Een weggepoetste formele tuin

‘Van de Cascade af te sien’ (foto uit 2021, klik hier voor een hogere resolutie).

Eén van de vogelvluchten met randprenten waar Jan Holwerda ons onlangs op trakteerde (link) is van de buitenplaats Sparrendaal te Driebergen-Rijsenburg, in 1758 getekend door Abraham en Dirk Verrijk. Deze oude tekening is bijna verloren gegaan, maar werd in 1956 door Wim Harzing in een Utrechtse kelder herontdekt. De tekening was in abominabel slechte staat, de vellen moeten erbij gehangen hebben. Hij is daarom eind jaren vijftig door een medewerker van het Rijksarchief in Utrecht gerestaureerd.

Het papierrestauratievak stond destijds nog in de kinderschoenen. Vaak was het de boekbinder van een archief — een handig manusje-van-alles die ook wel conciërgetaken had — die zich er mee bezig hield, soms in privétijd. Zo ook in Utrecht. De betrokken boekbinder ging met de inzichten van die tijd aan de slag om de tekening te redden. Het eindresultaat hangt sindsdien als een – nog steeds flink aangeslagen – getuige van de geschiedenis op Sparrendaal, met historisch interessante afbeeldingen van en rondom het huis (zie hier en hier). Op één van de 18 randpanelen, het hierbij in kleur getoonde ‘Van de Cascade af te sien‘, zien we aan weerszijden van een water enkele mensen, twee stoeltjes, en wat groen.

Onlangs zijn er echter zwart-witfoto’s van de vogelvluchttekening opgedoken die net vóór de restauratie door Harzing zijn gemaakt (RAZU-485/142). Niet álles staat erop, maar op twee van die foto’s toevallig wél ‘Van de Cascade af te sien’ – niet heel scherp, niet altijd compleet, maar beter dan niks. Een composiet van die foto’s staat hieronder. En dan is het wel even schrikken. Zo zijn er tijdens de restauratie nog best wat delen van het paneel verloren gegaan (de gaten zijn licht ingekleurd). Daarnaast, en veel erger: de hele tuin heeft een make-over gekregen…


‘Van de Cascade af te sien’ vóór de restauratie (foto Wim Harzing, rond 1956; klik hier voor een hogere resolutie).

Op de pre-restauratie foto zien we allerlei kenmerken van een formele tuinstijl. Links een hoge strakke haag met uitsparingen, met in twee daarvan heel vaag nog een borstbeeld te zien. Onder het rechter borstbeeld een tuinbank met sterk gekrulde zijkanten, net achter twee mensen. Rechts een dubbele bomenrij, met daartussen een strak belijnde strook. In het midden een Grand Canal-achtig water. Tussen twee stoeltjes een man en, heel vaag, een vrouw, bij wat een opbouw boven ‘de Cascade‘ moet zijn, aan de onderkant links en rechts geornamenteerd (de waterspuwer die daar zat bestaat nog steeds, maar is door de gemeente verhuisd naar een andere buitenplaats).

Tijdens de restauratie is dat alles weggepoetst. De hoge heg met tuinbeelden is verdwenen, vervangen door een los verband van bomen en struiken. De dubbele bomenrij rechts is een enkele geworden, en heeft nu meer weg van een bosrand. De tuinbank is onherkenbaar. En de belijning van het water is ook losser, het gevoel van een Grand Canal is weg. Het is alsof de restaurator eigenhandig de eerste stapjes richting vroege landschapsstijl heeft willen zetten.

Waarom? Dat weten we niet. Wél weten we dat het moderne beleid om ‘minimaal’ te restaureren in de jaren vijftig van de vorige eeuw zeker niet vanzelfsprekend was. Aangetaste banden van oude boeken werden bijvoorbeeld niet gered, maar gewoon met de beste bedoelingen vervangen door een stevig nieuw exemplaar. Er werd niet gedocumenteerd of gefotografeerd. Soms werd er wat ‘verfraaid’. En omdat er nog weinig expertise was ging er ook nog wel eens wat mis.

Zijn er op de rest van de vogelvluchttekening van Sparrendaal ook gewoon dingen weggepoetst? Dat lijkt vooralsnog mee te vallen. Sommige panelen zijn weliswaar in een wat houterige stijl opnieuw ingekleurd en -getekend (en soms verplaatst), maar wél met meer respect voor de oorspronkelijke afbeelding. Momenteel wordt onderzocht of de eind jaren vijftig ondernomen restauratiewerkzaamheden nog omkeerbaar zijn. Misschien kan ook de huidige bruinige tint, een gevolg van onhandige materiaalkeuzes destijds, nog worden verwijderd.

Hoe dan ook, deze casus roept ongemakkelijke vragen op, over deze tekening, maar misschien ook wel over sommige andere oude tekeningen van ons groene erfgoed. Dat tekenaars zélf soms keuzes maakten die de aantrekkelijkheid van het beeld ten goede kwamen, dat is bekend. Maar indien er lang geleden ook een restaurator aan te pas is gekomen, dan kan dat een reden zijn om even heel goed op te letten…
Jos van Berkum

Met dank aan Francien van Daalen, Winfried Leeman, Stefan van Berkum (voor Image Overlayer, een Matlab beeldoverlay-app), vereniging Hendrick de Keyser, en het regionaal Archief Zuid-Oost Utrecht.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *