Slavernijverleden in Arnhem & Gelderland, en buitenplaatsen

(OVERGENOMEN)
De meeste Arnhemse parken zijn deels betaald met geld uit de slavenhandel. Het Arnhemse stadsbestuur is medeverantwoordelijk voor het koloniale handelssysteem en de slavernij. En vele Arnhemse families en de stad als geheel hebben er financieel van geprofiteerd.
Erfgoed Gelderland is in opdracht van de gemeente Arnhem zo’n anderhalf jaar bezig geweest met het onderzoek. De focus voor dit onderzoek lag op de geschiedenis van slavernijverleden in Arnhem in de koloniale periode (1600-1900). Daarvoor deden zij uitgebreid historisch onderzoek in archieven en (museum)collecties en interviewden zijn mensen met een connectie met dit verleden. Het rapport van bijna 300 pagina’s geeft een zo compleet mogelijk beeld van de sporen van het Arnhems slavernijverleden.

Download Sporen van Slavernijverleden in Arnhem (2023)

Eerder was er het het project Sporen van Slavernijverleden in Gelderland. Binnen dit project is onderzoek gedaan naar mensen, plaatsen, gebeurtenissen, huizen en kastelen die verband hebben met het slavernijverleden. Ook dit resulteerde een de publicatie.

Download Sporen van Slavernijverleden in Gelderland (2022/2023)

De archieven van de Fraeylemaborg


Frayelemaborg (ca. 1800), anon

Frayelemaborg (1802 met potlood genoteerd), anon.

Wie heeft er met meer of minder zekerheid gewerkt aan of op Fraeylemaborg te Slochteren? Aan de geometrische aanleg hangt geen naam of het was misschien toenmalig eigenaar Henric Piccardt zelf. Daarna volgen mogelijk G.A. Michael of J.D. Zocher sr of G.A. Blum, met zekerheid G.A. Blum en L.P. Roodbaard. Verschillende onderzoeken aangaande de (tuin)historische ontwikkeling van Fraeylemaborg noemen de handicap dat het huisarchief ten tijde van het onderzoek niet toegankelijk was.
Daarin komt nu verandering. Op 28 februari 2024 heeft de familie toestemming gegeven om de historische informatie openbaar te maken: van brieven, aktes en notariële stukken tot kaarten, tekeningen en foto’s. Naar verwachting zijn de stukken eind mei te raadplegen voor publiek. De archieven zijn al geïnventariseerd en beschreven. Heel benieuwd wat er naar voren gaat komen… Lees vooral ook even het nieuwsbericht.
Jan Holwerda


Fraeylemaborg (ca 1805), G.A. Blum (ondersteboven omwille van vergelijken)


Fraeylemaborg (ca 1840), L.P. Roodbaard

Stationsplein Baarn (1874) – H. Copijn


Stationsplein te Baarn (1874), H. Copijn (Bron: Het Utrechts Archief) Noorden onder.

In het dikke Copijn boek staat op p. 60 een plan voor villapark Amaliapark te Baarn (ca. 1873). Aan de linkerzijde staat het station ingetekend met tussen spoor en villapark een ‘groene invulling’. In de beeldbank van Het Utrechts Archief zie ik nu net een scan (klik hier) van een naar het lijkt tweede meer gedetailleerd ontwerp voor dat ’tussenterrein’. Ook van de hand van Hendrik Copijn, uit 1874. Een tekening uit de archieven van de NS. Mooi dat de voortgaande digitalisering steeds nieuwe aanvullingen brengt…
Jan Holwerda


Station, stationsplein en omgeving te Baarn (1925-1930) (Bron: Het Utrechts Archief)

Uit Waardestelling station Baarn (2017), SteenhuisMeurs: Niet alleen de opzet van het eerste villapark van Baarn, het Amaliapark, werd door de bekende tuin- en landschapsarchitect Hendrik Copijn ontworpen, ook het plantsoen direct voor het station was van zijn hand. Op initiatief van Prins Hendrik werd het plantsoen aangelegd als visitekaartje voor Baarn – en voor zijn net aangelegde villapark. Het ontwerp uit 1874 laat een landschappelijke aanleg zien, met daarin ingetekend zichtlijnen van en naar het station, alsof het hier de monumentale tuinaanleg van een belangrijke villa betrof. Het werd niet exact volgens deze tekening uitgevoerd. Als afsluiting van het plantsoen werd een groot en rijk uitgevoerd hek opgericht. De ‘Gids voor ’t Gooi en Baarn’ van omstreeks 1896 meldde: ‘Zelden zal men in enige plaats komen, waar men onmiddellijk bij de intrede zulk een indruk van grootsheid krijgt, als in Baarn (…) Onmiddellijk vóór het station strekt zich het Amaliapark uit, met een grootsen weelderigen aanleg en een fraai ijzeren hek’. Het hek werd ontworpen door architect N. Redeker Bisdom en is inmiddels een rijksmoment. Boven de groene toegangspoort staat de tekst ‘Amalia-park’, met daarboven in het krulwerk een gekroond medaillon met de initialen ‘A’ en ‘H’, de voorletters van respectivelijk Amalia en Hendrik. Naast het monogram en de kroon is in het midden van het hek een cartouche met het jaartal ‘1873’ aangebracht.

Kaalslag


Afbraak van Ter Coulster (1788, Heiloo) (Bron: Regionaal Archief Alkmaar)

Frederik Kaal (1733-1790) is de meest bekende ‘buitenplaatssloper’ uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Frederik was echter maar een van de vele aannemers die tussen grofweg 1760 en 1820 betrokken waren bij de grootschalige afbraakgolf van buitenplaatsen in de wijde regio van Amsterdam en elders. In mijn proefschrift Boeren op de buitenplaats uit 2022 werd een lans gebroken voor meer onderzoek naar die periode, het fenomeen afbraak, de manier waarop dat ging en hoe men dat beleefde. Daarom wordt er nu door mij gewerkt aan een biografie over het leven, werk en netwerk van Frederik Kaal onder de werktitel ‘Kaalslag’. De bedoeling is dat dit begin 2025 leidt tot een publicatie in boekvorm.

Het blijkt goed mogelijk om de ruim veertig projecten van Frederik te reconstrueren. Omdat zijn projecten echter maar de top van een veel grotere ijsberg zijn ben ik ook op zoek naar bronnen die inzicht geven in andere sloopprojecten van buitenplaatsen uit dezelfde periode (ca 1760-1820). Denk daarbij aan veilingcatalogi van bouwmaterialen, tuinornamenten en beplanting. Brieven, dagboeken of andere ego-documenten waarin wordt geschreven hoe die afbraakgolf werd beleefd. En alle andere bronnen die inzicht kunnen geven hoe het afbraakproces in zijn werk ging. Hulp van anderen wordt zeer op prijs gesteld. Heeft u een tip, een bron of een goed voorbeeld? Neem dan contact met mij op via info@tijdlaag.nl. Samen kleuren we zo dit intrigerende facet van de West-Nederlandse buitenplaatscultuur in.
Gerrit van Oosterom