Klein Zwitserland op Het Loo

Willem Zieleman stuurde intrigerende foto’s en wat achtergrondinformatie.

Het is een set foto’s gemaakt door mevrouw Van Lawick van Pabst – Doude van Troostwijk, destijds (1964) intendant van paleis Het Loo. Ze maakte deze foto’s in ‘Klein Zwitserland’ op Het Loo. Die naam is op geen enkele kaart terug te vinden. Wat je ziet zijn allemaal resten van de baroktuin. Interessant zou zijn om uit te zoeken of het hier gaat om een bewust gecreëerd ruïne-ensemble. De naam ‘Klein Zwitserland’ werd gebruikt voor de omgeving van de Willemstempel en de nu verdwenen Louise-tempel. Pal naast het bergje waarop de Louise-tempel stond liggen nog goed zichtbare slenken, uitlopers van de diepere ijstijd-slenken in het achterpark. En de stenen restanten van de baroktuin zullen zeker ook een inspiratie voor een rotsachtig landschap zijn geweest. Die brokken zijn daar in 1809 gedeponeerd door baron Tengnagell, die als intendant van Lodewijk Napoleon de taak had de restanten van de baroktuin af te voeren. Die kwamen deels terecht in een wal tegen het sterrenbos bij de Willemstempel.

Het bergje van de Louisetempel is te vinden in de hoek van het ‘Frederiksbos’, het rechthoekige sterrenbos grenzend aan de ‘Hoge Dries’, het open terrein (ooit bouwland) westelijk van Het Oude Loo.

Willem heeft nog grondig gezocht naar een plek die leek op de foto’s, maar helaas, verdwenen. Wel zie je op alle oude paden verharding van puin en stenen, waarvan veel denkt hij in de jaren ’60 en 70 is opgeruimd, in het kader van een zekere rationalisering.

Het is nog steeds een bijzonder gebied, met de sprengen uit 1517, de twee sterrenbossen waarvan de aanleg teruggaat op de periode van de Koning-Stadhouder, een aantal zeer oude dennen die eind 18de eeuw zijn geplant en dus getuige zijn van de veranderingen van Philip Willem Schonck onder stadhouder Willem V.

7 gedachten over “Klein Zwitserland op Het Loo

  1. Ik zou niet weten waar het precies is, maar er wordt gesproken over de baroktuin, bedoelt men dan de tuin achter het paleis die destijds dicht is gegooid? Misschien kan de zoon van Mw. van Pabst de onderzoeker verder helpen. Diederik van Pabst woont geloof ik in Laren (NH), daar is wel achter te komen, en heeft tot in de jaren zestig op Het Loo gewoond. Misschien kan hij aanwijzen waar zijn moeder de foto’s gemaakt heeft? CO

    • met de baroktuin heeft Willem het inderdaad de tuin achter Het Loo. Tot de fundamenten afgebroken en dichtgegooid/geëgaliseerd. Het afbraakmateriaal is deels in de bossen ten westen van Het Loo gestort en deels afgevoerd.

  2. Met die verdiept gelegen paden zou je toch denken dat moet op AHN te zien zijn… Toen vergeleek ik het sterrenbos met de Willemstempel, AHN met oude kaarten. Verrassend hoeveel van die paden niet op AHN staan en dus verdwenen zijn. In kader van die genoemde rationalisering?

  3. Op 18 maart 1957 werd aan de architect C. W. Royaards (1906-1970) in zake Het Loo een opdracht gegeven. Deze was: ‘het verzamelen van gegevens betreffende Paleis Het Loo en advies uit te brengen vanwege een restauratie’. Een ingestelde commissie beoordeelde een en ander. Wegens het overlijden van commissielid Jhr. D.J.A.A. van Lawick van Pabst (1902-1958) werd in 1959 benoemd mw. douairière J.H.M.A. van Lawick van Pabst – Doude van Troostwijk (1905-2005), intendant van Koninklijk Paleis Het Loo. Het Koninklijk Huis werd (tot 1980) vertegenwoordigd door H.K.H. prinses Beatrix.
    Een voorstel van de heer Royaards voor een restauratie van het paleis was begin 1965 gereed.  De heer C.W. Royaards meende dat een restauratie gericht moest zijn op herstel van het oorspronkelijke karakter van exterieur en interieur van het paleis. In de Commissie van Advies die 28 november 1967 werd ingesteld, was mw. J.H.M.A. van Lawick van Pabst – Doude van Troostwijk wederom lid. Een ander commissielid was de Marot-kenner Prof. Dr. M.D. Ozinga. Onder andere bestond het plan van de heer Royaards uit het herstellen van de Bassecour, van het Achterterras met de verbinding tussen tuin en onderhuis inclusief herstel van de Schelpengrot, de Koningstuin en gedeeltelijk de Koninginnetuin. De heer Royaards kreeg de instemming van de Commissie. (o.a. te lezen in rapporten van J.F. Dröge uit 2015).
    De heer C.W. Royaards overleed 18 januari 1970. Tijdens een storm werd zijn auto in De Beemster getroffen door een omvallende boom. Veel werk was door de heer Royaards verzet die met schitterend tekenwerk was bijgestaan door zijn echtgenote mevrouw R. Royaards – ten Holt.
    Zijn opvolger werd Ir. J.B. baron van Asbeck (1911-2010). Het was de heer van Asbeck die als het ware vanaf het ‘achterterras’ van de heer Royaards “de stap naar ‘de Buytensael’ zette” waardoor de huidige baroktuin werd gerealiseerd. Een en ander leidde na 1970 tot meer opgravingen en uitgebreid archeologisch onderzoek.

    In samenhang met de foto’s is op te merken dat mevrouw Van Pabst zich bewoog in het centrum van activiteiten die een restauratie beoogden waarbij de periode (1684-1702) van Koning-Stadhouder Willem III de centrale aandacht had. In die context kunnen de foto’s in 1964 zijn ontstaan. Het is daarom mogelijk dat niet slechts sprake is geweest van ‘opruimen’ of ‘rationeel opruimen’ maar dat de foto’s documenteren dat een lid van de Commissie onderzoek deed en dit vastlegde op foto’s. Tal van objecten waren verspreid in het park aanwezig. Bijvoorbeeld de stroomgoden op het huidige achterterras stonden bij Het Oude Loo opgesteld, het Flora-beeld van de Vlaamse beeldhouwer Gabriël Grupello (1644-1730) stond (en staat) op het terrein van de familie van Vollenhoven en de dolfijnen van de Bassecour werden gevonden onder een keldervloer van Het Oude Loo.

    Op de eerste foto is een smalle doorgang naar een pad te zien. Aan de rechterzijde is een van de Ionische kapitelen van de Colonnade zichtbaar. Vermoedelijk bevindt dit object zich in het museumdepot van Het Loo en diende het als informatiebron bij de reconstructie van de Colonnade in 1983.
    Een zuil bestaat uit 3 onderdelen: kapiteel (boven), schacht en een basement (onder). De maat van de bovenzijde van de zuilschacht was aan de onderzijde van het kapiteel vast te stellen.
    De straal of middellijn van de bovenzijde van de oorspronkelijke zuilschacht kon zo worden gevonden. Bekend was dat het orderboek van Vincenzo Scamozzi (1548-1616) bij de bouw van Het Loo was gebruikt.
    In zo’n orderboek worden de maten rekenkundig bepaald met modulen en minuten in plaats van bijvoorbeeld meters en centimeters. Bij een zuil bevindt zich de moduul-maat aan de onderzijde van de schacht (de grens van schacht en basement). Zuilschachten ‘verjongen’ o.a. vanwege optische motieven. Dat betekent dat de schacht bij het basement breder is dan boven bij het kapiteel. Bij de Ionische orde is de maat van de bovenzijde van de schacht 5/6 deel van de Moduul. Met de zo te berekenen moduul-maat konden de andere maten van de colonnade-zuilen vastgesteld worden, zoals die in 1684-1690 waren gebruikt en zodoende in 1983 weer gebruikt konden worden.

    Tot slot op te merken dat de baroktuin in de tijd van Koning Lodewijk Napoleon met enige meters grond werd bedekt waardoor soms meer dan de fundamenten in de 20ste-eeuw konden worden teruggevonden. Veel materialen werden na 1795 verkocht. Onder ander de zuilen van de Colonnade werden voor verscheping naar Harderwijk gebracht. Slechts twee zuilen werden door de heer K. J. van Nieukerken in 1983 in een droge greppel op de Veluwe teruggevonden en worden te Bad Nieuweschans bewaard.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *