Dutch Garden Clingendael


Dutch garden van Westbury Court (Westbury-on-Severn)

‘Who knows what a Dutch Garden is’?
Dat is de toepasselijke titel van een artikel in Garden History 30:2 (2002), geschreven door de eminente Engelse tuinhistoricus David Jacques, mij vriendelijk toegezonden door Jan Woudstra Phd. Sheffield university. Inderdaad, bij wie kunnen we beter te rade gaan over het begrip ‘Dutch Garden’ dan bij de Britten? In dit veelomvattend artikel heeft de auteur minutieus alle over dit onderwerp bestaande literatuur verzameld, gerangschikt, bestudeerd en geanalyseerd. De geschriften van Erik de Jong ontbreken daarbij niet! Tevens heeft David Jacques bij zijn studie betrokken het gestelde op het symposium landschapsarchitectuur te Dumbarton Oaks uit 1988, geheel gewijd aan ‘Dutch garden art’ bij gelegenheid van de 300-ste verjaardag ‘when William, Prince of Orange, and his Scots wife Mary took the throne’.

David Jacques zou grotelijks tekort worden gedaan wanneer ik van zijn compilatie nog eens een eigen samenvatting zou weergeven. [geïnteresseerde Cascadeleden woonachtig in Nederland kunnen het artikel tegen kostprijs euro 3,08 verkrijgen incl.porto]. Ik zal daarom volstaan met de conclusie van de auteur die in zijn artikel veel uitvoeriger is: English ‘Dutch’ gardens exist only in the historicist imagination. It is time that historians of English garden style eschewed (vert. schuwen, vermijden J.G.) labels such as ‘Dutch’. Aan het heldere betoog van de auteur valt niets af te dingen. Het ligt voor de hand dat Nederlandse tuinhistorici deze uitvoerig gedocumenteerde en weloverwogen conclusie behoren te respecteren.

Niettemin, en dat realiseert David Jacques zich goed, blijft in tijdschriften, boeken en reisgidsen de mythe van een ‘Dutch Garden’ bestaan: zodra, kort samengevat, een tuin niet te groot van omvang is, rechthoekig van vorm met geometrische patronen van (buxus)hagen waarbinnen bloemen, daarbij gevoegd vormsnoeiplanten en liefst nog met waterwerken in de nabijheid blijft de benaming Dutch Garden hardnekkig gebruikt in het Verenigd Koninkrijk. Het misschien wel meest frappante voorbeeld daarvan is de door de National Trust in 1973 met veel fanfare afgeronde ‘restauratie’ van de ‘Dutch Garden’ in Westbury Court ‘The only one in Britain’ claimt de Trust. En inderdaad, daar zien we de haagjes en de vormsnoei.

Een ander illustratief voorbeeld zien we in de tuinen van Hestercombe, zie de hierbij gevoegde afbeelding uit het boek Houses and gardens by E.L. Lutyens, auteur Lawrence Weaver, eerste editie 1913. Hier ziet men een andere beplanting voor de haagjes, en vazen in plaats van vormsnoei, maar zelfs door deze beroemde tuinarchitect tot ‘Dutch Garden’ bestempeld. Zie eveneens de hierbij gevoegde aardige ontwerptekening van Gertrude Jekyll met weliswaar interessante vormgegeven vakken, waaruit beter dan uit de foto blijkt dat er geen enkele relatie is met Oud-Hollandse stijl, maar niettemin Dutch Garden wordt genoemd.

We mogen dan ook de ‘Dutch Garden’ niet synoniem stellen met een Oud-Hollandse tuin. Ze hebben niets met elkaar uitstaande, er is geen enkele relatie. Trouwens, wat is ‘Oud-Hollands’? Over ‘Oud-Hollandse tuinkunst’ (Eigen Haard 1889) schreeft Leonard A. Springer: ‘Mogen wij van een hollandschen stijl in de tuinkunst spreken? Bepaald bevestigend kunnen wij de vraag niet beantwoorden’. Het is een lezenswaardige en nog steeds actuele analyse, die, zonder dat Springer dat bedoelde, aardig aansluit bij het betoog van David Jacques. (zie ook weblog CO).

Dat de anglofiele en talentvolle  baronesse Van Brienen, toen zij omstreeks 1918 haar eigen ‘Dutch garden’ ontwierp naar Engels voorbeeld, zal ons nu niet meer verwonderen.(zie foto). Maar deze tuin een ‘Oud-Hollandse’ tuin noemen is onjuist. Het woord ‘Dutch’ vertalen in ‘Hollands(e)’ is ook niet juist; we moeten de freule haar schepping inclusief de naam  Dutch Garden gunnen en ook nu nog zo benoemen. De aanstaande reparatie (‘restauratie’) van dit tuintje met buxusvakken en vormsnoei in Clingendael is een welkome aanleiding daartoe. Dat is dan meteen de enige ‘Dutch Garden’ op het Europees continent.
Joost S. Gieskes


Oud-Hollandse tuin van Clingendael in slechte staat