Schadelijke wegverharding

Bij toeval las ik in het gemeentearchief van Zeist een briefje van de Douairière van Loon, geb. Voombergh, aan de burgemeester van Zeist, de heer C. Costerman. De brief is gedateerd 12 december 1891. Mevrouw Van Loon bezat de buitenplaats Hoog Beek en Royen aan het begin van de Driebergseweg, op de hoek met de Laan van Beek en Royen. Wat was het geval? Mevrouw antwoordt op het verzoek van de gemeente om het eigendom van het voetpad in de Laan van Beek en Royen af te staan. Zij schreef: … moet ik tot mijn leedwezen mededeelen, dat ik niet genegen ben het eigendom van het voetpad … af te staan aan de gemeente, noch toe te staan dat dit pad worde hard gemaakt omdat dit niet geschieden kan zonder schade voor de boomen …

Ik vraag mij af om welke verharding – met schadelijke gevolgen voor de bomen – het zou kunnen gaan, anno 1891. Wie weet het antwoord?
Karen Veenland-Heineman

3 gedachten over “Schadelijke wegverharding

  1. Ik zou denken dat het aanleggen van een ‘hard’ / half verhard pad vraagt om een cunet. Het uitgraven daarvan geeft mogelijk al genoeg wortelschade om bezwaar te maken. ‘Hard’ zal zijn bestrating of steenslag/macadam. Tja hoe hard is dat of wordt dat? Vast onvergelijkbaar, maar als ik de half verharde paden in het Vondelpark zie, die zijn zo hard als beton.

  2. Beste Karin, ditzelfde argument haalden eigeanaren aan tijdens de eindeloos lange discussiess die gingen rond de verharding van de Herenweg van Wassenaar tot aan Heemstede. Deze affaire heeft ruim veertig jaar geduurd en werd eindelijk beklonken ten tijde van de Napoleontische overheersing. In mijn boek schrijf ik hierover. De vele eigenaren waren nogal gekant tegen de verharding om de meest uiteenlopende redenen. Schade aan bomen (die hun bezit was) werd genoemd naast talrijke andere argumenten. Verandering van het traject betekende immers kap of verplaatsing.

Laat een antwoord achter aan webmaster Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *