Plan van Veenhuizen, Buitenverblijf van mr. Campegius Hermannus Gockinga.


Plan van Veenhuizen, Buitenverblijf van mr. Campegius Hermannus Gockinga (groot)

Ik loop al jaren rond met het “Plan van Veenhuizen, Buitenverblijf van mr. Campegius Hermannus Gockinga”. Het origineel ligt op de Groninger Archieven, kaartenverzameling 817, nr. 1380.
Het Plan zal zijn getekend na 1786, toen Alagonda Maria Gockinga-van Sijsen (1750-1829) de buitenplaats erfde. Zij was sinds 1772 getrouwd met Campegius Hermannus Gockinga
(1748-1823). Het Plan zal dus getekend zijn vóór 1823.
De oprijlaan van de buitenplaats liep zuidwaarts naar de Sappemeersterweg.
De buitenplaats is waarschijnlijk afgebroken in 1872 (er zijn ook bronnen die 1852 noemen).
Ten westen van de buitenplaats stond de heremietenhut, omgeven door een ondiepe gracht, waar Campegius rustte na de jacht. Er waren twee bergen, één met een ijskelder.

De vraag is wie dit Plan getekend heeft. Bij mijn weten werkten op dit niveau in Groningen alleen J.D Zocher sr. en Michael (Fraeylemaborg). Een zoektocht in de Gockinga-archieven naar rekeningen of zo zou een enorme klus zijn. Dus wil ik het eerst maar bij de Cascade-vrienden deponeren.

N.B. Zoals zo vaak: Veenhuizen wordt ook geschreven als Veenhusen, Veenhuysen
Tineke Scholtens.


Ter oriëntatie: Veenhuizen ligt (lag) ten westen van Noordbroek en ten zuidoosten van
Fraeylemaborg (Slochteren).  Bron: watwaswaar.nl

10 gedachten over “Plan van Veenhuizen, Buitenverblijf van mr. Campegius Hermannus Gockinga.

  1. Mijn eerste reactie: wat een prachtige kaart/ontwerp zeg, van dat buiten van de fam. Gockinga. In ieder geval is het ontwerp van vóór 1819, want de kadasterkaart moet omstreeks dat jaar gemaakt zijn en geeft al aan dat dit ontwerp in grote lijnen is uitgevoerd. Er zijn ook nog wel veel formele elementen aanwezig, dus ik zou eerder denken aan een jaar van totstandkoming van vóór dan aan na 1800. Maar ja ook weer niet, want het is tenslotte de provincie Groningen. Ik zeg ook niet meteen, duidelijk Michael of Zocher sr. CO

  2. Hoi, Carla
    Dank voor je snelle reactie. Het blijft dus nog even puzzelen; en dan te bedenken dat er nog meer kaarten van Groninger buitenplaatsen zijn met een prille Engelse aanleg van vóór 1810, zoals Groenenstein, Rustlust, Voorveld, Ennemaborg. Maar deze van Veenhuizen is wel de mooiste; de buitenplaats diende de Gockinga’s als zomerverblijf, ze woonden natuurlijk in Stad ( zo heet Groningen hier..) Dat wordt dus archiefwerk..Tineke

  3. Geen antwoord, maar mogelijk wel aardig

    – in de Groninger courant van 16 aug 1793 wordt een nieuw betimmerde BEHUIZING, met een schoone Tuin, Gragt en Cingel 'er om. staande en gelegen te Noordbroek aangeboden. …zig addresseren te Noordbroek by Heer Secret. GOCKINGA
    Wishfull thinking dat het Veenhuizen betreft, maar stel dat… In/voor 1793 een nieuw betimmerde BEHUIZING, hoort daar ook niet een nieuwe tuinaanleg bij? En, als het al Veenhuizen betreft, dan is een verkoop niet doorgegaan.

    – in de Groninger courant van 16 feb 1796 biedt Jan Klynman hovenier te Groningen zijn diensten aan. laatst gewoond hebbende by de Heer Secretaris Gockinga te Noordbroek. Klinkt als voormalig hovenier van Veenhuizen.

  4. Ja, Jan dat klinkt verleidelijk, maar oorspronkelijk hoorde bij Veenhuizen 90 ha land en 5 boerderijen. In 1778 verkocht G. veel landerijen en bijbehorende boerderijen.
    Dus daar kan je eerste stukje ook op slaan.
    Pas na het overlijden van G., in 1851 werd,Veenhuizen verkocht Die hovenier Klynman lijkt een voltreffer! Bedankt Tineke

  5. Op de site van het Parlementair Documentatiecentrum (Leiden) is onder meer te lezen dat Mr. C. H. Gockinga heeft gewoond te
    – Groningen, tot 1802
    – ‘s-Gravenhage, van 1802 tot 1804
    – Noordbroek, buitenhuis Veenhuizen, vanaf 1804;
    en dat hij onder meer Ridder in de Orde van de Unie (13 februari 1807) was.
    Wat zegt dit? 1) dat mogelijk de aanleg rond het huis Veenhuizen vanaf 1804 opnieuw werd vorm gegeven en 2) dat Gockinga mogelijk voor de aanleg (modernisering) van Veenhuizen Zocher sr. als landschapsarchitect heeft aangewezen omdat hij naar wij mogen aannemen meer Ridders van de Orde van de Unie kende (in deze kring bevinden zich een aantal van Zocher sr.’s opdrachtgevers) en door hen tot de keuze van Zocher sr. als landschapsarchitect was gekomen. Als er dus archiefonderzoek in dat Gockinga-archief gaat gebeuren, zou ik beginnen in 1804. Het zijn allemaal veronderstellingen, maar ieder stapje brengt de oplossing een beetje dichterbij. CO

  6. Tineke, het door je genoemde 1778 past niet bij de vererving van 1786. Tikfoutje denk ik, 1787 zul je bedoelen. De omschrijving nieuw betimmerde BEHUIZING, met een schoone Tuin, Gragt en Cingel ‘er om (1793) klinkt wel grootser dan een boerderij.

    Carla, natuurlijk is 1804 of later mooi passend. Eerder kan ook. Dan wonend in Groningen is Veenhuizen een mooie ´s zomerse verblijfplaats op acceptabele afstand, een buitenplaats in de meest strikte betekenis van het woord.

    Het Gockinga archief zal mogelijk meer duidelijkheid aan bovenstaande jaartallen geven.

    In Beeldbank Groningen komt de leuke onderstaande tekening voor, met deze beschrijving:
    Titel opschrift: Noordbroek : boerderij Veenhuizen
    Afgebroken in 1852-1853. Boven de voordeur de alliantiewapens van het geslacht Gockinga. Voor het raam: mr. J. Gockinga (1770-??); op de stoep zijn echtgenote C. Modderman (1782-1864); voor het raam boven de voordeur hun dochter A.M. Gockinga (1808-1852). Foto van een tekening gemaakt door mevr. C. Ermerius Quintus, hun kleindochter.

    J. Gockinga is volgens mij Joseph Gockinga (1778-1851). De zoon Campegius Hermannus Gockinga
    (1748-1823) en Alagonda Maria Gockinga-van Sijsen (1750-1829). Het sterfjaar van Joseph past ‘mooi’ bij de verkoop in 1852.

  7. Mooi, Jan

    Dan is de afbraakdatum van Veenhuizen dus 1852 en is het andere Gockinga- buitenhuis, de Drostenborg in Uiterburen/Zuidbroek, afgebroken in 1872. Daar heb ik het tot nu toe niet over gehad omdat er maar heel weinig over bekend lijkt te zijn. Veenhuizen en de Drostenborg waren via de “Borgsloot” met elkaar verbonden en ook liep er een slingerend hondenpad tussen beide buitens. In de Gockinga-archieven is misschien meer te vinden, ook over deDrostenborg. Tineke

Laat een antwoord achter aan Carla Oldenburger Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *