‘Het kasteel Doorwerth ondergeloopen’ (1926)


Staand voor de ophaalbrug van kasteel Doorwerth (1926)

Direct rond kasteel Doorwerth is nooit ruimte geweest voor een grootse tuinaanleg. Het kasteel ligt aan de voet van de Veluwezoom, in de voor overstromingen gevoelige uiterwaarden. Ook al zijn ter bescherming in 1643 al dijken aangelegd: vanuit het westen, vanaf de Veluwezoom met de toegangsweg, om de moestuin aan de zuidzijde van het kasteel en langs de oostzijde weer terug naar de Veluwezoom. Een vogelvluchtfoto uit ca. 1930 biedt een mooi overzicht en laat haast geen andere toestand vermoeden.


Vogelvlucht met kasteel Doorwerth (ca. 1930)

Toch kon en kan het beeld compleet anders zijn. Deze winter hebben we alweer twee keer hoog water gehad. En dat doet denken aan oude foto’s met extreem hoog water. Foto’s uit de winter van 1925-1926, grote overstromingen teisterden toen heel Midden-Nederland. De kranten van 4 januari 1926 meldden: ‘Het kasteel Doorwerth ondergeloopen’.
Een ieder die kasteel en omgeving wel eens heeft bezocht zal de fotolocaties herkennen. Vanaf de Veluwezoom via de toegangsweg op de dijk naar het plein ten zuiden van het kasteel, om over de brug op het binnenplein met de Robinia te komen. Alles stond onder water, ook de artillerie stukken van het toentertijd aldaar gevestigde Nederlandsch Legermuseum (1913-1940). Zelfs de toenmalige uitspanning De Zalmen, direct aan de Veluwezoom, net na de afslag naar het kasteel, stond in het water.
Jan Holwerda


De overstroomde toegangsweg naar kasteel Doorwerth (1926)


Op het ‘voorplein’, met de ophaalbrug in de achtergrond (1926)


Op het binnenplein, als een grote vijver met watervogels rond de Robinia (1926)


Nogmaals op het binnenplein, kijkend op het toegangsgebouw (1926)


Ook uitspanning De Zalmen aan de voet van de Veluwezoom stond in het water (1926)

U moet de groenten van Leichtenberg hebben

Zo maar, een leuke prijscourant van zaden, uit 1815, van J.P. Leichtenberg.
Leichtenberg werd in 1780 in Ebersdorf bij Wenen geboren en opgeleid tot garçon jardinier; zijn vader Johann Petrus Leichtenberg was hortulanus. In de jaren 1804-1805 was Leichtenberg (onder de Franse voornamen Jacques Pierre) werkzaam in de tuinen van Malmaison in Parijs, de woning van Napoleon en Joséphine Bonaparte. Daarna vertrok hij in noordelijke richting. Professor Wynoldus Munniks van de universiteit van Groningen zocht een goede hortulanus voor de botanische tuin van de universiteit. Na de nodige informatie te hebben ingewonnen viel de keuze op Leichtenberg, die inmiddels in Luik was. Op basis van reiskosten a 37 guldens nam Leichtenberg de uitnodiging aan om naar Groningen te komen en vanaf april 1806 werd hij aangenomen als hortulanus (onder de Nederlandse voornamen Jacob Pieter) (info van Bloemisme).

Ongetwijfeld omwille van de bijverdiensten kweekte en handelde hij ook in planten en zaden: de Prijs-courant van tuin- moes- en veldzaden uit 1815 laat dit zien. Naast genoemde zaden waren ook fruitbomen, bessenstruiken, bloembollen, 200 ‘differente soorten Engelsche heesters’ en 70 ‘differente soorten Engelsche rozen’ te koop. Tot slot ook het gewonere plantgoed aan bomen en heesters. De twee pagina’s tellende courant is bij de universiteit Utrecht te lezen, zie hier.
Na zijn dood in 1827 zetten weduwe en zoon de handel voort: ‘De affaire in handel van tuinzaden, alsmede vrucht- en onvruchtbare boomen en heestergewassen, blijft als voorheen continueren’. Mooi, ‘onvruchtbare boomen’ als term voor bomen anders dan vruchtbomen.
Jan Holwerda


Groninger Courant van 4 december 1827

Paleis Het Loo ‘Buitengewoon Bloeiend’


OVERGENOMEN (‘groene deel’ van de tekst)

Ook al is het hoofdgebouw van Paleis Het Loo de komende drie jaar vanwege de vernieuwing en verbouwing gesloten, van 30 maart t/m 30 september is Paleis Het Loo ‘BuitenGewoon Open’: in de tuinen wordt de beplanting de komende jaren heel anders aangepakt!

‘Buitengewoon Bloeiend’
Sinds de opening als museum in 1984, wordt gewerkt met een voorjaars- en zomerbeplanting en gebruik gemaakt van plantensoorten die aan het einde van de 17e eeuw in Nederland bekend en in gebruik waren. Iedere soort werd, geheel op de 17e-eeuwse wijze, losstaand geplant, zodat een bloeiende plant goed van alle kanten is te bewonderen. De komende jaren worden de bloemenborders echter vol beplant, voor een kleurrijk visueel spektakel. Ook planten die pas in de 18e, 19e of 20e eeuw hun weg vonden naar Nederlandse tuinen krijgen de komende tijd de kans om een hoofdrol te vervullen in een Barokke tuin. Een unieke, nieuwe ervaring.

Tijdens de ‘BuitenGewoon Open’ periode wordt het paleisdak dagelijks opengesteld voor publiek. Via een lift aan de zijkant van het paleis is het dak toegankelijk voor een indrukwekkend uitzicht op de paleistuinen en zicht op de bouwwerkzaamheden op het voorplein.
Vanaf Pasen, 30 maart t/m 30 september 2018; zie ook website.

De Rots of het Rotshuisje van Gunterstein (Breukelen)


De Rots of het Rotshuisje van Gunterstein (1793)  Bron: RHC Vecht en Venen

Natuurlijk zijn de plaatjes niet nieuw. Er zijn genoeg publicaties waar in ze zijn opgenomen (o.a. die van Wim Meulenkamp); helaas meestal klein en zwart-wit. Terwijl de ontwerpjes in kleur zijn. Ook zijn er meerdere foto’s. Deze staan minder frequent en dan al net zo klein afgebeeld. Daarom is het zo leuk dat ze in de beeldbank van Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen zijn opgenomen. Dan kun je alle afbeeldingen opvragen, zie je de ontwerpjes in kleur, kun je bij alle afbeeldingen inzoomen en ze ook nog eens groot downloaden. Om onder andere te zien dat het een façade van geschilderde rotsblokken betreft.
Ik heb het hier over een kinderhuisje, de niet meer bestaande Rots of het Rotshuisje van Gunterstein bij Breukelen. Een Janusgebouw met twee verschillende façades. De ene zijde had een Oudhollands front met het jaartal 1793. De andere zijde kende een geschilderde geruïneerde rotsgevel met spitsboogvensters en gelijkvormige deur. Rond 1970 moet het huisje na verwaarlozing zijn afgebroken.
Zelf kijken, inzoomen en downloaden doe je via beeldbank RHC Vecht en Venen.
Jan Holwerda


De dan 100-jarige Rots nabij de vijver(1894)  Bron: RHC Vecht en Venen


De dan 100-jarige Rots, meer nabij gezien(1894)  Bron: RHC Vecht en Venen


Het huisje met een serre aanbouw en de boven de daknok uitstekende rots  Bron: RHC Vecht en Venen

Facebook

Cascade zat al wel op Facebook (klik hier), maar hier werd nog niets gedaan. Op verzoek worden de berichten als op de website sinds december ook ‘doorgeschoten’ naar Facebook. Daar zie je een plaatje en wat eerste zinnen. Na aanklikken ga je automatisch door naar onze website en kun je het gehele bericht lezen. Een en ander met name omwille van het gemak van mensen die Facebook berichten intensief volgen, maar nu tot hun spijt de Cascade website niet in hun ‘systeem’ hebben. Via deze weg krijgen ze Cascade berichten, na Vriend te worden, toch voorgeschoteld.
De webmaster

Sporen van de Belgische Opstand


De Nemelaer van mevrouw de Douairiaire Zaal, bij Haeren (Haaren 1831), D.T.Gevers van Endegeest
Bron: Atlas van Stolk

Afgelopen vrijdag viel het nummer van Tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in de bus, zie PDF. Sporen van de Belgische Opstand staat op de cover. Behorend bij een artikel over een militair kamp uit 1832 in de bossen bij Oirschot. Interessant, maar deze weblog laat zien wat de titel bij mij opriep. Ik dacht namelijk aan de tekeningen van Jhr. Mr. Daniël Theodoor Gevers van Endegeest. Tussen 1831 en 1833 maakte hij een reeks tekeningen van Brabant. Hij was als schutter in het Nederlandse leger gestationeerd in Noord-Brabant in verband met de Belgische opstand (of volgens onze zuiderburen de Belgische revolutie). De tekeningen zijn te vinden in Atlas van Stolk. Online: collectie.atlasvanstolk.nl en zoek dan met Gevers van Endegeest.
De beeldbank zelf is een onding, maar met klungelen je kun de tekeningen wel 1 voor 1 bekijken. Een viertal aansprekende afbeeldingen alvast bij dit bericht.
Enne ze zijn ook al eens te boek gesteld: D.T. Gevers van Endegeest, Jhr Mr D.T. Gevers van Endegeest en de Belgische opstand : tekeningen van een Haagse schutter 1831-1833, 1983. Tweedehands genoeg te krijgen.
Jan Holwerda


Het huis te Muiserick [=Maurick] van den Heer Berestein (Vught 1831), D.T.Gevers van Endegeest
Bron: Atlas van Stolk


Het kasteeltje van Loon op ’t Zand (Loon op Zand 1832), D.T.Gevers van Endegeest
Bron: Atlas van Stolk


Neerijnen. van den baron Van Pallandt (Neerijnen 1832), D.T.Gevers van Endegeest
Bron: Atlas van Stolk

18e-eeuws ontwerp voor Het Loo ontdekt

Ontwerp Westvleugel Het Loo (1751), Pieter de Swart  Collectie Nationaal Archief

Mooi hé. Hoe een archiefmedewerker van het Fries Film Archief een stuk film met Stan Laurel (van Laurel en Hardy) vond dat wel beschreven is, maar wereldwijd verloren werd beschouwd. Je kent dat wel, het vinden of identificeren van een oud archiefstuk, een kaart, een ontwerp. Dat overkwam hoofdconservator Johan de Haan van Paleis Het Loo ook. Hij identificeerde een in het Nationaal Archief ontdekte tekening van meer dan een halve meter lang, gesigneerd door De Swart. Pieter de Swart kennen we ondermeer van een ontwerp voor de tuinen van Het Loo (zie hier). Maar naar nu blijkt maakte hij ook een bouwtekening voor de Westvleugel van Het Loo. Tot recent werd gedacht dat het een ontwerp voor een willekeurige kazerne was. Het was de ongewijzigde indeling van de gevel, het ongewijzigde aantal vensteropeningen én de op de tekening weergegeven maatstok die het definitieve bewijs leverden. De totale lengte van het gebouw is op de tekening 42,8 centimeter. Omgerekend (m.b.v. schaalbalk en van roeden naar meters) moet het getekende bouwdeel in werkelijkheid afgerond 73,2 meter lang zijn. Dat is vrijwel exact de maat van de Westvleugel die 73,3 meter lang is.
Voor het complete bericht, zie weblog van Paleis Het Loo.

De zuilen van Bloemenheuvel (Bloemendaal)


Bloemenheuvel (Bloemendaal, 1898-1903), J.B. van Gijn  Bron: beeldbank Noord-Hollands Archief

Zo als zo vaak begint het met een foto die je toevallig ziet. Van het afvoeren van de zuilen van het in 1965 gesloopte landhuis Bloemenheuvel. Het oorspronkelijke landhuis werd in 1820 door J.D. Zocher jr gebouwd. In 1950 werd de buitenplaats aangekocht door de gemeente Bloemendaal met de intentie het landhuis uit te breiden. Deze beoogde uitbreiding werd echter nooit gerealiseerd en in 1966 werd uiteindelijk een nieuw gebouw opgetrokken waarbij een getrouwe kopie van de originele villa als voorgevel werd opgenomen. In 2015 werd vervolgens weer een nieuw gemeentehuis geopend, het voorhuis en de karakteristieke voorgevel uit 1966 bleven behouden, alles er achter werd vernieuwd.
Maar eigenlijk ging het me om de zuilen, holle zuilen. Die omgetrokken werden, opgeladen en weggevoerd zijn. Maakt je nieuwsgierig. Waarheen?
Jan Holwerda


De afbraak is begonnen  (1965)  Bron: beeldbank Noord-Hollands Archief

 
Het neerhalen en afvoeren van de zuilen (1965)  Bron: beeldbank Noord-Hollands Archief


Het afvoeren van de zuilen (1965)  Bron: beeldbank Noord-Hollands Archief

Ontwerp tuinhuis, door Piet Wattez

Ontwerp tuinhuis (1912), Piet Wattez  Bron: Collectie Kasteel Rosendael (GLK)

De alom gaande digitalisering brengt van alles naar boven wat nu voor een breder publiek toegankelijk wordt. Zo zag ik nu dit ontwerp voor een tuinhuis door Piet Wattez uit 1912 in de collectie Kasteel Rosendael (GLK).

De bijbehorende omschrijving zegt: ‘Ontwerp voor het tuinhuis van Staverden (waarschijnlijk). In 1907 werd een tuinontwerp van P. Wattez voor Staverden in gemengde stijl uitgevoerd. De geometrische tuin kreeg een doolhof en aan de randen van het park werd de landschappelijke stijl gehanteerd. Het huisje op de tekening hoort mogelijk bij dit ontwerp. Gesigneerd en gedateerd rechtsonder: ‘Piet Wattez, …’
Het laatste is aan te vullen met het er onder staande ‘Tuinarchitect Apeldoorn nov 1912’.


Voormalig theepaviljoen aan de Edeseweg tussen Bennekom en Ede (2014)

Het ontwerp deed mij direct denken aan het pand aan de Edeseweg tussen Bennekom en Ede, tegenover kasteel/buitenplaats Hoekelum. De voorzijde bestaat uit een theepaviljoen met houten zuilen uit circa 1836 en de achterzijde is een dienstwoning die in 1912 ter vervanging van een eerdere (keuter)boerderij is gebouwd. In 1967 is het geheel ingrijpend verbouwd.
Die verbouwing van 1912 past wel heel goed bij het jaartal op het ontwerp van Wattez…
En mocht het ontwerp niet voor Hoekelum zijn geweest (verschillen zijn er meer dan genoeg, zeker qua omgeving) dan is Wattez vast door het Hoekelumse exemplaar geinspireerd geraakt.
Jan Holwerda


Het theepaviljoen met het originele nokeinde.  Bron: Historisch Museum Ede

De situatie voor de verbouwing van 1912 (ca. 1900?)  Bron: Vereniging Oud Ede

De ferlerne pracht fan it Fryske lân


De schilderijen op de eerdere tentoonstelling in Harlingen.  Bron: Stichting Staten en Stinzen

De verloren pracht van het Friese land
Klaes Posthuma – bekend restauratieschilder van vooral Friese klokken – heeft enkele tientallen doeken vervaardigd van niet meer bestaande monumenten. Zijn werk is vanaf 16 januari te zien in de Schierstins. Voor de staten en stinzen baseert hij zich op oude tekeningen en andere platen. Hij omschrijft zijn werk als documentair-realistisch.

De tentoonstelling is van dinsdag 16 januari t/m zaterdag 24 februari te zien in het cultureel en historisch centrum aan de Haadstrjitte 1 te Feanwâlden. De Schierstins is meestal di. t/m zo. open van 13.30-17.00 uur, met uitzondering van zaalverhuur en concerten, zoals op donderdag 1 en zaterdag 3 februari (zie www.schierstins.nl).