Het Loo: September Tuinmaand (2)

Zie eerdere weblog van 30 juli. Aanvullend de volgende details:
Willem Zieleman houdt iedere dinsdagochtend in september, vanaf 11.00 uur, een lezing over ‘Historie van de tuin en de grootscheepse renovatie’.
Renske Ek spreekt iedere dinsdagmiddag, vanaf 13.30 uur, over ‘Power, planten & passie in de 17e eeuw, het plantennetwerk rond Willem III & Mary Stuart II’.

Plantafstanden, wat als de maateenheid geen roeden en voeten, maar meters was geweest


Hoedanig men in het vierkant plant? Uit Beschouwende en werkdadige hovenier-konst (1753), Johann Hermann Knoop

Ik weet niet goed wat ik wil zeggen, hoe het te zeggen, waarom ik het wil zeggen en wat ik er mee wil zeggen. Onduidelijk? Zeker te weten. Volgt een vluchtige zinloze gedachte? Mogelijk.

De titel geeft het veld al aan: plantafstanden. Zie ook eerdere berichten en reacties op onze weblog: 11 nov 2015, 18 juli 2015, 6 jan 2014.

Historische plantafstanden (zeg voor 1820) waren in voeten of roeden, en dan neem ik voor het gemak even de Rijnlandse Roede en laat ik al die anderen en de onderlinge verschillen even achterwege. Laten voor het gemak een plantafstand van 1 roede = 12 voeten = 3,767 meter nemen, en dan noemen we dit ‘standaard’ plantafstand. In meters roept dat aantal cijfers achter de komma roept iets op van dat kan niet, dat doe je niet. Stel je constateert dat een laan een plantafstand van 12 voeten had. Kan iemand zo’n laan herstellen en de bomen op 3,767 m zetten? Lijkt me niet. Ergens botst dat ‘oude’ afgeronde met gemak te gebruiken getal in voeten/roeden met de haast onmogelijke nauwkeurigheid in de ‘nieuwe’ eenheid meters. Terwijl beide tegelijkertijd voor hetzelfde staan. Stel er was nooit sprake geweest van roeden en voeten, maar direct van meters, zou er dan ooit een ‘standaard’ plantafstand van 3,767 m zijn geweest? Denk het niet. Als je bovenstaande doortrekt naar het ontwerp, naar de ontwerptekening, dan doet de maateenheid er waarschijnlijk minder toe. Het gaat dan meer om verhoudingen; 1-2, 3-4 enz.

Wat wil ik hier nu mee zeggen? Dat weet ik eigenlijk niet, heb alleen iets van het ‘schuurt’.

Tot nu gaat het eigenlijk alleen maar over het ideale plaatje, over de ‘standaard’, maar er is ook nog zoiets als het ‘gegevene’, het terrein, met zijn mogelijkheden, beperkingen en onmogelijkheden. En dan kom je tot afwijkingen ten opzichte van de ‘standaard’, of positiever gezegd tot iets als ‘verdeling met benadering van de standaard’. Johann Hermann Knoop geeft een voorbeeld in zijn Beschouwende en werkdadige hovenier-konst (1753). Bij een laan dient eerst de plaats van de eerste (A) en de laatste boom (B) bepaald te worden. De distantie tussen beiden dient vervolgens gemeten te worden: ‘Ik stel B.V. dat de lengte AB 132 voeten was, en dat de bomen circa 16 voeten van malkander sullen staan, dan segt per divisie 16 in de 132 hoeveel maal? Komt 8. Distantie tussen A en B, dat is dat ‘er 9 bomen in die rey komen; maar daar schieten van de 132 voeten 4 voeten over, welk aantoont, dat de bomen iets meer als op 16 voeten afstand moeten gesteld worden, als ’t juist in B sal uitkomen; derhalven om de juiste afstand te vinden, so divideer ik de 132 voeten door de voorheen gevondene 8, so komt 16½ voeten voor de juiste distantie tusschen de bomen.’

En bij herhaling: Wat wil ik hier nu mee zeggen? Dat weet ik eigenlijk niet. Ik wilde in ieder geval dat voor mij ‘schurende’ van 1 roede enerzijds en 3,767 meter anderzijds even benoemen.
Jan Holwerda


Uitsnede van kaart van een langwerpig perceel, met de lengte van beide lange zijden en het aantal bomen (1664).

Brochure Historische hertenkampen


[Blik op paviljoen Welgelegen vanaf de Hertenkamp, vanuit Z.] (ca. 1840), Johannes Reekers
Bron:geheugen.nl

Historische hertenkampen, een nieuwe brochure van de RCE, gaat over de  achtergronden van hertenkampen. Sinds wanneer bestaan ze? Hoe ziet de historische omheining eruit? En hoe zit het met de hertenhuisjes? Hertenkampen vormen waardevolle stukken historisch groen, waar veel bezoekers een aangename tijd doorbrengen. Ze worden echter steeds vaker door bezuinigingen in hun voortbestaan bedreigd.

De inhoud van de brochure is van de hand van Ben Kooij die al meer over hertenkampen publiceerde en veel meer materiaal zal hebben. De brochure kietelt vooral ook de nieuwsgierigheid naar meer oud materiaal, in woord en beeld. Alternatief is het aflopen van een aantal beeldbanken en zoeken met het woord hertenkamp, ansichtkaarten en foto’s te over.

RCE, Historische hertenkampen, zie hier (2016) en online geactualiseerd, zie hier (t/m 2022).
Ben Kooij, Monumentale hertenkampen in Nederland : pedagogisch verantwoord, Monumenten 28 (2007) nr 9, p. 16-19
Ben Kooij, Een onderdeel van het aardse paradijs : een eerste verkenning van de ontwikkeling en verspreiding van hertenkampen in Nederland, Historisch Geografisch Tijdschrift 32 (2014) nr 2, p. 89-103


Hertenkamp Driebergen  Bron: donderberg.nl

Tentoonstelling over hortulanus Witte

INGEZONDEN
Vanaf afgelopen vrijdag tot en met vrijdag 3 november 2016 is in de Oude UB aan het Rapenburg in Leiden een kleine tentoonstelling te zien over een onbekende maar bijzondere man: Heinrich Witte. Witte was van 1855 tot 1898 hortulanus in de Hortus botanicus Leiden. Dit betekende dat hij meer dan veertig jaar verantwoordelijk was voor het dagelijks reilen en zeilen van de tuinen en kassen.

De tentoonstelling in de Oude UB staat in het teken van Witte en zijn hortulanusschap in Leiden. In de opstelling is een selectie te zien van boeken en foto’s van en over Witte, afkomstig uit de verzameling van Daan Smit en van de Hortus botanicus Leiden. Het wordt gecompleteerd met een kleine opstelling van kunstenares Jops Jacobs en werk gemaakt door leden van de Nederlandse vereniging van Botanisch kunstenaars. Bezoekers kunnen iedere werkdag van 8.00-18.00 uur gratis de Oude UB bezoeken.


Gezicht op de Victoria Regia Kas in de Hortus Botanicus
Bron: Erfgoed Leiden en omstreken

Weet iemand nog maliebanen in Nederland?

Maliebaan van Leiden, aan de (huidige) Trekvliet (1788), Jacob Timmermans
Bron: Erfgoed Leiden en omstreken

Samen met een Duitse collega werk ik aan een artikel over maliebanen. De bekendste zijn de vier openbare maliebanen die in de eerste helft van de zeventiende eeuw zijn aangelegd in Den Haag (1609), Utrecht (1637), Leiden (in 1637 verplaatst) en Amsterdam (1651).

Het aantal aangelegde particuliere banen is onbekend. Tot nu toe vonden we in literatuur de volgende:
– Arcen (nabij de kasteeltuin),
– Breda (1618 of 1620),
– Het Loo, Apeldoorn
– Groenlo
– Loon op Zand (Witte Kasteel, 1719 of eerder)
– Ameide: de huidige Paramasiebaan heette in 1822 (kadaster): Palmaribaan.
Is iemand nog andere tegengekomen? Graag reacties naar j.renes@uu.nl
Hans Renes

Maliebaan te Utrecht (1660), Herman Saftleven  Bron: www.colf-kolf.nl

Symposium Buitenplaatsbezoekers in de 18e en 19e eeuw


INGEZONDEN
Symposium Buitenplaatsbezoekers in de achttiende en negentiende eeuw
Oranjerie Kasteel Twickel, Delden
vrijdag 30 september 2016, 10.00-17.00

In samenwerking met de Stichting Twickel organiseert de Stichting Werkgroep Adelsgeschiedenis een symposium over buitenplaatsbezoekers in historisch perspectief. Vandaag de dag zijn buitenplaatsen een populaire bestemming voor een cultureel dagje uit. Deze traditie gaat veel verder terug dan 2012, het Jaar van de Buitenplaats. In de achttiende en negentiende eeuw waren buitenplaatsen geliefd onder hooggeplaatste heren en dames op reis. Velen beschreven hun ervaringen in dagboeken en reisverslagen. Met behulp van deze en andere bronnen kunnen we interessante vragen beantwoorden. Wat was de aantrekkingskracht van buitenplaatsen? Hoe gingen buitenplaatsbewoners om met bezoekers? Hoe ontwikkelde zich de interesse in de buitenplaats? En wat was de invloed van bezoeken aan buitenlandse buitenplaatsen op de Nederlandse buitenplaatscultuur?

Tijdens het symposium presenteren verschillende sprekers hun onderzoek. Daarenboven wordt een toelichting gegeven op actuele ontwikkelingen op en rond Kasteel Twickel. Aansluitend krijgen deelnemers de mogelijkheid om zelfstandig of onder leiding van een deskundige gids het park van Twickel te bezoeken. Inbegrepen zijn een verzorgde lunch, twee momenten voor koffie of thee en een afsluitende borrel.

Meer details over programma, kosten, aanmelden en route vindt u op www.adelsgeschiedenis.nl.

Presentatie van de studie over tuinarchitect John Bergmans

OVERGENOMEN

Presentatie onderzoeksresultaten op locatie
John Bergmans (1892-1980) was een belangrijk tuinarchitect voor de Noord-Brabantse en Zuid-Limburgse industriëlen tussen 1925 en 1975. Hij ontwierp voor hen tuinen, botanische tuinen, openluchttheaters en recreatieparken. Hij is ook van eminent belang geweest voor de nomenclatuur van de vaste plant, in de tijd dat de vaste plantenborder in Nederland geïntroduceerd werd.

Op 4 november presenteren de auteurs van de NTs-studie over tuinarchitect John Bergmans (1892-1980), Johanna Karssen en Marianne van Lidth de Jeude hun resultaten ‘op locatie’. In een gezamenlijke lezing gaan zij in op de betekenis van Bergmans voor de Nederlandse tuinarchitectuur en voor het beeld van Noord-Brabant en Zuid-Limburg. Voorafgaand daaraan belicht de Oisterwijkse historicus en publicist Ad van den Oord het toeristische dorp Oisterwijk in de beginjaren van Bergmans.
Aansluitend is er een wandelexcursie langs een aantal projecten van Bergmans in de nabije omgeving.

Datum: 4 november 2016, vanaf 11:30
Start locatie: Gemullehoekenweg 147A, 5062 SB Oisterwijk
Voor programmadetails en aanmelding, zie tuinenstichting.nl

De monografie over de tuinarchitect John Bergmans zal in 2017 bij BONAS (Stichting Documentatie en Oeuvrelijsten van Nederlandse Architecten en Stedenbouwkundigen) gepubliceerd worden.

Leyduinse waterval door de eeuwen heen


Waterval bij Leyduin (1816), Pieter Bouman  Bron: ilibrariana.wordpress.com

Aanleiding is het bericht van Hans Krol op zijn website Librariana, over o.a. een schilderij met de waterval van Leyduin, zie hier (en zie ook bij Carla O. die dit bericht ook zag, zie hier).

Moet het dan zo nodig ook nog een keer op deze website? Ach met de onderstaande plaatjes erbij krijg je een beeld door de tijd. Mag dat dan maar de toevoeging zijn.

De cascade was in feite een sluisje, bij openstelling ontstond een waterval.
Jan Holwerda


Gezigt in de hofstede Leiduin (ca. 1840) , P.J. Lutgers  Bron: Noord-Hollands Archief


De waterval van Leyduin (1870) Cornelius Ekama Bron: Noord-Hollands Archief


Herinnering aan Leyduin (1895)  Bron: Noord-Hollands Archief


Koepeltje met waterval (ca. 1900)  Bron: Noord-Hollands Archief


Het sluisje / de waterval na restauratie (2015)  Bron: twitter Boswachter Ron Dam