Is er een omwenteling gaande in erfgoedland?


Thalenpark (Drachten), na de revitalisering in 2011.  Foto: Harry van der Linden.

Het lijkt er op dat er een ander idee post vat over erfgoed en duidt dat op een andere waardering en selectie van erfgoed?

Wat is het geval? 20 maart jl. stond in de Volkskrant te lezen dat de voorwaarde voor aanwijzing tot rijksmonument door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed was aangescherpt. Het was tot heden zo dat één van de voorwaarden voor erkenning van een monument de leeftijd van minstens 50 jaar diende te zijn en deze voorwaarde is nu vervallen. Er is dus geen leeftijd meer vereist voor het aanwijzen van een monument.

Diezelfde dag las ik ook dat ‘het idee achter een rijksmonument is: het onmiskenbaar belang voor het aanzicht en de geschiedenis van Nederland’. Dat was voor de eerste keer dat ik las dat het aspect ‘aflezen van de geschiedenis aan een monument…’ zo nadrukkelijk wordt genoemd.

Betekent dit dat nu dus in het vervolg een monument typerend moet zijn voor de periode van bouw of aanleg en dat daaruit dan de geschiedenis van het monument valt af te lezen? Het stempel van ’typerend karakteristiek kenmerk’ en van ‘periode van bouw of aanleg’ moet nu dus voldoende zijn om te begrijpen waarom een goed tot monument wordt aangewezen.

De onderstaande groene voordrachten uit de Wederopbouwperiode 1959-1965 werden 18 maart 2013 bekend gemaakt. Misschien een willekeurige keuze, zeg je op het eerste gezicht? Wie heeft dan de selectie gemaakt? Dat was RCE staat hier te lezen. Waarom is dit nu een ambtenarentaak geworden en niet zoals vroeger bij het selecteren van buitenplaatsen een onafhankelijk gremium van deskundigen? Als het gaat om deze periode, valt dan niet meteen te denken aan grote recreatieparken i.v.m ruilverkavelingen en wegenaanleg zoals het Lingebos in Tielerwaard-West? Dergelijke projecten zijn toch nauw aan de Wederopbouw gekoppeld. En wat levert onafhankelijk onderzoek nog meer op als we kenmerkende projecten tot 2013 mogen aandragen? Is een deskundige commissie die programmatisch te werk gaat niet gewenst.

In maart 2013 werden de volgende parken, tuinen en begraafplaatsen voorgesteld: Gijsbrecht van Amstelpark (Amsterdam, Wim Boer); Thalenpark (Drachten, Hein Otto); Beeldentuin Kröller Müller (Otterlo, Jan P. T. Bijhouwer); voorbeeldtuinen van Mien Ruys (Dedemsvaart, Mien Ruys); gemeentelijke begraafplaats Norelbos (Epe Gld., Wim Boer); Zuiderhof Begraafplaats (Hilversum, W. M. Dudok); Amerikaanse begraafplaats Margraten (Margraten, Clarcke, Rupuano en Halleran).

Wat denken onze weblog-lezers over deze voorstellen en heeft men andere ideeën? Wat het laatste project aangaat kun je je afvragen waarom Nederland een Amerikaans grondgebied gaat beschermen, terwijl het Amerikaanse volk de eeuwige plicht heeft tot behoud van deze plek?

Meer gegevens over deze projecten zijn te vinden via de databank Bibliotheek WUR.  CO.

 

2 gedachten over “Is er een omwenteling gaande in erfgoedland?

  1. Ik vraag mij vooral af hoe de eigenaars van de genoemde aan te wijzen rijksmonumenten hier tegen aan kijken. Kunnen ze van de RCE expertise verwachten op dit gebied. De enige groendeskundige bij de RCE heeft de agenda tot de nok vol en kennis over funerair erfgoed is bij de RCE ook niet onmiddellijk voorhanden. Dan zou het m.i. voor de hand liggen om organisaties als Cascade, LOB, Terebinth e.d. te benaderen over dit onderwerp. Misschien aanleiding om nog eens dit onderwerp op de agenda te zetten in het Groenplatform?

  2. Mijn reactie is tweeledig. Eerst inhoudelijk, dan over het proces. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft op basis van o.a. literatuuronderzoek een lijst met de belangrijkste landschapsarchitecten samengesteld en is vervolgens op veldbezoek gegaan. Het probleem (van alle wederopbouwobjecten) is dat veel van het werk is aangetast of verdwenen.
    Er is met name gekeken naar het werk van Bijhouwer, Boer, Buys, De Jonge (i.s.m Brandes en Wiegersma), Otto, Ruys en Warnau. Uiteindelijk zijn daarbij ook meegenomen Boon, Polak Daniels, Bergmans, Broerse, Koning, Doornenbos, Dudok en Canneman.
    Van Warnau hebben we helaas geen werk kunnen selecteren omdat zijn belangrijkste werken in hoge mate zijn aangetast, vernieuwd of uitgebreid (Maarsseveense Plassen, begraafplaatsen Hoofddorp, Dronten en Uithoorn, Hoge Develpark te Zwijndrecht). Daarnaast is bij de geselecteerde objecten extra gelet op de groene aanleg of stedenbouwkundige inpassing. Zo worden bijvoorbeeld de terreininrichting en groenstroken naar ontwerp van Boer bij het Hoofdkantoor van de ANWB in de bescherming meegenomen.
    Beredeneerd afgevallen zijn Benthem, De Vroome en Vroom. Deze hebben met name ruilverkavelingen gedaan. Ook het Brielse Maasgebied van Roorda van Eysinga is belangrijk als fenomeen ‘recreatiegebied’. De monumentenwet is voor grootschalige gebieden niet geschikt.
    Dan over het proces. De buitenplaatsen waren een duidelijke afgebakende categorie. Bij de monumenten uit de wederopbouw is de periode het centrale uitgangspunt. Dat betekent dat als je volledig met externe experts (wij hebben zelf natuurlijk ook kennis in huis) zou werken, dat je een enorm diverse groep van experts aan tafel zou hebben. Omdat ook de RCE vindt dat externen een grote rol spelen, is in 2012 tweemaal met externe experts gesproken. Verder zijn alle gemeenten om informatie gevraagd. De aanpak en de voorlopige groene lijst is begin 2010 ook besproken met de Nederlandse Tuinenstichting. Vanwege de beleidsregel mocht er maar weinig aangewezen worden; toch heeft 10 procent van de nu gepresenteerde lijst betrekking op groen erfgoed. Desalniettemin is het goed om ons te blijven afvragen op welke manier selectie het best kan plaatsvinden, en ook hoe waarden van de grotere gebieden voor de toekomst behouden kunnen blijven.
    Overigens zou het ook goed zijn als over dit erfgoed gepubliceerd wordt in bijvoorbeeld Cascade bulletin, vakbladen en bladen voor een breder publiek: onderzoek naar en bewustwording van de waarden van groen erfgoed zijn immers een krachtige basis voor behoud.

Laat een antwoord achter aan Leon Bok Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *