Beeldbank van de Nederlandse Kastelenstichting


Kasteel Rhoon met zijn tuinen (1646-1647), door Roelant Roghman.
Bron: Nederlandse Kastelenstichting, Beeldbank

Vanaf februari 2005 is de Nederlandse Kastelenstichting bezig met het digitaliseren van een selectie uit meer dan 15.000 foto-negatieven, dia’s, tekeningen, gravures, en uit het enorme archief met artikelen e.d. Ook al moet veel nog worden verwerkt, nu al is veel te bekijken. Via de homepage van Nederlandse Kastelenstichting en dan in het linkermenu Beeldbank aanklikken.

U kunt zoeken, of eigenlijk klikken, op naam of op provincie, en daarbinnen vervolgens weer op naam. Vergeet niet, nog lang niet alles is gedigitaliseerd; dus kom nog eens terug.

En een tip, klik ook eens op de afbeelding links, met een kasteel en de woorden Kastelendocumentatie Stichting. Er volgen dan een aantal Thema’s ; er moet een andere naam te vinden zijn, maar dat terzijde. Wat nu te vinden zijn zijn ingangen op naam. Bv. Roelant Roghman, met zijn dan 220 tekeningen, en Ludolf Smids.

En OK, het specifiek tuinhistorische mag beperkt zijn, maar het kijkplezier is er niet minder om.  JH

Bloembedden voor het buiten van Rhijnvis Feith.


Boschwijk  Bron: website Harry Pierik

De huidige bewoners van Boschwijk (Wijthmen, Zwolle), Gerda en Bert Kiekebelt hebben in samenwerking met PHB de tuinen de laatste jaren grondig aangepakt. Geprobeerd is alles terug te brengen in de situatie die Rhijnvis Feith beschrijft in zijn beroemd geworden gedicht ‘Aan Boschwijk‘, een lyrische beschrijving van tuin en natuur. ‘De Hof van Eden’, noemde Feith zijn tuin.

Harry Pierik geeft op zijn website kort wat meer inhoud aan het vraagstuk ‘hoe kun je verloren bloembedden uit de achttiende eeuw weer tot leven roepen’. Graag had ik nog meer gelezen, maar de foto’s, in aantal en schoonheid, maken de te korte tekstuele inhoud meer dan goed. Klik hier voor het artikel. JH

Meer over Boschwijk: Een aardsch paradijs : De buitenplaatsen Boschwijk, Landwijk en Veldwijk nabij Zwolle, H. Tromp, B. Oldemeierink, J. ten Hove. Zwolle, 1994

Tuinhistorische tijdschriftartikelen 2007 (II)

Vakblad GROEN  Jaargang 69 (2007); verschijnt 11 x per jaar.

* Gabrielle Bartelse. Paleis Soestdijk: een vorstelijke residentie met een ingetogen landschappelijk park. Vakblad GROEN.  Jg 69 (2007), nr.2, p. 30-35. Gabrielle maakt een wandeling en kijkt als landschapsarchitect naar het eeuwenoude park.


Soestdijk: cementrustieke brug en boerderijtje van Prinses Sophie, gebouwd in 1833 (foto OHT)

* Helene Blaak / VSBfonds. Groenmonumenten het bewaren waard. Vakblad GROEN. Jg 69 (2007), nr.10, p.10-15. Over het VSB-programma Groenmonumenten, bedoeld voor de restauratie van groene monumenten op historische buitenplaatsen.

* Quirijn Verhoog. Levend verleden, renovatie van het rijksmonument Vondelpark (I). Vakblad GROEN.  Jg 69 (2007), nr.10, p. 42-46. Een overzicht van tien jaar renovatie Vondelpark. Wordt vervolgd met meer artikelen over de restauratie.

* Fon Habets. Grootschalig geometrische aanleg met karakteristiek Zuid Limburgs nutselement. Vakblad GROEN.  Jg 69 (2007), nr.12, p. 12-17.

Historisch Geografisch Tijdschrift Jg 25 (2007)

* Elyze Storms-Smeets. De locatiekeuze van Twentse fabrikantenbuitenplaatsen 1800-1950. Historisch Geografisch Tijdschrift Jg 25 (2007) nr. 1, p. 4-14.

Garden History 35 (2007); 2 nummers en 2 themanummers (zgn.supplementen) per jaar.

* Jan Woudstra. What is edging box? Towards greater authenticity in garden conservation projects. Garden History 35 (2007),2, p. 229-242. Over welke soort / cultivar buxus werd vroeger en wordt nu gebruikt?

Die Gartenkunst Jg 19 (2207); 2 nummers per jaar.

* Clemens Alexander Wimmer. Das Kreative in der Denkmalpflege. Die Gartenkunst Jg. 19, Heft 2 (2007), p. 363-373. Over starheid en creativiteit bij conservering en restauratie. Hoe ga je daar mee om?

* Klaus-Henning von Krosigk. Anmerkungen zum Pleasureground in Schlosspark von Dyck.  Die Gartenkunst Jg. 19, Heft 2 (2007), p. 374-380. Gaat natuurlijk niet over Nederlandse Tuinkunst, maar is wel interessant in verband met onze lustrumexcursie, zomer 2007.

Tuinhistorische tijdschriftartikelen 2007 (I)

Vraag: wie reageert op deze weblog met het opsturen van titels van publicaties, om op weblog of in Nieuwsbrief te plaatsen? Aan het begin van het nieuwe jaar blik ik graag terug op het voorgaande jaar, en dan speciaal in de tijdschriften die zich bezig houden met de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur. Deze keer keek ik nog eens terug in Bulletin KNOB; Vakblad Groen; Historische Woonsteden en Tuinen; Historisch Geografisch Tijdschrift; Garden History; Studies in the History of Gardens & Designed Landscapes; Die Gartenkunst. Natuurlijk zijn er veel meer artikelen verschenen die voor Cascade-vrienden interessant zijn. Veel verschijnt ook in tijdschriften van Historische Verenigingen, verspreid over het hele land. Dit is mijn lijstje en wij wachten op uw inbreng. Stuur titels, met of zonder foto als illustratie, naar onze  webmaster.  CO

Historische Woonsteden & Tuinen Jaargang 2007; verschijnt 4 x per jaar.

* Catharina van Groningen en Frieda Heijkoop. Vollenhoven en Hendrik van Lunteren: de vondst van drie onbekende kaarten. Historische Woonsteden & Tuinen. Jg. 2007, I, p. 12-17.  (al vermeld op de weblog van 2 september 2007; zie ook: Catharina van Groningen en Frieda Heijkoop. Vollenhoven: het ontstaan van een lusthof op de Utrechtse Heuvelrug in de eerste helft van de negentiende eeuw). Bulletin KNOB. Jg. 106. 2007, nr.2; en weblogs van 2 sept en 5 sept 2007)

* Heimerick Tromp, m.m.v. Peter Verhoeff. Voorstonden: de buitenplaats als permanente inspiratiebron. Historische Woonsteden & Tuinen. Jg. 2007, II, p. 22-29. Het artikel gaat over de ontwikkeling van de buitenplaats sinds 1977, door architect Egbert Hoogenberk, die een eigen filosofie heeft ontwikkeld, onder de naam xe2x80x98harmonische architectuurxe2x80x99. Het was moeilijk om de tuin van Springer exact te behouden.

* Joost S. H. Gieskes. De Japanse tuin in het landgoed Clingendael: aandacht voor de enige historische tuin in Japanse stijl in Nederland. Historische Woonsteden & Tuinen. Jg. 2007, III, p. 12-17. Joost Gieskes verdiept zich al jaren in deze materie en dit artikel geeft een mooi overzicht over alles wat de laatste jaren door aanhoudend onderzoek is gevonden.

* Jos Gommans. Kasteel Asten: xe2x80x9clxe2x80x99histoire se répètexe2x80x9d; opkomst en (vertraagd) verval van Kasteel Asten. Historische Woonsteden & Tuinen. Jg. 2007, IV, p. 18-21. Over de geschiedenis en de uitvoering van het masterplan voor de consolidatie van Kasteel Asten en omgeving. Een link met meer over Project Kasteellandschap Asten en een link naar het Masterplan.

Afbeelding: Ontwerp bloementuin of zuidtuin bij Huis Voorstonden, L.A. Springer (ca. 1918)  Bron: Speciale Collecties BWUR

Wordt vervolgd.

Hex een prinselijk landgoed ontsluierd (II)

(vervolg op "Hex een prinselijk landgoed ontsluierd" (I), een notitie n.a.v. het verschijnen van het boek met genoemde titel; zie vorige weblog).

Naast de bijzondere rozen van Hex, waarover in 1995 al een boek verscheen met reproducties van de rozen-aquarellen van Elisabeth Dasnoy, met commentaar van Nanda dxe2x80x99Ursel, vragen de moestuinen en fruitbomen van Hex natuurlijk ook onze aandacht.

In het huisarchief bevindt zich een prachtig ontwerp van de moestuin (1789), waarop alle peren, appels, perziken, abrikozen, druiven, pruimen en kersen, elk afzonderlijk met een nummer verwijzend naar een bijbehorende fruitcatalogus, zijn vermeld. Het gaat hier dus niet om de boomgaard met hoogstambomen, maar om de moestuin en fruittuin. Het leifruit werd via xe2x80x98spaliersxe2x80x99 (espalier) of xe2x80x98gelintexe2x80x99 langs muren en vrijstaande hekwerken geleid; de dwergboompjes of naantjes stonden vrij tegenover de muren en hekken, langs de rechthoekige bedden, en worden xe2x80x98contraspalierenxe2x80x99 of xe2x80x98tegengelintexe2x80x99 genoemd. Op de bedden werden groenten, bessenstruiken en ander kleinfruit gekweekt.

Deze naantjes bleven, als we af moeten gaan op de vele prenten uit de 17de en 18de eeuw, meestal net manshoog, om het plukken van het fruit te vergemakkelijken. Naantjes zijn in het algemeen laag-geënte boompjes, maar volgens auteur werden ze op Hex uitsluitend door snoei in vorm gehouden.

De plattegrond uit 1789 doet erg denken aan de 18de eeuwse plattegrond van de fruittuin van Kasteel Amerongen (1745). In ieder geval zijn voor het vergelijken van de verschillende rassen ook de boeken Pomologia en Fructologia van Johann Hermann Knoop (Leeuwarden, 1758; Leeuwarden, 1763) erg aan te raden. Jammer dat deze boeken niet door de auteur werden geraadpleegd. Ze waren op fruitgebied het standaardwerk der Lage Landen in de 18de eeuw.

Tot slot: Het boek ziet er goed verzorgd uit, met schitterende fotoxe2x80x99s en prachtige kaarten en ontwerpen uit het huisarchief. Het is te hopen dat de auteur en/of de uitgever veel meer aandacht aan xe2x80x9cBelgische groene monumentenxe2x80x9d gaan besteden.  CO

Afbeelding: In-Enting der Boomen, rechts een laag-geënte boom.  Bron: Den Nederlandtsen Hovenier, Jan van der Groen (1670)

Hex een prinselijk landgoed ontsluierd (I)

Chris De Maegd schreef een prachtig boek over kasteel, park en tuinen van Kasteel Hex. Een geschiedenis die tot heden nauwelijks bekendheid heeft gekregen in Nederland. Het is hier niet de plaats om de tuin- en parkgeschiedenis van Hex uiteen te zetten -men moet het boek beslist kopen of lezen- maar een aantal zaken troffen mij.

Een verlichte prins, Francois-Charles de Velbruck (1719-1784; zie foto links van Wikimedia) heeft op Hex een xe2x80x98Engelse tuinxe2x80x99 aangelegd, als een van de vroegste in Belgie. Misschien is het nu het moment om Hex en Beeckestijn eens met elkaar te vergelijken? We krijgen daardoor mogelijk een scherper beeld van de tuinen en het park van beide.

Van de 18de eeuwse situatie is weinig over op Hex. Toch kan men natuurlijk niet om het fenomeen parterre heen. Volgens schrijfster is dit woord afgeleid van het Italiaanse woord partire (= verdelen en vertrekken). Ik weet niet beter dan dat het woord te maken heeft met het Franse woord parterre (lat. per terra, begane grond, beneden); deze perken zijn toch bedoeld om van boven af op te kijken?

Velbrucks erfgenaam was Joseph-Romain de Marchant, graaf dxe2x80x99Ansembourg (1745-1798). Zijn dochter erfde Hex en zijn zoon erfde Kasteel Amstenrade (beide via de vrouwelijke lijn). Vanaf het begin van de 19de eeuw zien we dan ook op Hex en Amstenrade dezelfde tuinarchitecten optreden, i.c. F. J. Dükers en Louis Fuchs. Des te interessanter, omdat Fuchs in Nederland ook op Amstenrade (1850), Neubourg (1856); Mheer (1861) en Anneville (1866) werkte.

De tuinen zoals ze er nu bijliggen vertonen een 20ste eeuwse vormgeving. Jules Janlet ontwierp in 1913 nieuwe geometrische parterre-tuinen en Jacques Wirtz moderniseerde de terrastuinen, maar wel geïnspireerd op de oude vormen. Het werk van Janlet zouden we kunnen vergelijken met dat van Leonard Springer en zijn tekenstijl doet daar dan ook sterk aan denken. Wordt vervolgd. CO.

Chris De Maegd (met een bijdrage van Paul Van den Bremt; een voorwoord van Ghislain dxe2x80x99Ursel; en een nawoord van Xavier Duquenne). Hex een prinselijk landgoed ontsluierd. Brussel, 2007. 223 p. 2007. ISBN 978 90 6153 7441. ISBN Engelse uitgave 978 90 6153 7465; ISBN Franse uitgave 978 90 6153 7458. Prijs xe2x82xac49,=

Tuinhistorisch Genootschap Cascade

Tuinhistorisch Genootschap Cascade is opgericht in 1987 en in 1997 omgezet in een stichting.
Het interdisciplinaire vakgebied geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur wordt in Nederland beoefend door historici, praktisch geschoolden en persoonlijk geinteresseerden. Onder hen bevinden zich historici, kunsthistorici, historisch geografen, neerlandici, biohistorici, tuin- en landschapsarchitecten, biologen, dendrologen, kwekers, hoveniers en geinteresseerde eigenaars/beheerders van historische tuinen, parken en buitenplaatsen. Zij ontmoeten elkaar in het
Tuinhistorisch Genootschap Cascade.

De tuinen van de kleinzoon van Willem van Oranje ( III Palmerswaard)

Nedrhenenkoningsboomgaard_1 

De rechthoekige omtrek van de Koningsboomgaard van Frederik V van de Palts, later de Winterkoning / Koning van Bohemen, is nog vaag te herkennen op bovenstaande Google Earth-detailfoto van een deel van de uiterwaard (tegenwoordig Palmerswaard genoemd, naar de familie Palmers, die eind 17de eeuw eigenaar werd van deze uiterwaard) ten zuiden van de Utrechtse weg en ten westen van de Veerweg in Rhenen. Ten oosten van deze Veerweg, die loopt van de Westpoort in Rhenen naar de Rijn (onder) is ook heel duidelijk de Cunera-toren en de Cunera-kerk zichtbaar. Op het terrein tussen Cunerakerk en Veerweg, nu grotendeels bebouwd, lag het Koningshuis, dat in 1812 met omliggende gronden is verkocht en afgebroken. De Gemeente Rhenen heeft lang plannen gekoesterd de Palmerswaard (incl. de Koningsboomgaard) als jachthaven te gaan exploiteren. Cultuurhistorisch gezien was dit natuurlijk geen goed idee. Het plan is afgeblazen en nu ontwikkelt St. Utrechts Landschap haar visie. Zij beschouwen de Palmerswaard als een onderdeel van project Noordoever Nederrijn en dit vormt een essentiële ecologische schakel tussen de Blauwe Kamer en de uiterwaarden bij Elst en Amerongen. Bovendien liggen er mogelijkheden om de ecologische verbindingen tussen de uiterwaarden en de Heuvelrug te herstellen. Het toekomstige beheer van de Palmerswaard is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Zo moet onder andere bekeken worden of er grote grazers (paarden en/of runderen) ingezet worden. Wel staat vast dat aan de natuur alle ruimte wordt gegeven om zichzelf verder te ontwikkelen. Wie weet lopen er straks Koninkspaarden op de Koningsboomgaard? CO.

De tuinen van de kleinzoon van Willem van Oranje ( II Het Koningshuis te Rhenen)

Nedrhenenkoningshuisjandebeijer1748museu_1

J. de Beijer, 1748. Tekening van het Koningshuis. Museum Het Rondeel, Rhenen.

Koning Frederik I vluchtte dus met zijn vrouw Elisabeth Stuart in 1620 vanuit Bohemen naar de Republiek der 7 Verenigde Nederlanden en kwam in 1621 in Den Haag aan. De eerste jaren woonden zij xe2x80x99s winters in Den Haag en xe2x80x99s zomers in Paleis Honselersdijk, maar later lieten zij als zomerpaleis het xe2x80x98Koningshuisxe2x80x99 in Rhenen bouwen, op de plaats van het Agnietenconvent. Dit paleis is gebouwd in 1630 /1631 door de Haagse stadsarchitect Batholomeus van Bassen (1590-1652). 

      

Nedrhenenpaleischvonbonn1748bullknobiv_4Plattegrond van de gronden van het Koningshuis, get. door C. H. von Bonn, 1748. Bull. KNOB. JG. IV.

In 1631 werden de voormalige kloostertuinen geslecht. Helaas is er geen document bewaard gebleven met de indeling van de tuinen uit de jaren xe2x80x9930 van de 17de eeuw. Wel kennen we een plattegrondtekening van C.H.von Bonn, uit 1748, waarop de ligging van paleis en tuinen duidelijk is waar te nemen (zuiden boven). We zien een zwarte terug-gekantelde xe2x80x9cExe2x80x9d, welke de plattegrond van het paleis voorstelt. Ten noorden en zuiden van het huis liggen resp.de ommuurde voorhof en achterhof. Achter deze laatste hof en nog binnen de stadmuur ligt de voormalige kloosterbegraafplaats, daarachter de stadsgracht (met brug), de stadswal en vervolgens de uiterwaard (Koningswei) en de Rijn. De voorhof en de achterhof liggen in elkaars verlengde en zijn georiënteerd langs een middenas van symmetrie, die ook het paleis in twee gelijke delen verdeelt. Zowel de voorhof als de achterhof zijn via een poort toegankelijk. De Cunerakerk ligt ten zuidoosten van het paleis; ten westen er van ligt binnen de paleismuren, een grote kruiswijs verdeelde tuin (vrij op het westen), waarschijnlijk al vanaf 1631 de moestuin. De ordening van dit complex met paleis, voor- en achterhof en direct opzij uitgestrekte moestuinen, geeft een duidelijke overgang in stijl te zien, van renaissance-aanleg naar Hollands classicistische tuinarchitectuur. Mogelijk was een van de hoven ook nog versierd met parterres. De grote omwalde, omgrachte en omsingelde boomgaard annex nutstuin, staat in 1828 bekend als xe2x80x9cKoningsboomgaardxe2x80x9d, o.a. beplant met wilgen (wilgentenen-cultuur). De tekening doet vermoeden dat het (2/5de) zuidelijke deel is beplant met bomen en dat het (3/5de) noordelijke deel mogelijk wordt ingenomen door klein fruit (bessen), omringd door laag geënt fruit (xe2x80x9cnaantjesxe2x80x9d) langs de randen van de vakken. Het totale terrein is verdeeld in de Vitruviaanse / Hollands classicistische verhouding 2:3, en de acht deeltuinen zijn gerangschikt langs een middenas van symmetrie. Het ziet er naar uit dat Frederik (en architect Van Bassen) bij het ontwerpen van deze tuin de plattegrond van Honselersdijk voor ogen heeft gehad. De omtrek van de Koningsboomgaard is op Google Earth nog duidelijk te onderscheiden. CO.

Lit. H. P. Deys. Frederik V van de Palts en zijn bezittingen in Rhenen. Oud Rhenen: tijdschrift voor de historie van Rhenen. Jg.16, mei 1997, no.2.

De tuinen van de kleinzoon van Willem van Oranje ( I Hortus Palatinus).

Elisabeth Waller stuurde onlangs een interessant artikel op uit Die Zeit nr. 50, dd. 6 december 2007. (http://www.zeit.de/2007/50/Heidelberg-Schloss). Daarin staat te lezen dat reconstructie van de renaissance-tuin rond Schloss Heidelberg serieus overwogen wordt en op dit moment ter discussie staat. Hans-Joachim Wessendorf heeft met zijn mede-standers een stichting opgericht (http://www.stiftung-hortus-palatinus.de), om zijn doel, de heraamleg van de Hortus Palatinus te verwezenlijken. Op de website van deze stichting wordt de geschiedenis van de tuinen in het kort behandeld en ook vele vragen worden hier aan de orde gesteld. De belangrijkste vraag luidt: xe2x80x9cWerden Bäume gefällt?xe2x80x9d en het antwoord luidt: xe2x80x9dEs gibt auf dem Schlossareal ca. 750 Bäume. Einige wenige Bäume sollen entfernt werden, wenn sie z. B. bereits geschädigt sind oder um eine Blickachse freizumachen.. Alle wichtigen, schönen Bäume bleiben erhalten und werden in den Garten integriert (auch die Turner-Eiche).xe2x80x9d Dat integreren lijkt meer een droom dan werkelijkheid. Zie de foto van de hedendaagse situatie hieronder. Misschien is het een goed idee (denk aan 2008 Cascade-Jaar van actie en reactie) als Cascade-vrienden op deze website ook eens enige kritische opmerkingen zouden plaatsen c.q. vragen zouden stellen. In ieder geval kunnen we hier wel constateren dat in Nederland een dergelijke operatie waarschijnlijk niet (meer) mogelijk zou zijn.

Duheidelberghortuspalatinus  Duheidelberghortuspalatinuszelfdeorienta_3

Waarom is dit project voor Cascade-vrienden nu interessant? De Hortus Palatinus valt onder onze Cascade-doelstelling (stimulering van de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur in Nederland en in gebieden die onder Nederlandse invloed hebben gestaan). We zouden kunnen zeggen dat dit laatste het geval is want de opdrachtgever is namelijk de kleinzoon van Willem van Oranje, Keurvorst Frederik (V) van de Palts, die als teken van liefde voor zijn vrouw Elisabeth Stuart deze tuinen heeft laten aanleggen. In 1615 droeg hij aan de Franse architect Salomon de Caus de aanbesteding op. De Caus woonde vanaf 1590 in London en werkte daar aan vele opdrachten voor het Engelse koningshuis. Naast Nederlandse invloeden heeft de Hortus Palatinus ook zeker Italiaanse, Franse, Duitse en Engelse invloeden ondergaan. In 1619, tijdens de uitvoering, in het begin van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), werd de protestante Frederik tot koning van Bohemen gekozen en in 1620 door de rooms-katholieken verjaagd. Slechts één winter is hij koning geweest. Dit bezorgde hem de naam xe2x80x98Winterkoningxe2x80x99. De tuinen in Heidelberg zijn nooit helemaal volgens het plan van De Caus voltooid. Frederik en zijn vrouw Elisabeth zijn namelijk naar Nederland gevlucht en lieten in Rhenen een nieuw paleis bouwen met bijbehorende tuinen. Wordt vervolgd op volgende weblog. CO.

Lit. Salomon de Caus. Hortus Palatinus. Heidelberg, 1620. Digitale uitgave: http://digi.ub.uni-heidelberg.de/diglit/metzger1829.