Open Monumentendagen op Zuylestein

Als Cascade waren we er recent nog. Voor een ieder die er niet bij was of juist wel en nog eens aspecten toegelicht wil zien, heeft op de komende Open Monumentendagen de kans. Naast het park en het bos zijn de tuinen deze dagen gratis te bezoeken van 10.30-17.30, maar op beide dagen is ook sprake van een mini-symposium.

Zaterdag 8 september geeft Barry Heinrichs (kunsthistoricus) om 14.00 een lezing onder de titel Een gedeelde interesse in groene kunst, over de historie van Europese Tuinstijlen en de positie van Zuylestein hierbinnen, aansluitend volgt een rondleiding in dit kader door Thea Dengerink (onderzoeker historische tuinen) door de tuin binnen de muren.

Zondag 9 september is er vanaf 12.30 een minisymposium: Zuylestein: Natuurinclusief landgoed innovatief telen en kweken, het “gemengd bedrijf “herontdekt: het vervolg op het minisymposium van 2017 in het kader van het actuele debat over de noodzakelijke transitie van de landbouw. Een interessant programma, met Dirk van Apeldoorn en Fogelina Cuperus, beiden van de Universiteit Wageningen en Thea Dengerink, ad interim tuinbaas van de moestuin Zuylestein. Na de discussie volgt een rondleiding langs de locaties op het landgoed waar de plannen vorm zullen krijgen.

Voor de lezing en rondleiding zaterdag, entree 7,50 Euro; het minisymposium zondag, entree 10,00 Euro inclusief rondleiding en consumpties is aanmelden noodzakelijk, wat kan via info@landgoed-zuylestein.nl.
Als u het bedrag overgemaakt heeft o.v.v. van lezing of mini-symposium op NL88 ABNA 0592 4917 57 ten name van de Stichting exploitatie landgoederen Waayestein en Zuylestein bent u verzekerd van een definitieve aanmelding.
Voor de lezing en het mini-symposium is het aantal plaatsen beperkt (maximaal 40 personen).

Voor alle details zie www.landgoed-zuylestein.nl.

Is een landgoed ‘iets buitenlands’?

Naar aanleiding van het lezen van het woord ‘landtgoed’ gooide ik dat woord en de schrijfwijze ‘landgoed’ eens in Delpher. Gewoon om eens te zien vanaf wanneer het voorkomt en of er verder wat boven komt drijven.

Een eerste keer, in Delpher, in een bericht uit 1691, maar dan het opvallende. Decennia lang en in honderden berichten komt het woord landgoed alleen voor in berichtgeving vanuit het buitenland. Zeg in de korte nieuwsflitsen vanuit of betreffende een gebeurtenis in het buitenland. Het zijn met name flitsen met nieuws uit ‘Groot Brittannien’, ‘Vranckryck’, ‘Duytslant en d’aengrensende Rijcken’, maar ook alle andere landen komen meer of minder frequent voor. En soms is het uit ‘Nederlanden’, en betreft het haast altijd een landgoed in het tegenwoordige België. Zeg driekwart eeuw lang heeft het woordgebruik betrekking op objecten in het buitenland. Deze en gene is gestorven op dat en dat landgoed; of die en die bezoekt, is vertrokken naar, aangekomen op of verblijft op dat en dat landgoed; of zus en zo heeft dat en dat landgoed gekocht, gehuurd of gebouwd enz.

Enkele vroeg Nederlandse vondsten (gezien het jaartal 1691 lijkt het ‘In Nederland gebeurt alles 50 jaar later’ ook hier van toepassing):
1741 Verkoop van ‘zwaere eyke boomen’ op ‘Landgoed de Horte…, tussen Swol en Dalfsen’
1742 Verkoop van ‘landgoed, Bieverden’, in de Achterhoek; de advertentie lezende een boerderij en niet een buitenplaats
1752 Vermelding van het bezoek van een aantal Oranjes aan ‘landgoed Clarenbeek’ bij Arnhem
1754 Verkoop van ‘landgoed of de hofsteede genaamde Laresteyn’ bij Velp

Vervolgens is het aantal advertenties iets groter, maar het aantal blijft beperkt en betreft net zo vaak een groot stuk land, vaak in uiterwaarden, een ‘stuk landgoed’.
Pas in het laatste kwart van de 18e eeuw neemt het woordgebruik bij Nederlandse objecten toe, en gezien de herhaalde advertenties van een en hetzelfde object, misschien zelfs beperkt toe.
Daar waar wij buitenplaatsen, hofsteden en al die andere betitelingen in welke schrijfwijze dan ook kennen, heet alles over de landsgrens landgoed.
Voor het gemak? Als verzamelnaam?
En grappig, tegenwoordig zegt het woord landgoed bij het grotere publiek misschien nog iets, maar buitenplaats nauwelijks en andere oude benamingen al helemaal niets meer; die namen doen haast buitenlands aan. In de 18e eeuw lag het misschien wel andersom; al die benamingen waren haast gemeengoed en landgoed was iets buitenlands, als gelegen in het buitenland.
Jan Holwerda

(En ja om het helemaal hard te maken moet je eigenlijk met buitenlandse objectnamen zoeken en kijken of ze ook met een andere duiding dan landgoed voorkomen, maar daar moet iemand dan maar eens een echte studie van maken.)

Waterwagen of waterkar


De waterwagen van Tuin De Lage Oorsprong (Oosterbeek). Links: voor restauratie (2007); rechts: tijdens bezoek door Cascade (2010, foto Niek Ravensbergen)

Over het weer van de afgelopen weken, wat heet, maanden, hoeft niets meer geschreven te worden. Heet en droog. De impact is in menig tuin en park zichtbaar. Gaf en geef je water of deed en doe je het niet? En hoe dan?
Ik zag een oude foto met een waterkar of waterwagen. Dat deed me denken aan een Cascade excursie in 2010 naar onder andere Tuin De Lage Oorsprong (Oosterbeek). Daar hebben we zo’n waterkar of -wagen gezien. Wie mee was herinnert mogelijk nog de veel lagere ligging van de beek in het dal; je zal met die kar hebben moeten slepen. Nu ook nog maar even de catalogus van Blass en Groenewegen (1902 meen ik) er op nageslagen. Het zal een Engelsche waterwagen zijn, in drie maten leverbaar: 90, 135, 170 liter. Enne, ‘mindere kwaliteiten worden door ons ontraden, doch kunnen wij wel leveren’.
Klik hier voor catalogus-pagina1 en catalogus-pagina2.
Jan Holwerda


Engelsche waterwagens. Bron: catalogus Blass & Groenwegen (1902)

Kaart Haarlemmerhout uit 1755/1756 (her)ontdekt


De Haarlemmerhout (1755/1756), Jan van Varel
Foto’s: Alexander de Bruin, conservator beeldcollecties NHA

Eerder dook in de beeldbank van het Noord-Hollands Archief een serie restauratiefoto’s (uit 1984) op van een kaart van De Haarlemmerhout die naar mijn idee wel eens de kaart van Jan van Varel uit 1756 zou kunnen zijn. Op een latere kaart van zijn hand uit 1769 verwijst hij hier naar. Maar die oudere kaart kom je nergens tegen. In geen enkele registratie, niet in de literatuur en geen beeldbank; zie ook het eerdere bericht Haarlemmerhout-kaart gerestaureerd (1984).

Ik heb vervolgens contact gezocht met het Noord-Hollands Archief (NHA), naar het eerdere bericht en de oude foto’s verwezen en additionele vragen gesteld. Alexander de Bruin, conservator beeldcollecties, dook er op en was naar aanleiding van de foto’s ‘flabbergasted’. Hij vond het inventarisnummer en de omschrijving in het in 1867 uitgegeven Inventaris van het archief der stad Haarlem, derde afdeeling opgemaakt door Mr. A. j. Enschedé: ‘487. Kaart van het Haarlemmerhout, gemeten in 1755 en 1756 door den landmeter J. van Varel. Teek. m. kl. op linnen geplakt en op rollen, br. 215, h. 292.’


De ‘opplakstroken’ los op de kaart, over de wapenschilden heen
Foto’s: Alexander de Bruin

In samenwerking met de mensen van hun Team Conservering en Restauratie is de kaart opgezocht, tevoorschijn gehaald en uitgerold. WOW!! was de reactie. De kaart is inderdaad alleen al op de nieuwe foto’s die Alexander de Bruin maakte geweldig. Zoals de registratie uit 1867 zegt 2,15 bij 2,92 meter! En in kleur. En die ‘opplakstroken’ met onder andere tuingereedschappen zijn los bewaard. Naar het lijkt een unieke, tot nu ongepubliceerde manuscriptkaart, ondertekend met ‘Aldus gedaan in de jaeren 1755&56. Door mij J V Varel.’ Het is een object dat in 1984 dan wel gerestaureerd is maar verder blijkbaar onder de radar is gebleven; niet voorkomend in de online registratie van NHA en nog niet gedigitaliseerd (dat dit a.u.b. maar moge gebeuren).
Jan Holwerda


‘Aldus gedaan in de jaeren 1755&56. Door mij J: V: Varel.’  Foto: Alexander de Bruin

Haarlemmerhout-kaart gerestaureerd (1984)


Kaart van de Haarlemmerhout voor de restauratie (1984)  Bron: Noord-Hollands Archief

Er moeten mensen zijn voor wie dit oud nieuws (1984) is. Toch maar een bericht… Een maand of twee geleden was er het bericht over Daniel Engelman, de landmeter van de Haarlemmerhout, die zich in 1793 aanbood voor ‘het aanleggen en veranderen van Lusthoven, Tuinen enz., in den tegenwoordigen smaak…’ (zie hier)


Kaart van den Haarlemmer-Hout cum annexis (1769), Jan van Varel Bron: Universiteit van Amsterdam

Dat vroeg om illustratie met materiaal van zijn hand. Hierna zoekend kwam ook de welbekende kaart ondertekend met Jan van Varel en het jaar 1769, naar voren. In de cartouche valt te lezen ‘Zijnde gemeeten en gekaarteerd door mij ondertekenden in het jaar 1756, en nu met de daar ingemaakte veranderingen in plaat gebragt.’ Ongekleurd is deze in de beeldbank van het Noord-Hollands Archief te zien (zie hier) en gekleurd in die van de Universiteit van Amsterdam (zie hier).


Kaart van de Haarlemmerhout gedurende de restauratie(1984)  Bron: Noord-Hollands Archief

Daarnaast kwam ik in de beeldbank van het Noord-Hollands Archief een serie restauratiefoto’s tegen, uit 1984, van een andere versie van die kaart (zie hier). In eerste instantie wordt het oog met name ook getrokken door een tweetal zijstroken met onder andere tuingereedschappen (zie foto bovenaan). De fotoserie maakt duidelijk dat het latere ‘opplakstroken’ waren die gedurende het restauratieproces zijn verwijderd; eronder zitten twee maal drie wapenschilden. Het zijn andere en meer wapenschilden dan op die kaart uit 1769, maar ook de andere kaart-omringende onderdelen verschillen. Verder onderbreekt op de gerestaureerde kaart in ieder geval alle bebouwing die wel op de kaart uit 1769 staat en er zijn in ‘het groen’ ook verschillen te vinden. Zijn dit de ‘daar ingemaakte veranderingen’ waar Van Varel op de kaart uit 1769 spreekt? Helaas zijn de foto’s niet goed genoeg om een goede complete vergelijking te maken.
Maarre, is de gerestaureerde kaart nou de kaart uit 1756?

De gerestaureerde kaart zal onderdeel hebben uitgemaakt van de in 1984 gehouden tentoonstelling over de Haarlemmerhout, maar ontbreekt in het begeleidende boek Haarlemmerhout 400 jaar. Voor het boek te laat gerestaureerd? Naar voren gekomen gedurende het onderzoek ten behoeve van en de samentelling van de tentoonstelling en te laat voor het boek?
Jan Holwerda


De gerestaureerde kaart van de Haarlemmerhout (1984)  Bron: Noord-Hollands Archief

Ontwerpen Schaffelaar (Barneveld) online

Ontwerp Schaffelaar met vier aanzichten (1852), A. van Veggel   Bron: Collectie Gelderland

Even weer wat materiaal dat Geldersch Landschap & Kasteelen gefotografeerd heeft en dat via de online Collectie Gelderland beschikbaar is. Deze keer enkele tekeningen betreffende Schaffelaar te Barneveld.
‘Tekening van een nieuw te bouwen Kasteel voor den H.I.G. heer J.H. baron van Zuilen van Nievelt van den Schaffelaar, te Barneveld. 1852. Opgemaakt door A. van Veggel Bouvens te ‘s-Hertogenbosch’ valt bovenaan het ontwerp met vier aanzichten voor een neogotisch huis Schaffelaar te lezen. In 1840 maakt Jasper Hendrik baron van Zuylen van Nievelt (1808-1877) plannen voor een nieuw huis in neoclassicistische stijl. De plannen worden echter veranderd in een ontwerp voor een huis in neogotische trant, dat gebeurde in 1852 onder de leiding van architect A. van Veggel. Het ontwerp behoort tot een reeks Schaffelaar-ontwerpen, afkomstig van huis Schaffelaar. Naast ontwerpen voor het huis zijn er ook tekeningen voor onder andere hekwerk, hekwerkzuil en een tuinhuis. Het ontwerp voor tuin en park dat J.D. Zocher jr. en L.P. Zocher (1853) maakten, is net als meer tekeningen/ontwerpen in dezelfde (online) collectie te vinden.


Ontwerp voor een tuinhuis in neogotische stijl (1840-1860)   Bron: Collectie Gelderland


Ontwerp van een gebouw (mogelijk een tuinhuis) met galerij, hekwerk en een centrale toren (1852)  Bron: Collectie Gelderland

Henri van der Wijck schreef er over in Bulletin KNOB (1968-4, download) en Gabriëlle Dragt deed dit goed 20 jaar later (1992-3/4, download). Waar een artikel slechts een beperkt aantal tekeningen kan opnemen is via Collectie Gelderland alles te zien én in te zoomen.
Jan Holwerda


Ontwerp voor een hekwerk in neogotische stijl (1852)   Bron: Collectie Gelderland


Tuin-/parkontwerp voor huis Schaffelaar in landschappelijke stijl, ‘Zocher 1853’   Bron: Collectie Gelderland

Digitaal archief HTG

Ze zeggen ‘morgen gaat het regenen’. Stel dat je dan niet juichend door de regen wil huppelen maar binnen wilt blijven en de regen alleen maar wilt zien vallen. Om vervolgens relaxed wat historische artikelen te lezen, kijk dan even in het digitale archief van het Tijdschrift voor Historische Geografie (THG), tot 2016 Historisch geografisch Tijdschrift geheten. Alle titels staan op een rijtje en artikelen van voor 2008 zijn te downloaden. Misschien beperkt in het aantal tuinhistorische artikelen, maar het tijdschrift handelt dan ook, zeker net zo interessant, over de geschiedenis van het gehele cultuurlandschap van de Lage Landen, inclusief de steden. Zie THG Archief van artikelen.

 

Christiaen Pieter van Staden, gerinnimeerde architect?


Christiaen Pieter van Staden… Bron: Amsterdamse courant 29 januari 1726

In de Amsterdamse courant van 29 januari 1726 staat de volgende advertentie: ‘Christiaen Pieter van Staden, zoon van den overledene Jan van Staden, gerinnimeerde architect van alle Koningl. Hoven, tot aenlegging van Parterens, tirassen, sterrebossen, komme, en al wat verders dient tot het aenleggen van cierlvke Hoven en Plantagié, presenteert zyn dienst tot al ’t voorsz., als mede als landmeeter, en is woonachtig aen de rivier de Vegt, tot Maersen aen de brug.’

De naam Christiaan Pieter van Staden doet direct denken van de plattegrond van de tuin achter Het Loo ondertekend met Door mij Christiaan Pieter van Staden, ongedateerd en waarschijnlijk uit de periode 1723-1728.
Verder weten we dat Christiaan Pieter per 7 juni 1730 werd belast met het opzicht over de tuinen van Soestdijk en per 1 november 1736 ontslagen. Veel meer weten we eigenlijk niet over. Een zeer fragmentarisch gereconstrueerde levensloop valt te lezen in het artikel ‘Christiaan Pieter, tekenaar van Het Loo, en andere Van Stadens als hoveniers ten hove’ van de hand van L. Aardoom uit 1991 (BM Gelre).

De door Christiaan Pieter zelf geschetste vaardigheden zijn een leuke aanvulling, maar is hij nou tekenaar en hovenier of gerinnimeerde architect? Refereert hij aan zijn vader Jan van Staden als de gerinnimeerde architect? Of ziet hij zichzelf zo. Ik denk het eerste. Van Jan (Johan) van Staden is in ieder geval een tuinontwerp voor kasteel Nederhorst (in foto) bewaard gebleven. En Andries de Leth noemt Jan en zijn broer Samuel van Staden in zijn boek De Vechtstrook in één rijtje met Steven Venekool, Simon Schijnvoet en Jacob Marot, alle ‘ervarene en alombefaamde architekten en meesters van plantagien konstig aan te leggen’.

Door het ‘Maersen aen de brug’ ook de gedigitaliseerde Notariële Archieven van Het Utrecht Archief maar even ingekeken. Dit leverde nog wat aardige aanvullingen vanuit de ‘vastgoed sfeer’:
– per mei 1726 huurt Christiaan Pieter van Staden ‘een huijsinge erve en grond, staand ende gelegen in den Dorpe van Maarssen bij de Brugh onder den Gerechte van Nieuw Maarssenveen’. (Nieuw Maarssenveen = de gebieden Goudesteijn en Diependaal)
– in mei 1729, net voor zijn aanstelling op Soestdijk, koopt Christiaan Pieter van Staden ‘een sekere huijsinge en erve … staande ende gelegen in den Gerechte van Nieuw Maarssenveen aan de rivier De Vecht No 153’.
– in oktober 1736, net voor zijn ontslag op Soestdijk, koopt Christiaan Pieter van Staden, ‘Casteleijn op het huijs Soesdijk … zekere huijzinge en hofstede met tuijnmanswoninge, speelhuijs, tuijn en boomgaard, alsmede de grond van dien, staande ende gegen in den dorpe van Zuijlen, aan de wetzijde der riviere de Vegt, nabij de Brugge, strekende voor uijt de riviere …’
– en tot slot verkoopt Christiaan Pieter zijn Zuilense bezit in augustus 1738.
En verdwijnt hij uit genoemde Notariële Archieven.
Jan Holwerda


Het Loo met ‘Door mij Christiaan Pieter Van Staden’.

Prins Frederiks parkenroute (Wassenaar)

Eerder al de berichten over de conferentie in Duitsland over Prinz Friedrichs der Niederlande en Muskau. Nu even iets over hem en het Wassenaarse.

OVERGENOMEN (skbl.nl)
De gemeenten Wassenaar en Voorschoten presenteerden op 10 juli 2018 onderzoeksinformatie van een unieke route, die in de 19de eeuw werd aangelegd op aanwijzing van prins Frederik der Nederlanden (zoon van Willem I, broer van Willem II en oom van Willem III). De route verbindt negen (bestaande) landgoederen die destijds tot het particuliere bezit van de prins behoorden. Dit stelsel van rondwegen en paden is in Nederland uniek. Het voert langs mooie locaties en aantrekkelijke uitzichten op de destijds uitgestrekte landerijen van de prins. Nu is onderzocht hoe de route is ontstaan, wie er aan werkten én wat er van resteert. Nu weten wij dat een groot deel er nog steeds ligt, zoals de prins deze liet aanleggen. Ook diverse bouwwerken zoals bruggen en woningen maken er onderdeel van uit en zijn er nu nog.

Op verzoek van de prins creëerde men een route vol verassingen en zocht men visuele eenheid voor de diverse landerijen. Hiervoor werkten de Duitse architecten Petzold en Wentzel in zijn opdracht aan wegen, beplanting, markeringen en bebouwing. Architect Zocher jr. was al eerder betrokken bij de ontwikkeling van De Paauw, het centrale landgoed van de prins.

Nu zal worden verkend wat mogelijkheden kunnen zijn om de parkenroute en zijn unieke geschiedenis te revitaliseren en de daarbij behorende verhalen weer tot leven te brengen. Hiervoor zal, net als voor het nu afgeronde onderzoek, bij de provincie Zuid-Holland en de gemeente voor geldelijke steun worden aangeklopt. Hier de PDF met de parkenroute.