linnaeus.


* Hollandse meesters uit New York. De collectie Clement C. Moore. t/m 12 mei 2013. Teylers Museum, Spaarne 16 Haarlem.
Teylers Museum toont een unieke collectie 17de-eeuwse Nederlandse tekeningen uit de privé-verzameling van Clement C. Moore in New York. Het gaat om werken van grote meesters, zoals Hendrick Avercamp, Abraham Bloemaert, Adriaen van Ostade en Rembrandt . Snel met de pen geschetste figuurstudies, fraai gekleurde aquarellen van landschappen en zorgvuldig met krijt uitgevoerde dierstudies laten iets zien van het rijke arsenaal van de tekenkunst uit de Gouden Eeuw. Gedurende drie maanden zijn deze bijzondere tekeningen even terug in Nederland.


7. Agenda

* 23 maart 2013 Palmpaaszaterdag: Cascade - Ronde Tafel Conferentie te Rhenen. U heeft het programma al ontvangen.

* 18-20 april Cascade op de restauratiebeurs te Den Bosch. Presentatie Platform Groen Erfgoed donderdagmiddag 18 april; presentatie Cascade zaterdagmiddag 20 april.

* 11 mei Cascade - Voorjaarsexcursie in Haarlem en omgeving. Het thema is ‘Werken van de Zochers en Leonard Springer: Openbaar Groen in hun eigen woonomgeving’. Bezocht worden de Haarlemse bolwerken, enkele fraai gelegen begraafplaatsen, andere ontwerpen met een openbaar karakter en een enkele privétuin.

* 21 juni Cascade - Midsummernight, Paleis Het Loo Apeldoorn. Bezoek aan de tuin in restauratie. Hierover volgt tijdig meer info op de website.

Activiteiten georganiseerd door andere instellingen: 
(zie ook de AGENDA in de rechter kolom op de Cascade-website)


8. Buitenland



* Jardins d’Enghien (Edingen, België)
Van 12-14 april wordt er in Parc d’Enghien (Edingen, tussen Gent en Charleroi) een tuinbeurs gehouden, Foire de Jardin). Dit jaar voor de tiende keer. Iets als de Tuinbeurs van Beeckestijn.
MAAR veel interessanter is het pàrk van Enghien met het Zevenhoekige paviljoen waarop zeven lanen uitkomen, een prachtig barok-overblijfsel dat ik tot vorig jaar alleen maar kende van de prenten van Romeyn de Hooghe uit ca. 1700. Ga naar de website van Edingen (Parc d’Enghien) en u vindt wetenswaardigheden over de beurs, het park, de geschiedenis van het park en hoe men tegenwoordig het hoofd boven water probeert te houden. O.a. met deze tuinbeurs en met het Europees Conservatorium van de Dahlia (ca. 750 soorten dahlia’s uit alle hoeken van de wereld). Geopend van juli tot september. Eigenlijk is het park dus altijd interessant, in april al vanwege de tuinbeurs, in de zomer vanwege het prachtige barokke park in al zijn barokke facetten en wat later in de zomer van juli tot september vanwege de dahlia’s, welke bloemen tegenwoordig weer helemaal “terug” zijn.

Colofon

CASCAD-E-NIEUWSBRIEF is een uitgave van stichting Tuinhistorisch Genootschap Cascade
Eindredactie: Carla Oldenburger
Technische vormgeving: Jan Holwerda

Sluitingsdatum kopij volgende Cascad-E-Nieuwsbrief: 15 juni 2013
Bijdragen, opmerkingen, vragen etc. kunt u emailen naar nieuwsbrief@cascade1987.nl


Kopfoto: uitsnede ontwerp Eyckenstein (Maartensdijk), L.A. Springer (1881), bron Bibliotheek WUR, Speciale Collecties