Pompejaanse bank op Duinlust (Bloemendaal).

Op internet las ik de zinsnede ‘Pompejaanse bank op Duinlust weer in zijn oorspronkelijke staat terugbrengen’; een restauratieproject van Stichting Ons Bloemendaal.

In 2008 hadden we in ons bulletin een artikel over het Pompejaanse stibadium (PDF), maar wat dan een Pompejaanse bank is? Ik heb telefonisch contact gehad met mevr. Van Olffen van Ons Bloemendaal en zij stuurde een scan waarop een kleine foto (links) staat en noemde namen als Twickel, Tadema en natuurlijke Pompeii.

Dus even wat beelden:


Halfcirkelvormige bank in Pompeii.


Halfcirkelvormige bank in Pompeii.


De tweede bank in Pompeii vond ik ook in Voyage pittoresque de Naples et de Sicile (1781-1786) van Jean-Claude Richard de Saint-Non.


An exedra (1869), Sir Lawrence Alma-Tadema.  Bron: wikipaintings.org.


Een van de stenen banken van Twickel.

Bestaat er zoiets als een Pompejaanse bank? Wie geeft meer achtergrond? Wat zijn karakteristieken? Andere voorbeelden?  JH

Oproep: 17de en 18de-eeuws tuingereedschap.

Vanaf 11 oktober 2012 is in Museum Boerhaave in Leiden de tentoonstelling Leydse Weelde Groene ontdekkingen in de Gouden eeuw te zien. Zie www.museumboerhaave.nl.

Bij de tentoonstellingsonderdelen buitenplaatsen en siertuinen, maar ook botanie aan de universiteit, de plekken waar het feitelijk werken in de tuin aan bod komt, zouden wij ook graag het gebruikte tuingereedschap tonen. Afbeeldingen uit de 17de en 18de eeuw zijn er voldoende, maar het werkelijk gebruikte gereedschap ontbreekt. Natuurlijk ook niet zo vreemd, het gereedschap was er om gebruikt te worden, niet om te verzamelen.

Hierbij een oproep naar mensen die mogelijk tuingereedschap uit die periode in bezit hebben en ons dat in bruikleen willen afstaan.
Contactpersoon in Museum Boerhaave is Gerhard Kreeftmeijer: gerhardkreeftmeijer@museumboerhaave.nl / 071–5662714.

Geloof in natuur: bloemen van betekenis.

Afgelopen zondag bezocht ik in het Bijbels Museum de tentoonstelling Geloof in natuur: bloemen van betekenis. Het museum is gevestigd in twee grachtenpanden, die bekend staan als de Cromhouthuizen (Herengracht 366-368 Amsterdam). Een unieke privécollectie bloemstillevens uit de 17de en vroege 18de eeuw vormt het hart van de tentoonstelling. Voor het eerst is deze gehele particuliere verzameling in het openbaar te zien. Werken van o.a. Balthasar van der Ast, Ambrosius Bosschaert, Jan Davidsz. de Heem, Osias Beert, Jan van Huysum en Rachel Ruysch zijn tentoongesteld. De panden zijn gebouwd in 1662, in Hollands classicistische stijl, door Philips Vingboons en in opdracht van Jacob Cromhout. De tuin is niet in stijl met het huis ingericht,  maar moet een hortus conclusus verbeelden, een middeleeuws symbool voor de reinheid en onaantastbaarheid van Maria. In het kader van het jaar van  de historische buitenplaats is ook nog vermeldenswaard dat de familie Cromhout ’s zomers naar de Beemster trok en daar de buitenplaats Kromhout bewoonde (www.beemsterbuitenplaatsen.nl). De Jacob Cromhout die als opdrachtgever wordt genoemd van de grachtenpanden en die op Beemsterbuitenplaatsen wordt opgevoerd lijken mij niet dezelfde persoon want de laatste is pas in 1671 geboren. Hoe dat precies zit kon ik niet zo snel nagaan.

Nu de tentoonstelling. Het gaat maar om 15 schilderijen, waarvan het merendeel bloemstillevens en enkele pronkstukken / tafelstillevens. Verder een Kunstboek van Catharina Backer met plantentekeningen en enige boeken en prenten als achtergrondinformatie. De bloemen zijn gedetermineerd door de bioloog en bloemstilleven-specialist Sam Segal, door wie ook de begeleidende tekst van het boekje is geschreven. De nadruk wordt gelegd op het feit dat deze kleine collectie de hele ontwikkeling van het 17de en vroeg-18de-eeuwse bloemstilleven laat zien: van symmetrische bloemstukken naar bloemboeketten in losse schikking. Naast de determinaties geeft Segal in zijn boekje en in een hand-out de ‘mogelijke’ symbolische betekenis van de planten op, jammer genoeg zonder bronnen te vermelden. Toch zal ook ‘mogelijke’ symboliek verklaard moeten worden lijkt mij, of kun je met toevoeging van dit woordje afkomen van nader onderzoek? CO

Bloemen in een witte stenen vaas (1671), Dirck de Bray. Part. Coll.
De bloem op het afgebeelde schilderij, rechtsonder op tafel, is Convolvulus tricolor of Dagschone. In de kringen van Prins Willem III heette deze bloem Princenbloem (zie beschrijving in Den Nederlandtsen Hovenier, van Jan van der Groen) vanwege de blauwe en goudgele heraldische kleuren (is geplant in de Koningstuin op Het Loo). De ‘mogelijke’ symboliek op deze tentoonstelling vermeldt Deugdzaamheid en Heilige drie-eenheid. Precies in dezelfde tijd. Zo zie je maar, symboliek in de 17de eeuw is niet éénduidig.

Erfgoedproject Vlaskamp officieel gestart.


Gerrit Vlaskampstege in Stiens.  Foto: Aly van der Mark.

Afgelopen 4 juli is een omvangrijk erfgoedproject rond de Vlaskamp-tuinen in Fryslân en Groningen gestart. In Stiens werd een straatnaambordje met Gerrit Vlaskampstege onthuld. Aansluitend volgde een rondwandeling door de aangrenzende Vlaskamp-tuin, tegenwoordig in het bezit van de familie Van Riemsdijk uit Wageningen.

Met de originele plantenlijst in de hand gaat Anne Wolff (Rijksuniversiteit Groningen) zo’n tachtig tuinen in Fryslân en Groningen inventariseren. Verder wordt er gezocht naar oude structuren, zoals het padenverloop, aanwezige waterpartijen, hoogteverschillen en beplantingsstructuren. Met deze nieuwe kennis moet een beeld worden geschetst van de typische Vlaskampstijl en hoe deze zich onderscheidt van de tuinen van zijn tijdgenoten. Van deze zoektocht wordt een documentaire gemaakt. Hierin staat het leven van Vlaskamp centraal, maar ook de mensen achter de tuinen, vroeger en nu. De gegevens van de inventarisatie worden openbaar gemaakt via een speciale website en de data vormt mede de basis voor een overzichtsboek van de hand van Aly van der Mark. Vervolgens wijdt het nieuwe Fries Museum een expositie aan de 19de eeuw, met het tijdsbeeld waarin Gerrit Vlaskamp floreerde.

De nog bestaande Vlaskamp-tuinen zelf komen ook aan de beurt. Eigenaren die belangstelling hebben voor de restauratie van hun tuin kunnen hierin worden begeleid.  JH

Tentoonstelling Groen van Toen, Spec Coll WUR.

Vanaf 9 juli is de tentoonstelling ‘Groen van Toen: Van buitenplaats tot schooltuin’ te zien in de Forumbibliotheek op Wageningen Campus.

Grote technische ontwikkelingen en toenemende welvaart hebben in de loop der eeuwen de natuur dichter bij de mens gebracht. In deze tentoonstelling staat de gebruiker van het groen centraal. Rond drie thema’s, Particulier groen, Wandelen in openbaar groen en Wonen in het groen, wordt de bezoeker meegenomen langs tuinen van adel en burger, door openbare parken, dierentuinen en schooltuinen en tenslotte door tuinsteden, villaparken en arbeiderswoonparken.

De tentoonstelling toont aan dat de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur altijd beïnvloed is geweest door ideeën uit Duitsland, Frankrijk en Engeland. Er worden boeken getoond van auteurs zoals Petrus Lauremberg (Horticultura, libris II, 1632), A. Alphand (Les promenades de Paris) en W. Robinson (God’s acre beautiful, 1883). Hun invloed is terug te vinden in boeken, kaarten, foto’s en ontwerpen van o.a. C. Huygens (Vitaulium: Hofwyck uit 1653), Jan Kops (Index plantarum), Leonard Springer en vele anderen. De tentoongestelde documenten geven een tijdsbeeld van het ‘Groen van Toen’.

Deze tentoonstelling is samengesteld in samenwerking met Carla Oldenburger (oud-conservator Bibliotheek Wageningen UR) en Johanna Karssen (medewerker Speciale Collecties) en sluit aan op het Jaar van de Historische Buitenplaats en de Open Monumentendag (8-9 september). Informatie over Nederlandse historische tuinen: databank TUiN.

Openingstijden: 9 juli – 30 november, maandag – vrijdag, 9.00 – 17.00 uur.
Leeszaal Speciale Collecties, Forum (geb. 102), Droevendaalsesteeg 2, 6708 PB  Wageningen.

IJskelder ontbloot.


‘Ontblote’ ijskelder van kasteel Heeze.  Foto: René Manders.

De ijskelder bij kasteel Heeze is vrij gegraven. Dit geeft een mooi beeld van de opbouw van een ijskelder waarvan normaal enkel een ingang naar een naar het lijkt opgeworpen heuvel grond te zien is.
De ijskelder stamt uit 1907 en meet uitwendig ongeveer 5,5 x 7,7 x 4,2 (bxdxh). Het (voor)portaal kent 2 compartimenten en had holle deuren. De ijskelder heeft een uitzonderlijk brede spouw rondom de ijsruimte: 42,5 cm bij de voor- en achtermuur en 34 cm boven het tongewelf. De spouw kende vroeger een vulling van turfmolm.
Voor het ‘ijzen’ (vullen) was vroeger 7 man nodig; 80 boerenwagenvrachten ijs ging er in. Op de zandbodem werd eerst een dunne laag takkenbossen uitgespreid, deze werd afgedekt door 30 cm turfmolm en dan volgden de ijsblokken; zonder tussenlagen van zaagsel of turfmolm, met één blok ijs als resultaat.
In WO II hebben Duitse soldaten de ijskelder met handgranaten en machinevuur bestormd. Men dacht dat er sprake was van een bunker. Slechts ijs werd aangetroffen.

Omdat verzakkingen waren geconstateerd is de ijskelder vrij gegraven. Nu blijkt de schade veel groter, waarschijnlijk door boomwortels veroorzaakt. Herstel vraagt om afbraak tot op een meter boven de grond en vervolgens opnieuw opmetselen. En het vraagt naar schatting 20 tot 30.000 euro.  JH

Zie ook A.W.Reinink en J.G.Vermeulen, IJskelders, koeltechnieken van weleer (1981).


De ijskelder in 2011.  Foto: Margot van den Boer.

De beelden van Moerenburg te Tilburg.


Detail, tuin, van schilderij ‘t Huis Moerenburgh (Tilburg).

In nov 2006 hadden we een berichtje over Schilderij ‘t Huis Moerenburgh (Tilburg).

Guido van den Eynde, gemeentelijk archeoloog Tilburg, komt nu met het navolgende:

Voor de illustratie van een boek over de verdwenen buitenplaats Moerenburg in Tilburg ben ik op zoek naar foto’s van tuinbeelden die vergelijkbaar zijn met de tuinbeelden die op het schilderij staan dat ca. 1700 van de buitenplaats is gemaakt.

Ik zoek foto’s van antieke tuinbeelden in dezelfde houding en liefst gefotografeerd vanuit hetzelfde perspectief als de beelden op het schilderij.


     

Als toevoeging [JH], het schilderij staat in Aardse Paradijzen (deel I) van Erik de Jong en Marleen Dominicus van Soest. Zij identificeerden de beelden als volgt:
– centraal Venus
– met de klok mee Hercules, Minerva, Flora en Apollo

Artis als historisch stadspark.


Artis Academie-lezing door prof. dr. Erik A. de Jong, Artis-professor
dinsdag 7 augustus 2012
20:00 – het Planetarium, Artis Amsterdam

De Open Monumentendag 2012 aanstaande september, zal gewijd zijn aan ‘Groen van Toen’. Dat is een goede gelegenheid na te denken en te spreken over de betekenis van groene monumenten en met name het Artis-park als behorend tot ons erfgoed. Op wat voor wijze is een park historisch te noemen, gelden daar voor andere oordelen en uitgangspunten dan voor architectuur? Hoe kan men omgaan met een dergelijke structuur uit het verleden, hoe laat het zich behouden en vernieuwen?

Bovenal, hoe kunnen we de specifieke groene geschiedenis van een park als Artis begrijpen, lezen en ervaren?De lezing zal Artis zien als onderdeel van de Plantage en als een van de eerste stadsparken die in Amsterdam in de 19de eeuw werden aangelegd. Deze stedelijke context is van het grootste belang: want wat is een stad zonder parken, van toen, van nu?

Om een Artis-lezing te bezoeken hebben zowel Artis-leden als niet-leden een toegangsbewijs nodig. De entreeprijs voor een lezing is inclusief een drankje vooraf én in de pauze. De entreeprijs voor een Artis-lezing is € 12,50, Artis-leden betalen € 5,-. Koop uw toegangsbewijs online of in de voorverkoop aan de Artis-kassa.

Zie ook www.artis.nl.

Kasteel Groeneveld weer open, met boek en tentoonstelling.

Gisteren werd het eerste exemplaar van het nieuwe boek Kasteel Groeneveld buitenplaats voor stad en land overhandigd aan Chris Kalden, directeur Staatsbosbeheer. Een mooi dik boek, gepresenteerd in het verbouwde kasteel Groeneveld. Kasteel Groeneveld is een ensemble volgens Kalden, van triple E gehalte. Inderdaad E en niet triple A, het is de E van Ensemble. De officiële opening van kasteel Groeneveld vindt overigens pas plaats op zondag 16 september, maar vanaf 3 juli kunt u alweer in het huis terecht.


Kasteel Groeneveld (1763), H. Stoopendaal.


Behangsel in de Grote Zaal, met Jan Lucas van der Dussen.
Met het boek is eindelijk de vraag wie de vleugels aan Groeneveld liet bouwen definitief beantwoord. In het familie-archief Van der Dussen in het archief van de Hoge Raad van Adel in Den Haag heeft Heimerick Tromp de details kunnen vinden. In 1755 koopt Jan Lucas van der Dussen (1724-1773) Groeneveld. Hij gaat dit bewonen met zijn broer Bruno (1714-1760) en diens vrouw Maria Johanna Schuyt (1721-1798). De twee broers besluiten samen de grote verbouwing te laten uitvoeren en te betalen. De eerste posten dateren van november 1758, de laatste uit de loop van 1760. Alle details, namen van betrokken personen en de kosten zijn te vinden in het boek. Meer over het boek in onze meest recente nieuwsbrief of op de site van Groeneveld.

Ook is nu de tentoonstelling Amsterdammers en hun buitenplaatsen gestart. Deze tentoonstelling kwam tot stand in nauwe samenwerking met het Oudheidkundig Genootschap Niftarlake die in 2012 haar 100-jarig bestaan viert. Tentoonstelling, boek, huis, tuin, park en Grand Café, een mooie mix en redenen om weer even een bezoek te brengen. JH


Tentoonstelling Amsterdammers en hun buitenplaatsen.  Foto: Jan Holwerda.