Delf met themanummer ‘Groen in en rond Delft’


Tuin aan de Nieuwe Laan door Nicolaas Samuel Cruquius (Kruikius) uit 1701
Bron:
Webgallery of Art of klik op de afbeelding

Enkele weken geleden viel er een enveloppe in de bus, cadeautje van onze Cascadevriend Piet vdE. Het bleek het laatste nummer van Delf, cultuurhistorisch magazine voor Delft te zijn. Een themanummer, Groen in en rond Delft. Dit om in te haken op de Nationale Monumentenstudiedag 2010 (te Delft) met als thema Groen in de stad (zie weblog 20 apr 2010).

Alleen al door het kaft een mooi nummer. Hierop staat de Tuin aan de Nieuwe Laan door Nicolaas Samuel Cruquius (Kruikius) uit 1701. En wat ook heel aardig is, het wordt ook al digitaal aangeboden. Download via de website Erfgoed Delft, hier ook voorgaande nummers.  JH

Grotwerk van Vredenoord (Rijswijk)


Grotwerk op Vredenoord (Rijswijk)  Foto: Bureau GVBarchitecten

Een tweede voorbeeld van een zoekresultaat uit gedigitaliseerde historische kranten en toegankelijkheidsproblemen van deze bron.
Met de interesse cementrustiek was ik zoekend met o.a. het woord grotwerk. Vond toen ook een advertentie die niet met wat wij nu cementrustiek noemen te maken heeft, maar wat wel een leuke vondst was.

De weblog van 18 jan 2009 ging over de grotten van Vredenoord en Backershagen. Dit naar aanleiding van een rapport van Bureau GVBarchitecten: Bouwhistorische notitie grotto Vredenoord (klik hier voor het rapport).


De steen met inscriptie ‘CGV 18..‘  Foto: Bureau GVBarchitecten

In het rapport is sprake van een natuursteen, in de gang/grot, met de inscriptie ‘CGV 18..‘. De laatste twee cijfers zijn vaag en kunnen niet met zekerheid genoemd worden. Historisch onderzoek van stichting PHB m.b.t. de grotto spreekt van het jaartal 1876, aldus het rapport. In het rapport staan ook twee foto’s van de koepel die op het voorterrein van de zuidoostelijke grotingang stond. Vaag is een balustrade op het begaanbare dak te zien.

Hoe mooi past de gevonden advertentie bij het bovenstaande. In o.a. de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 1 maart 1857 staat o.a. het volgende:

te Verkoopen … Buitenplaats Vredenoord … voorts Menagerie, twee Koepels, een aan den grooten Straatweg gelegen en de andere door een Grotwerk verbonden, en zoo Beneden als Boven op het Balcon ruime uitzigten hebbende… (klik hier voor de complete advertentie).
Grotwerk, koepel, balkon, i.i.g. in 1857 al aanwezig.

Dan nog aansluitend op de eerder gemelde bottleneck bij het zoeken: ook hier wordt de advertentie niet gevonden met de buitenplaatsnaam. In twee kranten vond ik drie advertenties. Het ‘digitaliseringsproces las’  Vredenoord als resp. Wredenoord, VKEDENOORI) en VREDENOOHD.
Jan Holwerda


De oude koepel met balkon en balustrade.
Foto uit rapport Bouwhistorische notitie grotto Vredenoord

Schaep en Burgh met Tenten en Zitplaatsen

Eerder (weblog 31 mei) was er de vermelding over de toegankelijkheid van gedigitaliseerde historische kranten. Hier een illustratie middels een zoekresultaat, en ook van de beperkte toegankelijkheid bij het zoeken (als gevolg van het ‘digitaliseringsproces’).

Eric Blok, en anderen voor hem, noemt in zijn artikel over Schaep en Burgh in Tuingeschiedenis in Nederland het voorkomen van een Turkse Tent. Op een kaart van Ketelaar uit 1778 komt deze aanduiding voor. Ik meen dat dit de enige documentatie voor het bestaan van de tent is.

Ik was een aantal maanden geleden zoekend met woorden als tuinsieraden, tuyn sieraaden, tuyn cieraaden enz. Een van de resultaten betrof een verkoopadvertentie van Schaep en Burgh te ‘s-Graveland, in de Leydse Courant van 12 september 1802. Het woord Tuyn-Cieraaden staat in de advertentie, maar ook:

…verkoopen de zeer aanzienlyke en byzonder aangenaam gesitueerde HOFSTEDE, genaamd SCHAAPENBURGH … groot Oranjehuys en Vinkenbaan, fraaije Chineefche- en andere Tenten en Zitplaatsen, Menagerie … mitsgaders groote en onlangs vernieuwde Broeijeryen en Moestuynen, extra schoon aangelegen uitgeftrekte Engelfche Plantfoenen, Slingerbofchen en Laanen, met kapitaal Geboomten, ruime Beeken, Goudvisfch- en Snoeken Kommen… (klik hier voor de complete advertentie).

fraaije Chineefche- en andere Tenten en Zitplaatsen heet het in 1802. Leuk is de aanduiding Chinees i.p.v. Turks, maar met de nomenclatuur nam men het dan ook niet zo nauw. Benamingen als Turks, Tartaars, Chinees, Perzisch enz. waren als het ware uitwisselbaar; als het maar exotisch oogde en klonk. Ook valt het gebruik van meervoud op, Tenten i.p.v. Tent. En Zitplaatsen. En zo kent de advertentie wel meer leuke ‘puntjes’.

Nu zult u misschien denken da’s mooi, da’s leuk, gewoon zoeken met de buitenplaatsnaam en historie ik heb je. Maar dit is helaas(?) om vele redenen niet een eenvoudig abc-tje. Het begint met de naamgeving. Ik beperk me hier tot het verschil van de naam in de advertentie, SCHAAPENBURGH en de naam Schaep en Burgh waaronder wij het kennen, en laat alle andere variaties achterwege.

Maar dan de werkelijke bottleneck. In de eerdere weblog is al uitgelegd dat digitalisering een interpretatie van een ‘ingelezen plaatje’ naar ‘normale’ tekst is, en op die tekst wordt gezocht en dat deze omzetting gepaard gaat met fouten (of ‘niet beter kunnen’).

In dit geval, wat wij lezen als SCHAAPENBURGH is in het digitaliseringsproces ‘gelezen’ als SCHJAPBNBURGH. Tja dat verzint niemand en daar gaat dus niemand mee zoeken.

Of te wel de digitalisering van historische kranten geeft tot zoveel toegang, enkel de toegankelijkheid kent zijn beperkingen.  JH
(in de advertentie is Chineefche met een afbreekstreepje en ‘loopt de pag. iets weg’, en daar kon dus al helemaal geen chocola van gemaakt worden)

Hex en een plantenlijst uit 1791 (2)

Als in de eerdere weblog aangegeven is elk van de in de lijst uit 1791 opgesomde planten getoetst aan eigentijdse 18de-eeuwse en vroeg-19de-eeuwse literatuurbronnen.

Het artikel noemt de belangrijkste gebruikte werken (de literatuurlijst biedt nog veel meer). Na wat zoeken blijkt dat de meeste werken ook digitaal zijn in te zien, via Google Boeken. Hierna volgt een rijtje. Voor de enkeling die zaken tot in detail wil verifiëren. Of voor diegene die een eigen onderzoek heeft lopen. Maar vooral ook als illustratie van het puzzelwerk en van de 'digitale beschikbaarheid van historische werken'.

Dictionnaire des jardiniers et des cultivateurs.., Philip Miller en Laurent De Chazelles (1786) ; klik hier.
Een eerdere Nederlandstalige bewerking is Groot en algemeen kruidkundig, hoveniers, en bloemisten woordenboek…, Philip Miller, Adriaan van Royen en Jakob Van Eems (1745), deel I en deel II.

Korte verhandeling van de boomen, heesters en houtagtige kruid-gewassen, welke in de nederlandsche lugtstreek de winterkoude konnen uitstaan, en dienen tot beplanting van lust-hoven, laanen, haagen, wilden wandelbosschen, enz, G. J. de Servais (1789) ; klik hier.

Manuel de l'arboriste et du forestier belgiques, Eugène-Joseph-Charles-Gilain-Hubert d'Olmen Poederlé (1774) ; klik hier.

Flore du Nord de la France…, François Antoine Roucel (1803), deel I en deel II.

Collection d'arbres, arbrisseaux, plantes et oignons étrangers, rangée par ordre alphabétique, F. A. Wiegers (1809) ; klik hier.

Puzzel ze.  JH

Hex en een plantenlijst uit 1791

De weblog van 11 jan 2008 vermeldde het boek Hex een prinselijk landgoed ontsluierd van Chris De Maegd. In 2009 verscheen het artikel 'Een interessante plantenlijst uit 1791 van de Engelse tuinen van kasteel Hex (Heers, Heks, prov. Limburg): een historisch-botanische en cultuurhistorische analyse' van Paul van den Bremt. Een lange titel voor een puik stukje puzzelwerk (145 pag) en ook digitaal 'verkrijgbaar'.

In het huisarchief van het kasteel van Hex werd een plantenlijst met de bomen, struiken, heesters, vaste planten, oranjerieplanten en kruiden van de verdwenen Engelse tuinen aangetroffen. Het bleek een vrij recente transcriptie (met nogal wat fouten) te zijn van een document uit 1791.

De planten staan erin vermeld met hun toenmalige wetenschappelijke naam en hun Franse soortnaam. De totale plantenlijst omvat 285 nummers verdeeld over 240 taxa en vier verschillende plekken in de tuin. In het groenblijvende bosje (Bosquet toujours verd) werden 57 nummers genoteerd, op de heuvel met bontbladige planten (Motte panachée) 106 nummers; het zomerbosquet (Bosquet dxe2x80x99été) bestond uit twee delen, waarvan de nummering deels doorloopt, namelijk 66 nummers op een heuvel (Arbustes de la motte) en 56 nummers in een smal, langwerpig, opgehoogd tuinbed bij het Florabeeld (Platte bande près de la figure de Flore).

Paul van den Bremt slaagde erin de meeste plantensoorten te identificeren. Van elke soort geeft hij de huidige wetenschappelijke naam en bespreekt hij het natuurlijke verspreidingsgebied. De auteur toetste ook de samenstelling van de lijst aan verscheidene contemporaine bronnen. Daarnaast ging hij op zoek naar de oudste vermelding van de soorten in de botanische literatuur, om te achterhalen wanneer zij in de horticultuur geïntroduceerd zijn.

Zie ook Open Archief van VIOE-publicaties, of download direct.  JH

Twee tentoonstellingen, interessant?


De Lijnwaadbleekerij Bleeklust, op de Glip, van de wed.Louis Gunst, in 1797
Emrik & Binger (1877), naar Joseph Charles (1797)  Bron:
Historisch Museum Haarlem

'Damast, Het Witte Goud van Haarlem'
Historisch Museum Haarlem, t/m 12 september.

In de 16e en 17e eeuw was Haarlem wereldberoemd om de productie van zeer fijn geweven en bijzonder wit gebleekt damast. In de tentoonstelling wordt ook aandacht besteed aan de blekerijen en de uitgestrekte bleekvelden in en rondom Haarlem. De eigenaren waren invloedrijke en welgestelde burgers.
Ik heb niets met damast en toch deze tentoonstelling melden? Nou, er was nogal eens sprake van een transformatie van blekerijen en bleekvelden tot buitenplaatsen. Zo ook bij de lijnwaadbleekerij Bleeklust, een afbeelding bij het persbericht; de latere en nu nog bestaande buitenplaats Gliphoeve (Heemstede). Een grote afbeelding volgt na aanklikken van de afbeelding, en dan is in de achtergrond een koepel te zien. De aanzet tot…? Maar of ik ga…


Gezicht op de Noordpoort en buitenbrug te Middelburg, T.P. Roest, naar J.F. Schütz (1850)
Bron: Zeeland in Beeld,
Zeeuws Archief

'De Bolwerken xe2x80x93 Van oreillon tot skatesculptuurxe2x80x99
Zeeuws Archief (bericht), tot 15 juni en een herkansing in de Zeeuwse Bibliotheek van 13 september tot en met 2 oktober.

Een tentoonstelling als afronding van het herstelplan van de bolwerken van Middelburg: vestingwerken tussen 1841 en 1848 vergraven en door de tuinarchitect K.G. Zocher omgevormd tot een stadspark. De tentoonstelling bestaat uit twee gedeelten: een algemeen deel, samengesteld door Copijn tuin- en landschapsarchitecten (bericht), over de bolwerken van Groningen, Haarlem, Hellevoetsluis en Middelburg, en een specifiek Middelburgs deel.
De indruk is een tentoonstelling klein maar fijn. Iemand die is wezen kijken moet het maar even vertellen.  JH


Gezicht op de nieuwe aanleg tussen Koepoort en Noordpoort te Middelburg,
met wandelaars en vissers, J.F. Schütz (1850)  Bron: Zeeland in Beeld,
Zeeuws Archief


Gezicht op de nieuwe aanleg bij de Koepoort te Middelburg, J.F. Schütz (1850)
Bron: Zeeland in Beeld,
Zeeuws Archief

Cascade SOL, 15 mei en de nieuwe mozaïekbedden op De Viersprong


Uitzetten van een bed op De Viersprong (Woudenberg)  Foto: Richard Zweekhorst.

Om te zorgen dat Jan de 1000ste weblog niet al te snel gaat behalen voeg ik voor het gemak maar twee weblogs samen. Niet zozeer een verslag van de SOL maar meer een ervaring hoe het is om de SOL te ontvangen.
Op 15 mei 2010 mocht ik op De Viersprong de Studie Op Locatie van Cascade ontvangen. Een twintigtal Cascadedonateurs met verschillend specialisme kwamen meedenken over de gehanteerde tuinstijl en de problemen met compostering, natuurlijke verjongen en uiteindelijk de mogelijkheid tot het aanbrengen van stinzenplanten. Natuurlijk weer onder de vleugels van Karen Veenland zodat het tot in de punten verzorgd was, althans dat dachten we. Als deze tuinbaas begint te praten over zijn park dan kan een halfuurtje nog wel eens oprekken tot, nou ja, het duurde even. Neemt niet weg dat de ontwikkelingsgeschiedenis enorm belangrijk is en de grondslag vormt voor een park, zoals dit natuurlijk het geval is bij alle historische tuinen. Maar de vraag is natuurlijk; voegt de SOL iets toe? Zijn er bruikbare tips of lost het problemen op? Antwoord op de laatste vraag is even kort als duidelijk; Bruikbare tips: ja; Oplossingen, nee.
Het is goed zo af en toe eens even kritisch benaderd te worden over beslissingen die je neemt, dat zet je aan het denken. Anderzijds is het toelichten van alles wat er speelt in een park gewoon niet mogelijk in een middag en voor de SOL leden onmogelijk dit zichzelf eigen te maken. Dus hiermee in het achterhoofd zijn kritische noten en andere denkwijze prima maar moet je ze als tuinbaas ook weer in de juiste context plaatsen. SOL leden moeten zich ook realiseren dat zij slechts 10% meekrijgen van alles wat er speelt en misschien ook iets minder kort door de bocht waarderen wat ze zien. (iets waaraan ik mijzelf ook veelvuldig schuldig maak)
Voegt de SOL iets toe? Een volmondig ja, maar met een kanttekening. De SOL werkt als er mensen komen die iets toevoegen en mee discussiëren over de stellingen, hoe kleiner de groep zoveel hoogwaardiger is de discussie. Maar, in mijn ogen, is de SOL geen verkapte Cascade excursie dus louter meelopen voor een leuke wandeling maakt de groep onnodig groot en dus minder slagvaardig.


Componeren van het bed direct tegen het huis.  Foto: Richard Zweekhorst.

De SOL voegt iets toe, voor de parken en voor de leden. Met de SOL loopt enorm veel expertise rond op het object, daar moet je gebruik van maken. Anderzijds is er ook een andere beweging, mensen die willen leren en snappen waar we mee bezig zijn en hoe we dingen aanpakken. Laten we maar stellen dat de SOL grotendeels informatie komt brengen, waarop de logische vraag: waar gaan leden informatie halen?
Het kleinschalige van de SOL ( Studie Op Locatie) werkt; Tijd voor de tegenhanger SVL ( Studie Van Locatie) en op bezoek bij de tuinbaas, beheerder, ontwerper of onderzoeker.

Met het idee van de SVL slaat het direct een mooie brug naar de mozaïekperken. Op 22 mei zijn deze aangebracht met hulp van een enorm leuke groep vrijwilligers. En is het niet eens goed om zelf te ondervinden hoe het is om dit aan te leggen? Als onderzoeker of bovenmatig geïnteresseerde in historische tuinen weten we al snel te vertellen hoe het allemaal zou moeten en met name wat er fout gaat. Door het zelf eens uit te voeren leer je begrijpen waarom er voor andere soorten gekozen wordt (water geven, wildvraat, wisselteelt enz. ) en hoe lastig het is dat verrekte plantje in het midden te planten. En na een dag ploeteren blijk je ook gewoon mens te zijn en als de grote palm in het midden dan 5 cm uit het lood staat dan kan dat je echt gestolen worden.

Maar het is mooi geworden, ze liggen weer in de zichtlijn op De Viersprong in Woudenberg, kom lekker zelf kijken en anders is er iets te zien op de weblog van www.tuinenvanvroeger.nu.
Richard Zweekhorst


Ingevuld!  Foto: Richard Zweekhorst.

SOL – 15 mei 2010 – De Viersprong te woudenberg


De Viersprong (Woudenberg)  Foto: Marloes Eskens

Op zaterdagmiddag 15 mei beleefde Cascade haar 3de Studie-op-locatie (SOL)-bijeenkomst. Initiatiefnemer was Richard Zweekhorst, die ons had uitgenodigd op De Viersprong (Constantiahoeve) in Woudenberg. Daar is hij ruim drie jaar de tuinbaas.
In verschillende weblogs op onze website heeft Richard ons de afgelopen jaren op de hoogte gehouden van zijn ontdekkingen en werkzaamheden op De Viersprong. Het is een spannende zoektocht geweest om de (tuin)geschiedenis van dit landgoed te achterhalen. De huidige eigenaar heeft toegestemd in historisch onderzoek, dat samen met Cascadevriendin Arinda van der Does is uitgevoerd (www.tuintertijd.nl). Op de website van Richard (www.tuinenvanvroeger.nl) is het resultaat (rapport onderzoek De Viersprong) in te zien.

De bedoeling van de Studie-op-locatie is dat de initiatiefnemer vooraf een of meer vraagstellingen poneert, waar de deelnemers tijdens de bijeenkomst op kunnen reageren. Richard heeft ons twee vragen voorgelegd: 1. hoe bereik je een gunstig milieu voor de ontwikkeling van stinzenplanten en 2. in welke tuinstijl is De Viersprong aangelegd? Voor deze SOL hadden zich 18 deelnemers ingeschreven. Ze kwamen overal vandaan (van Groningen tot Aerdenhout) en ze vertegenwoordigden verschillende vak- en interessegebieden: tuin- en landschapsarchitecten, hoveniers, beleidsmakers en architectuur- en tuinhistorici.

In zijn inleiding heeft Richard ons o.a. het resultaat van het uitgevoerde vergelijkend kaartonderzoek laten zien, dat door Laura Fokkema (ook Cascadedonateur) mooi is gevisualiseerd. Het werkte zeer verhelderend om de gelaagdheid van de structuur van de parkaanleg op deze wijze in beeld te brengen. Tijdens de lange wandeling hebben we op verschillende plaatsen stil gestaan om het uitgevoerde werk, waaronder het terugbrengen van paden en opschonen van bospercelen, te bekijken. Daarnaast is de (on)mogelijkheid van onderbegroeiing besproken. Niet alleen gebrek aan licht, maar ook de aanwezigheid van reeën (EHS!) hebben tot nu toe pogingen om tot een gevarieerdere beplanting te komen, gefrustreerd. Op de vraag hoe we de toegepaste tuinstijl moeten duiden, werd verschillend gereageerd. Van xe2x80x9dis de vraag relevant?xe2x80x9d tot xe2x80x9ceen aanleg waaruit functionaliteit spreekt (bosbouw) gecombineerd met een (landschappelijke) decoratieve aanleg (rond het huis)xe2x80x9d.

Bij deze willen we Richard Zweekhorst en de eigenaren van De Viersprong nogmaals hartelijk bedanken voor de deskundige begeleiding en gastvrijheid. Wie een aanvulling op dit korte verslag wil geven, wordt daartoe van harte uitgenodigd!
Donateurs van Cascade die voor een volgende SOL een uitnodiging willen ontvangen (en zich daarvoor nog niet hebben aangemeld) kunnen een bericht naar de secretaris sturen. U ontvangt dan t.z.t. een aankondiging.
Karen Veenland-Heineman (coördinator SOL)


Het chalet bij De Viersprong (Woudenberg)  Foto: Marloes Eskens