Koninklijke onderscheiding Piet Oudolf


Piet Oudolf, burgemeester Marianne Besselink en Anja Oudolf. Foto Margot Tegelberg

Afgelopen zaterdag 27 oktober was de laatste dag dat de privétuin van Piet Oudolf geopend was. Die dag is de internationaal bekende tuin- en landschapsontwerper Piet Oudolf (74) uit Hummelo koninklijk onderscheiden door burgemeester Marianne Besselink. Hij werd Officier in de Orde van Oranje Nassau.  De familie had ervoor gekozen om geen ruchtbaarheid aan de onderscheiding te geven, maar een bezoeker heeft toch even een kiekje geschoten.

Oudolf hoort met vakgenoten Ton Terlinden en Henk Gerritsen tot de aanjagers van een nieuwe richting in tuinontwerp, die wel The Dutch Wave genoemd wordt. Uitgaande van de mogelijkheden van de plek worden weelderige werelden gecreëerd met vaste planten en grassen die in natuurlijke gemeenschappen met elkaar leven.
Oudolf brak in 1996 internationaal door met het ontwerp van het Dream Park in het Zweede Enköping. Daarna vestigde hij zijn naam in Groot-Brittannië, het mekka van de aangelegde tuin. In New York ontwierp hij de Gardens of Remembrance, een parkachtig gebied waar slachtoffers en nabestaanden van de aanslagen op 11 september 2001 jaarlijks bijeenkomen.

Wereldwijd zijn zijn creaties te vinden. Tuinen die voor een bezoek wat dichter in de buurt liggen zijn de ingang van de botanische tuin van De Uithof in Utrecht, de Vlinderhof in Leidsche Rijn in Vleuten-De Meer (2014) en de tuinen rond het museum Voorlinden (2016).

Zie ook dit wat langere artikel.

Gebouwd in het groen

(OVERGENOMEN)

Staatsbosbeheer geniet bij menigeen vooral bekendheid om de prachtige bos- en natuurgebieden waar miljoenen mensen jaar in jaar uit van genieten. Minder in het oog springt zijn rol als vooraanstaande beheerder van rijksmonumenten. Sinds haar oprichting in 1899 verwierf de organisatie er ruim 800. Het betreft een brede collectie met o.a. buitenplaatsen, kastelen en forten, hunebedden, oude spoorbruggen en historische tuinen.
Monumenten zijn onlosmakelijk verbonden met de gebieden waarin zij staan. De opvallende iconen en hun doorgaans groene omgeving vertellen over mensen en de geschiedenis van de streek. Monumenten in hun natuurlijke of landschappelijke context geven betekenis aan de plek en maken verborgen culturele waarden zichtbaar.
In Gebouwd in het groen, uitgebracht in samenwerking met MONUMENTAAL, presenteert Staatsbosbeheer een proeve van zijn monumentale bezit. Groen en rood erfgoed, gegroeid en gebouwd. De verrassende staalkaart moedigt eenieder aan erop uit te trekken.

Marcel van Ool, Gebouwd in het groen, € 18,95 + € 6,85 als bijdrage in verpakkings- en verzendkosten.
Te bestellen via www.monumentaal.com of door een mail te sturen naar info@monumentaal.com. Verzending volgt na overmaken op IBAN NL 70 RABO 0149 4457 25 met vermelding ‘Gebouwd in het groen’.

Wat doet je vader?


Ontwerp voor Keizer Karelplein (Nijmegen, 1883), Lieven Rosseels  Bron: Regionaal Archief Nijmegen

Met Nijmegen om de hoek is de Belgische tuinarchitect Pierre Livin (Liévin of Lieven) Rosseels (1843-1921) mij niet onbekend. Vanaf 1880 maakte hij ontwerpen voor o.a. Kronenburgerpark, Het Valkhof, Hunerpark en Keizer Karelplein. In Delpher was ik wat naar hem aan het zoeken en dat kom je ongemerkt bij iets als hoe werd hij nou aangeduid? Of anders gezegd, als je zijn kinderen had gevraagd ‘Wat doet je vader?’, wat zouden zij dan hebben geantwoord?

In veel krantenartikeltjes is het gewoon de heer Rosseels: ‘plan [voor Keizer Karelplein] van den Belgischen deskundige, den heer Rosseels’, ‘De vermaarde wandelplaats Het Valkhof alhier heeft door de vaardige hand van den heer Rosseels uit Leuven een geheel ander aanzien gekregen’ en uitbreiding van Hunerpark te Nijmegen met ‘een door den heer L. Rosseels te Luik opgemaakt plan’.


Detail uit voorgaand ontwerp, met het hart van de rotonde.

Mooier zijn de stukjes met meer dan dat alleen:
– vergroting van het stedelijk park te Maastricht ‘onder de bekwame leiding van den heer Rosseels, architect-paysagiste‘;
– uitbreiding van Kronenburgerpark met terrein van de ‘Polmolen, in de wandeling meer bekend als molen van Sans-Souci, … naar de plannen van den heer Rosseels, tuinbouwkundige te Leuven’;
– Rosseels was jurylid bij de prijsvraag betreffende park Den Oorsprong te Utrecht, daar staat hij aangeduid met ‘parkarchitect‘;
– ten tijde van de aanzet van plannen voor Wilhelminapark te Venlo is de gemeenteraad ‘verwezen naar eene specialiteit voor het aanleggen van villa-parken, nl. den heer Rosseels te Leuven.’;
– ‘de parkaanlegger Rosseels’ [betrekking hebbend op Wilhelminapark te Venlo] en later ook in het Nijmeegse aldus aangeduid;
– uitbreiding van ‘de bekende wandelplaats Het Valkhof naar het plan van den Leuvenschen ingenieur Rosseels;
– bij discussies over de locatie van het Baronie- of Nassaumonument in Valkenberg te Breda werd ‘… geadviseerd, om den heer Rosseels, den ontwerper van het Valkenberg, te hooren.’


Tilburgse courant 10 oktober 1914.

En zijn kinderen? Zoon Lievin Gustave Rosseels duikt later op als tuinarchitect in Maastricht. En dan is er nog bovenstaande advertentie uit oktober 1914. WO I is net enige maanden aan de gang, in augustus 1914 was er de Slag om Leuven, Nederland werd overstroomd door Belgische vluchtelingen en ene Lievin Rosseels was op zoek naar zijn zonen Leon (Lievin Gustave?) en Louis…
Jan Holwerda

De 500 Rijksten van de Republiek

In zijn nieuwe studie De 500 Rijksten van de Republiek bouwt Zandvliet voort op zijn eerdere werk De 250 rijksten van de Gouden Eeuw (2006). In dit voorgaande boek werd het bezit van buitenplaatsen e.d. ook naar voren gebracht, daarom ook deze signalering (enne kort door de bocht: zonder geld geen ‘groen’).

(OVERGENOMEN)
Maak kennis met de rijkste personen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Ontmoet Hans Willem Bentinck edelman, hoveling, diplomaat of Abraham Velters koopman en assuradeur, Nicolaas Witsen wetenschapper, scheepsbouwkundige, schrijver, graveur, mecenas, diplomaat en regent, weduwe Elisabeth Coymans, Guillelmo Bartolotti koopman en bankier of Henry Hope II bankier en verreweg de rijksten van allemaal: de Oranjes. Willem III en Willem V. De 500 rijksten, is het blootleggen van het netwerk van geld, macht, geloof en erfgoed tussen de families, steden, gewesten en de wereld overzee. Circa 45 procent van de grootverdieners woonde in Amsterdam. Maar het gaat niet alleen om rijkste personen van de Republiek, maar ook die van de Nederlandse gebieden in Amerika, Afrika en Azië. Dit groepsportret van de 500 rijksten geeft daarom een scherper beeld van de interstedelijke netwerken, binnen de Republiek, in Europa en wereldwijd: netwerken die zich voor een deel onttrekken aan het beeld dat wij traditioneel hebben door de ogen van nationale, gewestelijke of lokale geschiedenis.
Het boek schetst een beeld van het vergaren en behouden van macht en rijkdom. De 500 rijksten bezaten tussen 200.000 en 33 miljoen gulden aan vermogen. Dat is in 2018 vergelijkbaar met 20 miljoen tot 3,3 miljard euro. Allerlei rijken komen aan bod. Gezamenlijk vormen zij de elite van toen: al dan niet van adel, al dan niet gereformeerd, al dan niet in de Republiek wonend of in Europese havensteden en overzee. De rijksten regisseerden de Nederlandse cultuur en wetenschap. Velen van hen werden rijk door de handel. Gereformeerde kooplieden-regenten koesterden een imago van vrijheidszin en burgerlijkheid – en dat imago wordt ook vandaag graag benadrukt – maar vormden tegelijkertijd een vrij gesloten oligarchie. Zij bezetten machtsposities in hun eigen stad en bewogen zich van daaruit – via strategische huwelijken en in het spel om politieke macht – op gewestelijk, landelijk en internationaal niveau. Hun gedrag en cultuur vertoonde al snel adellijke trekjes. Bij de revoluties aan het eind van de 18de eeuw keerde de burgerij zich tegen de Oranjes en de adel maar ook tegen de gesloten regentenstand. Toch bleef tussen 1600 en 1800 de grens tussen oude en nieuwe rijken poreus. Nieuwe, ondernemende rijken dienden zich telkens aan en zij konden toetreden tot de kring van machtigen als zij de gereformeerde religie omarmden. Ook niet-gereformeerden konden maatschappelijk en financieel slagen. Het aantal en de invloed van rijke andersgelovigen neemt in de 18de eeuw zelfs toe. Veel van die nieuwe rijken lijken door hun kosmopolitische levenswandel en netwerk op de expats van nu.
Dit boek valt uiteen in twee delen. In het eerste wordt geanalyseerd hoe de rijken rijk werden, hoe rijk ze waren in perspectief tot het buitenland, welke geloven deze rijken aanhingen, waar deze rijken woonden. In het tweede deel worden de 500 rijksten afzonderlijk onder loep genomen. 500 minibiografieën van de superrijken van de Republiek.

Kees Zandvliet, De 500 Rijksten van de Republiek. Rijkdom, geloof, macht en cultuur, Zutphen 2018, ISBN 9789462492769, tijdelijk € 99,00 / per 1 januari 2019 € 125,00, 480 p.

Werkconferentie Arcadian Landscapes, 2 nov 2018

Het Erfgoedcongres Arcadian Landscapes op 1 en 2 november gaat vanwege het geringe aantal aanmeldingen niét door. In overleg met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en alle deelnemende partijen wordt er nu een werkconferentie gehouden, op vrijdagochtend 2 november in Amersfoort. De deelname aan deze werkconferentie is gratis.

Werkconferentie Arcadian Landscapes
2 november 2018 van 9.00 tot 13.15 uur
RCE Amersfoort
Graag een bericht van aanmelding via info@lustwarande.eu.

Op deze werkconferentie verkennen we de mogelijkheden en de rol van het erfgoed van landgoederen, landgoederenlandschappen in relatie met het cultuurlandschap bij de majeure gebiedsopgaven waar we op dit moment voor staan. Denk hierbij aan de klimaatverandering, de wateropgaven, energietransitie, opvangen van krimp, verbeteren van het vestigingsklimaat en algemeen verbeteren van het leefklimaat. De werkconferentie is de opmaat naar een erfgoedcongres in 2019 met een aantal deelsessies die dan op locatie worden gehouden.

9.00 INLOOP met koffie en thee
9.30 Inleiding door de dagvoorzitter Johan Carel Bierens de Haan
Welkom Arjan de Zeeuw, directeur Kennis & Advies, RCE
Introductie Mirjam Blott, projectleider Europees Jaar Cultureel Erfgoed 2018
Aanleiding Bearn Bilker, voorzitter van de Stichting Noordelijke Lustwarande
9.50 De opgaven voor de Erfgoedorganisaties, Sylvo Thijsen, directeur Staatsbosbeheer
10.10 De toekomst voor de landgoederen en landgoederen landschappen in relatie met de cultuurlandschappen, Hans Renes, Netwerk Historisch Cultuurlandschap, hoogleraar erfgoedstudies VU
10.35 De onderzoeksagenda’s in relatie met de actuele opgaven (o.a. herbestemming), Fred Vogelzang, wetenschappelijk medewerker kennisplatform NKS
10.50 De rol van de Natuurmonumenten , Michiel Purmer, Specialist Cultuurhistorie en Landschap Natuurmonumenten

11.00 PAUZE, koffie en thee
11.20 Publieksthema’s voor de landgoederen en landgoederenlandschappen, Hanneke Ronnes, Platform Kastelen en Buitenplaatsen, buitengewoon hoogleraar Landgoederen en buitenplaatsen RUG
11.35 Drie praktijkvoorbeelden, pitch van 10 min, dilemma’s en uitdagingen
– Noordelijke Lustwarande, Els van der Laan, programmaleider Stichting Noordelijke Lustwarande (N0.0RDPEIL landschap.erfgoed)
– Gelders Arcadië, Paul Thissen, programmacoördinator Cultuur & Erfgoed (Provincie Gelderland)
– Innocastle Interreg Europe, Joep de Roo, projectleider Innocastle (Partner Eurodite)
12.05 Kansen aan de hand van de praktijkvoorbeelden, interactie met de aanwezigen door de dagvoorzitter
12.20 Erfgoedbeleid, Nota Belvedère, Visie Erfgoed en Ruimte en nu Erfgoed Telt. Het Rijks Erfgoedbeleid en de relatie met de grote opgaven waar we voor staan, Marlijn Baarveld, programmaleider Landschap, transformatie van het
landelijk gebied, RCE
12.35 Interview onder leiding van de dagvoorzitter met:
Arjan de Zeeuw RCE
Sylvo Thijsen SBB /FIM
Philip de Haseth Möller VPHB
Hans Renes Platform cultuurlandschappen/ VU
Hanneke Ronnes Platform Kastelen en Buitenplaatsen/ RUG

13.05 AFRONDING en vervolg door de dagvoorzitter
13.10 Voor wie wil, er kan in het restaurant van de RCE de lunch gebruikt worden, wel op eigen kosten!

Manuscriptkaart van de Haarlemmerhout (1755/56) gedigitaliseerd


Haarlemmerhout (1755/56), Jan van Varel Bron: Noord-Hollands Archief

Nog een keer dan, na de eerdere berichten van 14 aug en 16 aug.
Want de manuscriptkaart van de Haarlemmerhout van de hand van Jan van Varel uit 1755/56 is gedigitaliseerd en staat online. In drie delen, te weten de manuscriptkaart en twee bladen met voorstellingen van tuin- en visgereedschappen. Bladen van later datum die over de wapens waren geplakt en met de restauratie van 1984 zijn verwijderd. Mooie met online is inzoomen tot je niet verder kunt en ook nog downloaden (voor de hep). Na de download kun je op betreffend bestand nog verder inzoomen! Hoe fraai zijn ook de cartouches; linksonder om het cartouche schilder- en tekenbenodigdheden; rechtsonder om het cartouche landmetersinstrumenten.
Maar kijk vooral ook online, hier (pijltje -> in rechter menu geeft volgende blad)
Jan Holwerda

Soorten Landbewoonders (1766)

Zat te bladeren in De burger-boer, of land-edelman, zynde een beknopt zak-woordenboek van het buiten-leeven uit 1766 (met een eerste druk uit 1761) en las in de Voorreeden over de Soorten Landbewoonders. Heb daar even de landbewoonders die iets met tuinen van doen hebben uit gepikt (gewoon, leuk):

Architect, die de ontwerpen maakt en het opzicht heeft over het bouwen der huizen, aanleggen van plaatzen, tuin-cieraden &c. waar onder de timmerlieden, metzelaars, lootgieters, glaze-makers, smits, schilders &c. mede geteld worden.
Bosch, Plaats- en Tuin-Aanleggers, die dit tot eigen vermaak en voordeel, volgens de gemaakte ontwerpen, werkstellig doen maken en op hunne kosten uitvoeren.
Hovenier, die de bloem- en moes-tuinen schoon houd, ter behoorlyker tyd de aarde omspit, zaaid, de aardvruchten voortteeld, de boomen snoeid, de hagen scheerd, de grond mest&c.
Boom-Oueeker, die de boomen zaaid of uit stek en scheuten opqueekt, dezelve ent, en uit zyn enten ter markt brengt of verkoopt.
Landmeter, die de landen, welke verkogt of beplant staan te worden, afmeet, en in mergen, roeden &c. verdeeld.
Bloemist, of voortteeler en koopman in bloemen, oranje, citroen-boomen, en andere uitheemsche gewasschen.
Zaad-koper, die zaaden van allerhande zaai-bloemen en moeskruiden inkoopt en wederom verkoopt.
Waarmoesier, die zich toelegt op het voortteelen der moeskruiden, en dezelve na de markt zend en verkoopt.
Boomgaard-Pachter, die de vruchten van groote boomgaarden voor een zekere somme gelds , in pacht neemt, lopende de risico of het een vruchtbaar of onvruchtbaar jaar zyn zal; die dezelve op zyn kosten doet plukken en vervoeren; hier onder behoren de voorname fruitverkopers in de groote steden, welke accoord maken met de bezitters van groote hofsteden en tuinen, om alle de persiken, abricozen, meloenen, druiven en andere fyne vruchten, die de eigenaars en bezitters te veel hebben, tot een zekere prys te moeten aannemen.
Vogel-Queeker, die zich toelegt op de voortteeling van duiven, hoenders, eenden, ganzen, kalkoenen, faisanten, patryzen, hazen &c. die dezelve mest; canary en andere gevogelte aanqueekt en verkoopt.
Bezorger der Oranjeryen, die op groote hofsteden, alwaar oranjeryen, trek- en broeikassen zyn dezelve waarnemen; voor de voortteeling der ananassen zorgen, dat de kagchels ter behoorlyke tyd, volgens een gepaste graad van warmte gestookt, de gewassen op zyn tyd lucht gegeven, in de open lucht gezet en wederom weggesloten worden. Hiertoe behoren de zodanigen alwaar zy, die geene oranjeryen bezitten, hunne oranje, citroen, lauwrier-boomen en andere gewassen, welke geen koude konnen verdragen, in den herfst na toe zenden, om des winters daar voor te zorgen, en tegen de zomer, op nieuw hunne tuinen daar mede te vercieren.
Bezorger der Diergaarde, welke op zeer groote en aanzienlyke landhuizen der grooten, alwaar diergaarden zyn, aangesteld worden, om voor de daar in zich onthoudende beesten te zorgen.
Bezorger der Menagerie, want op veele hofsteden, die geen diergaarden hebben, vind men nogtans menagerien, vervuld met allerhande soorten van fraai gevogelte, daar zodanig een, zorg voor moet dragen.
Jan Holwerda

Uiteenzetting over de droom van Poliphile

Droomboek van Oranje
In 1567 verlaat de prins Willem van Oranje de Nederlanden om in Dillenburg zijn strijd tegen de Spaanse Koning voort te zetten. Uit zijn kasteel in Breda laat hij boeken overbrengen waaronder Hypnerotomachie of Uiteenzetting over de droom van Pholiphile, waarvan hij een Franse uitgave bezat. De prins kocht het boek 1559 in Parijs tijdens zijn verblijf aan het hof van Hendrik II. Na zijn gewelddadige dood in 1584 raakt zijn bibliotheek, onder andere via familieleden, in alle richtingen verspreid. Daarna dook het op in de collectie van een Engelse Premier, en in bibliotheken van verzamelaars in London, New York en Parijs en is in 2006 op een veiling ontdekt.

Het boek, eerste versie in het Italiaans uit 1499, is beroemd vanwege zijn typografische vormgeving, het lettertype en 181 houtsneden. In het boek worden meer lagen herkend, het leidde en leidt tot allerlei theorieën, speculaties, invalshoeken en vormt al eeuwen lang een inspiratiebron voor o.a. kunstenaars, architecten en tuinliefhebbers.

Willems Franstalige boek is vertaald en heeft een eigen website waar de NL uitgave is in te zien, maar ook naast de FR uitgave doorbladerd kan worden. Over die vertaling, geen letterlijke, deze page. Verder gaat het boek on tour. Voor al dit soort zaken zie boekvanoranje.nl.

Fogelsanghstate. Van kloostertuin tot landschapspark

(OVERGENOMEN Bornmeer)
Het uitgestrekte Veenkloosterbos achter het statige Fogelsangh State is een van de bijzondere groene parels die Friesland rijk is. In een lange geschiedenis vanaf de zeventiende eeuw hebben opeenvolgende eigenaren vaak samen met tuinarchitecten gewerkt aan de verschijningsvorm van het parkbos. Het formele park met een uitgestrekte stelsel van lanen is vanaf de vroege negentiende eeuw omgevormd tot een romantisch landschapspark met slingerende paden en waterpartijen omzoomd door glooiende oeverwallen. Zowel Lucas Pieters Roodbaard (1782-1951) als Lambertus Vlaskamp (1807-1854) en zijn zoon Gerrit Vlaskamp (1834-1906) zijn bij de aanleg betrokken geweest. Het is het verhaal van het rijke verleden, waarbij ruim aandacht is voor de ruimtelijk architectonische kenmerken van het park en voor de bijzondere collectie van tuinsieraden, zoals de karakteristieke driepuntsbrug, de ijskelder, de hermitage en het tuinhuis op de hoge berg bij het hertenkamp.
Een prachtige wandeling leidt de huidige bezoeker door deze verschillende tijdslagen en hun uiteenlopende stijlvormen.

Els van der Laan-Meijer en Willemieke Ottens, Fogelsanghstate. Van kloostertuin tot landschapspark, Gorredijk 2018, ISBN 9789056154653, €17,50, 80 p.

Zie ook de Leeuwarder Courant.

Achtertuinopmetingsschets uit circa 1750 door een (me)vrouw. Hoe uniek is dit?

Onderstaande tekst is een reactie op het bericht ‘Er stond een vrouw in de tuin’. De vraag leek me een mooie om te ‘promoveren’ tot eigen bericht…

Mag ik een vraag in de groep gooien naar aanleiding van het onderwerp ” Vrouw in de Tuin”.
Helemaal eens met het probleem van de ‘Bermudadriehoek’ waarin de rol van de vrouw verdwijnt.
Maar soms duikt er iets op….
Wie weet van een voorbeeld van een opmetingstekening door een vrouw of onomstotelijk in opdracht van een vrouwelijke opdrachtgever gemaakt ten tijde van de Republiek?
Ik heb een achtertuinopmetingsschets uit circa 1750 gevonden waarin letterlijk een (me)vrouw, in de eerste persoon (”Ik” en ”mijn”) als eigenaar en opdrachtgever in de opmetingsbijschriften aan het woord is. Het lijkt erop dat ze er echt zelf in de tuin de schetsplattegrond heeft gemaakt en dat terwijl een opmeter met de roede- en duimstok rondging, zijzelf de maten ter plekke in de tekening heeft genoteerd.
Hoe uniek is dit?
Inger Groeneveld