Klopt het allemaal wel wat we zoal onderzoeken en vermoeden?


Wegwijzers op De Viersprong
Foto: Richard Zweekhorst

Soms heb je zoxe2x80x99n klein mazzeltje en dat hangt meestal van toeval aan elkaar.
Enige weken geleden was ik even op De Viersprong in Woudenberg om een wegwijzer te plaatsen. Wegwijzers zijn nu eenmaal noodzakelijk als iemand bijvoorbeeld wil weten waar de ingang is. Dat draaft soms een beetje door in het ontembaar enthousiasme. En met die wegwijzer zou ik ook zo graag iets van het verleden laten zien en het moet van eigen gewonnen hout en het moet historisch verantwoord zijn. Zie de afbeelding voor het resultaat van deze eigen creatie.

Maar de wegwijzer daar ging het even niet om, in de auto die stopte op het parkeerterrein zat een oude dame van 98 jaar. De ideale ‘wegwijzer’ zullen we maar zegen. Mevrouw wilde graag even rondkijken want zij was hier vroeger als kind geweest en vond het zo mooi hersteld. Een uur later kwamen we het hoofdgebouw van De Viersprong weer uit en keek ze even naar de herstelde lijnen voor het pand: Ja, mooi precies zoals het vroeger is geweest! Dat zijn zo van die kleine opmerkingen waar je als tuinbaas heel gelukkig van kan worden. Want er blijft altijd een kleine twijfel bestaan, ondanks het zorgvuldig onderzoek. De oude dame wist veel te vertellen maar de echte vraagstukken kon ook zij niet oplossen. We namen afscheid met de belofte dat ik de gemaakte fotoxe2x80x99s van het bezoek even zou langsbrengen.

Zo bleef de oude dame een tijdje malen in het hoofd. Ze wist enorm veel van de omgeving, was opgegroeid op De Hoogt (toegeschreven aan Dirk F. Tersteeg) in Maarn en haar schoonouders bouwden het Huis te Maarn (toegeschreven aan P.H. Wattez). Hier liep dus iemand rond die heeft meegemaakt wat er zich in het dagelijks leven op de buitenplaatsen afspeelde.  98 Jaar, goed bij de tijd, behoorlijk ter been, wonende op een buiten met kennis van alle familiebanden in de omtrek  en met een goed gevoel voor humor. Uiteindelijk heb ik met haar een afspraak gemaakt en ben daar samen met Arinda naar toe gegaan.

Op de fiets met Arinda naar de oude dame, bij ons hadden we opname apparatuur, bloknoot, het boekje Geschiedenis en architectuur van Maarn van Karen Veenlandxe2x80x93Heineman en Hans Lägers om het gesprek met wat fotoxe2x80x99s aan de gang te krijgen of houden.  Ook de oude dame had haar huiswerk gedaan, oude fotoxe2x80x99s van De Hoogt en een kopje thee met verrassing. Wat we graag van haar wilden weten waren zaken als: Hoe waren de familiebanden?; Wie staan er op de fotoxe2x80x99s?; Hoe waren de families, aardige mensen of misschien waren ze juist heel vervelend in de omgang? Hoe lang duurde de reis per koets van Kasteel Maarsbergen naar De Hoogt en ging het paard in galop of stap? Wat was de sfeer op de buitens? (want men ging bij iedereen op bezoek omdat iedereen onderhand familie van elkaar was). En zo hadden we nog vele vragen waarop we heel veel verrassende antwoorden kregen.

Wat zijn we wijzer? We zijn enorm veel wijzer geworden over hoe het er werkelijk aan toe ging op de buitens in de omgeving van Maarn. Veel materiaal wordt uitgewerkt en is bruikbaar voor onderzoek. Enkele vermoedens zijn bevestigd en enkele zaken die nu voor waar worden aangenomen kunnen rechtstreeks naar de prullenmand verwezen worden. Zo uniek is het dus om met iemand van deze leeftijd en deze komaf rond de tafel te zitten. We beseffen terdege dat dit een vervolg vraagt want er is nog veel informatie die niet boven water is gekomen maar wel voorhanden is. Eerdaags plannen we een bezoek aan het Utrechts Archief en duiken we de fotoboeken in met de oude dame. Wie weet wat er dan allemaal weer boven komt. In ieder geval vragen we iemand van het archief erbij om aantekeningen te maken van de bevindingen van een uniek mens en een unieke bron. Daarbij blijft het geweldig dat zowel de oude dame als wij enorm veel plezier hebben gehad aan het informele gesprek en beide partijen uitzien naar een vervolg.
Hoe een wegwijzer je weer eens de weg kan wijzen!!!

Richard Zweekhorst

7 gedachten over “Klopt het allemaal wel wat we zoal onderzoeken en vermoeden?

  1. Heel aardig verhaal, er blijkt weer eens uit hoe belangrijk ‘oral history’is, maar wij lezers van deze weblog worden er wat feiten betreft niet veel wijzer van. Wordt vervolgd mag ik aannemen? Joost Gieskes

  2. Lees Kees Visser, De Sterrit van de Beauforten; Een familiereünie op de Heuvelrug, Utrecht 2004. Dit is een voorbeeldige studie op basis van oral history.

  3. En omdat het zo’n voorbeeldige studie is natuurlijk weer uitverkocht!!!
    Ik ga er naar op zoek en mocht iemand het in de kast hebben als vulling…dan graag.
    We krijgen, om even te reageren op de opmerking van Joost, natuurlijk een vervolg. Er zijn toch een aantal opmerkingen van deze dame dermate waardevol dat we deze zakelijk, zeer waarschijnlijk, nog gaan gebruiken. Om dat maar even op de weblog te zetten is voor ons werk niet erg handig, het blijft een belangrijk werkterrein voor mij. Maar ik zal zeker nog en vervolg met details eraan vastknopen. Volgende verslag van het archiefbezoek in Utrecht.

  4. Helaas ook bij zaalbooks uitverkocht, sorry Richard.
    Een ander boek is “Beelden van de buitenplaats, elitevorming en notabelencultuur in nederland in de negentiende eeuw”
    Wil je de boeken lenen neem dan contact op met mij jan.trouwborst@xs4all.nl

  5. Het genoemde Beelden van de buitenplaats kun je thuis inkijken.
    Het mooie is dat Uitgeverij Verloren al haar (? i.i.g. veel) boeken op Google Books zet. Zo van even kijken, wat lezen en dan willen hebben en kopen. Of niet natuurlijk.
    Voor Beelden van de buitenplaats klik hier.

  6. Heb het even snel ingekeken op Google Books, en natuurlijk is het weer een mooi boek met bronvermeldingen wat weer wat zoeken kan schelen. Prima site!!! Anderzijds is de informatie die we los proberen te peuteren van de oude dame op een ander vlak. Heel gericht nagaan wat de houtverbindingen waren van het zelfgebouwde tennishuisje, wat had de tuinbaas aan en hoe ver ging zijn rol ( bepaalde hij zelf of ging het in opdracht van de eigenaar), hoe ruim werd er wel niet aangeplant. Kochten ze Douglassparren of kwamen deze van eigen kweek in de bosbouwvakken. Ik kan zo wel uren doorgaan en zaken die voor een ander volstrekt overbodig lijken maar voor mij een schat aan informatie opleveren voor onderzoek maar met name voor de uitvoering. Duidelijk is wel dat we (te) snel de eigenaar van destijds op een voetstuk plaatsen en een ideaal beeld proberen te scheppen hoe geweldig het allemaal wel niet was. Kees BvB verteld dit wel vaker maar ik heb het idee dat er te vaak met een half oor naar hem wordt geluisterd. Het waren toen ook allemaal mensen die met twee handen de bomen in de grond moesten planten en als er dan een grote steen in de grond zat, dan kon het boomje best eens 50 cm naar links of rechts worden geplant. Daar hoeft niet altijd een diepgaande gedachte of bedoeling achter te schuilen. Dat vermoed je natuurlijk wel maar het is fijn om dit eens rechtstreeks van iemand te horen die erbij was.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *