Vakgroep Groen Erfgoed i.o.

Eerder dit jaar was er een oriëntatiebijeenkomst van de Vakgroep Groen Erfgoed in oprichting. Doel, nut, vorm en inhoud van een vakgroep werden bediscussieerd. Een voorlopige indeling in 5 werkgroepen is gemaakt: ‘Missie en doel’, ‘Organisatie’, ‘Jaarplan’, ‘Communicatie’ en ‘Deskundigheid en kwaliteit’.

Woensdagmiddag 6 juni 2012 is er een volgende bijeenkomst en belangstellenden zijn van harte uitgenodigd. Het is de bedoeling dat de verschillende werkgroepen van start gaan om een deelthema of -aspect nader uit te werken. Voor meer informatie over de vakgroep, deze bijeenkomst of voor aanmelden: info@vakgroepgroenerfgoed.nl.

Woensdag 6 juni 2012,  van 13:30 tot 17:00 uur, in Kinderdijkzaal van Rijksdienst Cultureel Erfgoed, Smallepad 5, 3811 MG Amersfoort.

Beeldentuin herinnerend aan oude ansichten

Ik bezocht Kasteel Keukenhof vorige week, omwille van de inrichting van de buitenplaatsen-maquette-tentoonstelling (26 mei-1 juli).

Natuurlijk ben ik ook het park door geweest, met de Cascade-excursie van 2007 in m’n achterhoofd. Er is alweer meer opgeknapt, maar ook aangepast. Een van de aanpassingen is in Frederik’s Hof. Een kwart van die tuin kende een invulling als pioenentuin. De pioenen zijn eruit, maar de grasperken en de structuur zijn gebleven. De invulling is er nu een in het kader van de tentoonstelling Cobra Buiten. Een verrassend mooie eenheid. Die oude ansichtkaarten van de Beeldentuin te Zaandijk flitsten even door m’n hoofd.

Het is Le muse (1995, Baruffaldi Tuscane), wat dan heet een keramiek installatie, bestaande uit vier grote vrouwfiguren, vuurschalen en tafels. Van de hand van Karel Appel (1921-2006), gemaakt voor het landgoed van Giulio Baruffaldi. Appel kocht de klassieke Italiaanse beelden bij een plaatselijk keramiekbedrijf en schilderde ze wit met vervolgens allerlei vormen en fantasiefiguren in blauw.  JH


Beeldentuin (1905, Zaandijk).


Beeldentuin (1913, Zaandijk).


Beeldentuin (1915, Zaandijk).

Beemster buitenplaatsen.


Ware afbeeldinge vande bedyckte Beemster-Landen inden Iare M.DC.XLIIII,
door Balthasar Florisz. van Berckenrode; met aanduiding van de buitenplaatsen.
Bron: www.beemsterbuitenplaatsen.nl

Ooit stonden er in de Beemster vele tientallen prachtige landhuizen, omgeven door fraaie tuinen. Bezoekers uit binnen- en buitenland keken hun ogen uit en dichters bezongen de lof. Zo sprak Vondel van “lieve lustprieelen” waar de rijken dansten en dineerden. Helaas is er vrijwel niets meer van die landgoederen overgebleven. De geschiedenis van de Beemster buitenplaatsen is nu vastgelegd door de Beemster historica Katja Bossaers. Niet in een boek, maar op een website.


Wandelend paar.   Bron: www.beemsterbuitenplaatsen.nl.

De uitkomsten van gedegen bronnenonderzoek laten nieuw licht schijnen op het ontstaan, de bloeiperiode en het verdwijnen van de opvallende bebouwing van de eerste twee eeuwen van de geschiedenis van de Beemster. Zo wordt duidelijk dat de meeste niet in de Franse tijd, maar al een halve eeuw eerder werden afgebroken. Ook blijkt uit het onderzoek dat één van de nog bestaande gebouwen ouder is dan algemeen aangenomen (Rustenhoven). Niet alleen de geschiedenis van de buitenplaatsen zelf, maar vooral ook de geschiedenis van de mensen die ze bouwden en bewoonden komt aan bod.
Zo’n vijftig buitenplaatsen worden elk apart beschreven. Op verschillende manieren zijn ze terug te vinden: op de kaart, op naam, op toenmalig kavelnummer en op huidig adres. Het geheel is voorzien van een uitgebreide inleiding en verantwoording en een personenregister.

Zie www.beemsterbuitenplaatsen.nl.

 

Schilderij Isaac Ouwater na twee eeuwen weer thuis.


Donkervliet (1791, Baambrugge), Isaac Ouwater.  (grotere afbeelding)

Via vrienden kregen de bewoners van landgoed Donkervliet te horen dat er bij Christie’s een schilderij uit 1791 van hun huis zou worden geveild. Op de kijkdag werden ze nét zo verliefd op het schilderij als dat ze dat ooit op het huis waren geworden. En sinds enkele dagen hangt de oude meester weer waar het hoort, in de woonkamer van Donkervliet.

Op weg van Loenen naar Amsterdam moet Isaac Ouwater voor de betoverende schoonheid van Donkervliet gevallen zijn, zoals velen dat voor én na hem hebben gedaan. Alleen was Isaac een schilder, één van de betere in zijn tijd ook nog eens. Met precisie schilderde hij de acacia’s, beuken en eiken, wier nazaten er vandaag de dag nog staan, onder een typisch Hollandse wolkenlucht. Met twee, drie streken plaatste hij de zwanen in het riviertje de Angstel. De witte brug, vervangen en verbreed maar nog altijd zo herkenbaar. Het hek naar het huis, authentiek en statig met duidelijk leesbaar het opschrift DONKER | VLIET net als nu nog. Op de voorgrond de Rijksstraatweg, toen een zandpad met schapen en wat honden. Twee pratende boeren en de twee heren in een koetsje die onmiskenbaar van Donkervliet komen. Het zou best eens Albertus van Soest kunnen zijn, die er in die tijd woonde. Of is Albertus de breed gebarende man die met een vrouw in de overtuin van zijn bezoek aan de stad vertelt? Wie zal het zeggen. De rust die het schilderij uitstraalt is bijna voelbaar. Een mooie zomerse dag in Baambrugge.
Sanne Bernhart   www.donkervliet.nl

Tentoonstelling Arcadië aan het Wijkermeer, Beverwijk.

Tentoonstelling Arcadië aan het Wijkermeer – buitenplaatsen en hun bewoners.
Museum Kennemerland, Westerhoutplein 1, Beverwijk.
25 april t/m 16 september 2012.
Woensdag-, zaterdag- en zondagmiddag van 14.00 tot 17.00 uur.


Ontwerp tuin en park Akerendam in Beverwijk, H. Stoopendaal in opdracht van Mr. Gerrit Hooft. 1794. Collectie Museum Kennemerland Beverwijk.

Bovenstaande tentoonstelling heb ik nog niet gezien, maar als je bovenstaande kaart van de buitenplaats Akerendam gemaakt door H. Stoopendaal, bekijkt en deze niet kent, dan is de tentoonstelling alleen daarom al de moeite waard. Het is al heel lang voor mij een vraag waarom de hoofdas van het achterpark en de dwarsas van het achter-bassin nu net niet loodrecht op resp. evenwijdig aan het huis zijn geprojecteerd. Zou het met een oorspronkelijk uitzicht op een kerk of ander bouwwerk te maken hebben, bijv. de kerktoren van Wijk aan Zee? Wie het weet mag het zeggen. Er is overigens nog een tweede kaart / ontwerp van H. Stoopendaal van enige jaren eerder bekend, namelijk uit 1791. Misschien de moeite waard om beide naast elkaar te leggen en naar de verschillen te zoeken?


P. J. Lutgers. Scheybeek. Litho. Ca. 1840

Behalve de buitenplaats Akerendam krijgt ook de buitenplaats Scheybeek, eveneens gelegen aan de Velserweg en in 1715 eveneens eigendom van Catherina Clara Geelvinck, gehuwd met Willem Boreel, extra aandacht. Natuurlijk is er heel veel meer over deze twee buitenplaatsen bekend, maar dat is nu juist op die tentoonstelling te zien.

Zie ook Noord-Hollands Arcadia, Christiaan Bertram, Alphen aan de Rijn 2005.  CO.

Verborgen Buitens op Walcheren.


Niet Altijd Zomer, geen verborgen buiten (niets resteert), maar een naam die opvalt, zeker
gezien de huidige ‘zomer’. Hattinga’s Atlas van Zeeland.  Bron: commons.wikimedia.org.

Ik dacht het al eens op de weblog genoemd te hebben, niet dus. Dan nu alsnog, ook al is het project al afgesloten, Verborgen Buitens.

Walcheren kende midden 18de eeuw vele buitenplaatsen. Een ieder kent de kaarten van Hattinga wel (voorbeelden) of de tekeningen van Jan Arends (voorbeelden). Heel veel is in de loop van de tijd verdwenen en weer tot landbouwgrond omgezet. En toen kwam de inundatie van WO II er ook nog eens over heen. Al met al resteert zeer weinig. Namen vaak nog wel in de vorm van boerderijnamen. Verder wel wat gracht(del)en, een lange oprit naar een boerderij of historische tuinornamenten.
Bij een 18-tal voormalige buitens zijn oude elementen opgeknapt. Op de site Landschapsbeheer Zeeland is hiervan verslag gedaan. Per object wordt kort iets aangegeven en is het herstelplan als PDF beschikbaar. Verder is voor een aantal objecten het archeologisch onderzoek, het historisch onderzoek of de historische verkenning als PDF beschikbaar.  JH


Aan de andere kant van de straatweg ligt [Niet] Altijd Winter. Wie zegt dat Zeeuwen geen
humor hebben? Hattinga’s Atlas van Zeeland.  Bron: commons.wikimedia.org.

Tentoonstelling Heren – Huizen – Hoven

Tentoonstelling Heren – Huizen – Hoven: buitenplaatsen in Schoorl, Bergen en Egmond 1150-1850.
Museum Het Sterkenhuis, Oude Prinsweg 21, Bergen NH.
21 april t/m 31 oktober 2012. Dinsdag t/m zaterdag 13.00-17.00 uur; juli en augustus ook op zondag.


Huis en tuin van Woud en Duin te Bergen (NH). Noorden links.  (groot).
Tekening door C.W.Bruinvis, 1904 (kopie van 1848). Coll. Reg. Archief Alkmaar.

Aangezien ik zelf i.v.m. deze tentoonstelling op 29 mei as. (20.00 uur) in ’t Oude Raethuys een lezing ga houden, kreeg ik bijbehorende boekje / catalogus toegestuurd. Hierin  (en dus ook op de tentoonstelling) is een aardig nog onbekend ontwerp / plattegrond te vinden van het huis en bijbehorende boerderij ‘Woud en Duin’, gelegen tussen Bergen en Egmond. Het huis en de tuin bestaan helaas niet meer, maar het complexje was gelegen op de hoek van de huidige Heereweg en de Oude Heereweg, tegenover de nog bestaande boerderij ‘Woud en Duin’. Volgens de opgave van de legger van de kadasterkaart (ca. 1821) was Pieter Bruynvis (rentenier) toen eigenaar en dat is hij tot zijn dood in 1851 gebleven. In 1857 is het huis gesloopt. Een nazaat, de heer C. W. Bruinvis maakte in 1904 bijgeleverde tekening. Grofweg is het noorden links. Het huis annex het koetshuis liggen dus met de voorzijde naar het westen. Aan de oostkant ligt een wandelbosch met aan de rand van het park een tempeltje met uitzicht op de polder; direct ten oosten van het huis ligt een gazon met zonnewijzer ingesloten door een haag met kariatiden; daarachter en opzij liggen moes- en fruittuinen; aan de zuidzijde van het huis ligt de plantage, met middenin een tempeltje. Aan de westzijde van het park gaat de tuin het duin op en daar is een tempeltje geplaatst om over de tuin heen te kijken. Schuin tegenover het huis in de overtuin ligt een halfcirkelvormig gazon met Hortensia’s en een colonnade. Ook aan die kant van de weg is de boerenwoning. Het wandelbosch is geheel omsloten door water.

Mijn lezing zal in het algemeen gaan over de ontwikkeling van de tuinarchitectuur in Nederland, en dit is dan toch een prachtig voorbeeld van een tuin in gemengde stijl, in een tijd dat de Hortensia’s al in de mode waren. CO.

Wie kent familieleden van John Bergmans?

Sinds begin 2011 is er een Bergmansonderzoeksgroep in Wageningen gestart, dat is een samenwerking tussen de Nederlandse Tuinenstichting, Speciale Collecties Bibliotheek Wageningen UR en Stichting Bonas. De laatste organisatie verzorgt publicaties over Nederlandse architecten en tuin- en landschapsarchitecten. De bedoeling is om ook over John Bergmans een publicatie in de Bonasreeks uit te brengen. Vergelijkbaar met de Bonasuitgave over het oeuvre van Roodbaard, door Rita Mulder-Radetzky.

John B. Bergmans (Antwerpen 1892 – Oisterwijk 1980) en zijn vrouw Jacoba (Coby) M.W. Visser (Amsterdam 1900) waren kinderloos. Kent iemand familie van Bergmans of mogelijk waarschijnlijker van de familie Visser, van de vrouw van Bergmans.

John Baptiste Bergmans is geboren op 6 juni 1892 te Antwerpen en overleden op 24 september 1980 te Oisterwijk.
Bergmans kwam tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Nederland. Hij is in dienst geweest van verschillende kwekerijen in de buurt van Haarlem, zoals Van Empelen en Van Dijk en waarschijnlijk ook Van Tubergen. Later werkte hij voor Tottenham Nurseries (1926 ‘Chef de Cultures’) in Dedemsvaart, voor Turkenburg te Bodegraven en voor J. H. Faassen-Hekkens’ Boomkwekerijen te Tegelen. Bij de laatste firma werd hij in 1939 hoofd van de afdeling tuinarchitectuur die aan de kwekerij verbonden was. Bergmans, lid van de BNT van NDV, is vooral bekend geworden door zijn boek Vaste Planten en Rotsheesters, dat in 1924 verscheen en twee herdrukken beleefde. Daarnaast publiceerde hij nog negen andere boeken over planten en tuinen en schreef hij meer dan 1000 artikelen in verschillende tijdschriften, zoals Floralia, Revue Horticole, Weekblad Koninklijke Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, Orgaan van Huis te Lande, Buiten, Cultuur en Handel en Dendron. Bergmans ontwierp ruim drieduizend tuinen, parken en recreatieparken, voornamelijk in Nederland, maar ook in België, Luxemburg en Frankrijk. Vooral in Zuid-Limburg en in zijn woonplaats Oisterwijk en omgeving zijn er nog (resterende gedeelten van zijn) tuinen terug te vinden. De tuinen van Bergmans laten zich typeren door het gebruik van een uitgebreid sortiment aan vaste planten, heesters en rotsplanten, waarvoor hij uitgebreide en gedetailleerd uitgewerkte beplantingsplannen opstelde. Hij was een meester in het samenstellen van plantencomposities die door bloei, bladvorm en -kleur elk seizoen een ander aanzien hadden. In die zin was John Bergmans een echte ‘plantenman’, die zijn plattegronden ondergeschikt maakte aan het sortiment. Enige bekende werken van Bergmans’ hand zijn het Steinerbos te Stein; het Schuttersveld te Brunssum; openluchttheaters te Brunssum, Oisterwijk en Tegelen; de Botanische Tuin Terwinselen (Kerkrade); het dierenpark te Tilburg; en de arboreta te Kalmthout en Essen (beide in België). Na de Tweede Wereldoorlog was Bergmans tevens supervisor met betrekking tot de groenvoorziening van de Staatsmijnen in Limburg.
Hij trouwde met J.M.W. Visser (geboren 5 april 1900 te Amsterdam) die de Middelbare Tuinbouwschool voor meisjes, ‘Huis te Lande’, te Rijswijk had doorlopen. De vroegst bekende ontwerptekeningen zijn door Bergmans gemaakt voor zijn schoonvader, de heer J. Visser, directeur van het bedrijf N.V. Arendshoven te Oisterwijk. Dit bedrijf gaf Bergmans deze opdracht in 1924.
Bergmans’ collectie tuinontwerpen en boeken bevindt zich thans in de Bibliotheek van Wageningen.

Bron:
Zijlstra, B., Nederlandse Tuinarchitectuur 1850-1940, Amsterdam 1986, p. 207-221.
Oldenburger-Ebbers, C.S., De John Bergmans-collectie in de Centrale Bibliotheek van de Landbouwhogeschool, Groen, 37-10 (1981), p. 453 t/m 458.
Biografieën van bekende Oisterwijkers, door A. van den Oord.

Studiemiddag Richtlijnen Tuinhistorisch Onderzoek

Op 8 juni a.s. organiseert de KNOB een studiemiddag naar aanleiding van de [dan] recentelijk gepubliceerde Richtlijnen Tuinhistorisch Onderzoek, waarvan de officiële uitreiking ook op 8 juni zal plaatsvinden. De wens om de Richtlijnen Tuinhistorisch Onderzoek op te stellen is vooral voortgekomen uit het Overlegplatform Agenda Historisch Groen, dat sinds 2009 binnen de KNOB opereert. In nauwe samenwerking met dit gremium, de Rijksadviseur Cultureel Erfgoed en de Rijksgebouwendienst, en vervolgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Nationaal Restauratiefonds en het Nationaal Groenfonds werden deze richtlijnen daadwerkelijk opgesteld. Daarbij werd regelmatig het werkveld geraadpleegd. De auteurs zijn drs. Ronald van Immerseel, werkzaam bij de Stichting In Arcadië, en ir. Leo Hendriks, werkzaam bij de Rijksgebouwendienst en auteur van de Richtlijnen voor Bouwhistorisch Onderzoek.

Met de Richtlijnen Tuinhistorisch Onderzoek wordt ingezet op een verdere professionalisering van het vakgebied van onderzoek naar groen erfgoed. Eigenaren worden in de publicatie aangesproken om onderzoek als inspiratiebron voor (her)ontwerp van waardevol groen te laten uitvoeren. Daarom bevatten de Richtlijnen praktische handreikingen voor het opstellen van een onderzoeksplan, voor de uitvoering van het daadwerkelijke onderzoek, voor waardestellingen en voor de overdracht van de onderzoeksresultaten.

Kosten deelname aan de studiemiddag (incl. koffie/thee en borrel):
– niet-KNOB leden: € 40,00
– leden van de KNOB: € 20,00
– 1 introducé per KNOB lid: € 25,00
– studentleden van de KNOB: € 15,00
Kosten deelname lunch: € 10,00
Aanmelding tot uiterlijk 1 juni via: www.knob.nl/studiedagen of info@knob.nl.
Let op: bij aanmelding a.u.b. aangeven of u zich, behalve voor de studiemiddag (S), ook aanmeldt voor de lunch (L).
Uw aanmelding is definitief als u het verschuldigde bedrag vóór 1 juni overmaakt naar rekening 14 03 80 t.n.v. KNOB te Ulvenhout, onder vermelding van ‘8 juni 2012’.
U kunt uw aanmelding tot en met 1 juni 2012 annuleren. Na deze datum worden bij annulering de volledige kosten in rekening gebracht.

Programma:
13.00 – 13.30 uur: Ontvangst met koffie en thee in Verenigingsgebouw Rehoboth
13.30 uur: Welkomstwoord en inleiding, door dagvoorzitter Henri Lenferink
13.45 uur: Toelichting op de Richtlijnen Tuinhistorisch Onderzoek, door de auteurs Ronald van Immerseel en Leo Hendriks
14.30 uur: De betekenis van de richtlijnen voor het landschapsarchitectonisch ontwerp, door Eric Luiten
15.00 uur: Officiële uitreiking van de Richtlijnen Tuinhistorisch Onderzoek
15.15 uur: De Kunst van Zocher op Renswoude, door Carla Oldenburger-Ebbers
15.45 uur: Wandeling door de tuin van kasteel Renswoude
16.30 uur: Borrel op het voorplein van kasteel Renswoude
17.30 uur: einde