Bijna 75 jaar Oude Hollandsche tuinen van Anna Bienfait

Anna Gerarda (Anna) Bienfait (1867-1942) is een overbekende naam in de geschiedenis van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur. Niet door tuinen en parken van haar hand, maar door haar standaardwerk Oude Hollandsche tuinen (1943). Dit jaar is het 75 jaar geleden dat Anna overleed en volgend jaar is het 75 jaar geleden dat haar standaardwerk verscheen. Dat vraagt om een stukje aandacht.

Aanleiding tot de voorgaande zinnen was dat ik, 3 jaar te laat, stootte op webpages van UB Heidelberg met een in 2014 gehouden tentoonstelling betreffende Marie Luise Gothein (1863-1931) en haar Geschichte der Gartenkunst (1914). Die tentoonstelling is voorbij, maar er is
. een boek ‘Es ist schon eine wunderbare Zeit, die ich jetzt lebe’ – Die Heidelberger Gelehrte Marie Luise Gothein (1863-1931) (zie hier)
. een virtuele tentoonstelling (je moet even de logica van het bladeren doorhebben. ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’ zou Cruyff zeggen)
. de twee delen van Geschichte der Gartenkunst zijn digitaal beschikbaar
. en voor wie liever de Engelstalige versie leest of doorbladert, A history of garden art staat voor u klaar.

Als je dat allemaal ziet dan moet er ook iets met die 75 jaar Oude Hollandsche tuinen gedaan worden, zou je zeggen. Anna Bienfait is niet Er stond een vrouw in de tuin van Anne Mieke Backer gekomen (niet iedere vrouw van de ‘kandidatenlijst’ heeft het gehaald).
Een digitale versie Oude Hollandsche tuinen is er al. Overigens al jaren, dat zal waarschijnlijk reden voor de beperkte grootte van het ‘displayvenster’ zijn: tekstdeel & plaatdeel (maar een eigen exemplaar blijft het mooist)
Jan Holwerda

Voorlinden (Wassenaar) revisited


Voorlinden (Wassenaar)  Foto’s: Joost S.H. Gieskes

Het Voorlindenmuseum is een strak uitgevoerd en overwegend transparant gebouw. Waar een muur noodzakelijk is heeft deze een duinzandkleur. Als contrast met het museum zijn de kleurrijke, meanderende tuinen van Piet Oudolf een ware vondst. Zowel de tuinen als het gebouw profiteren van dit ensemble. De bijgaande foto’s zullen u daarvan overtuigen. JG

Eerder haddden we berichten over de museumplannen, zie hier en hier.






Buitenplaatsen op de Utrechtse Heuvelrug

OVERGENOMEN

8 September verschijnt Buitenplaatsen op de Utrechtse Heuvelrug van de hand van Anne van Rooij–van Wijngaarden [adviseur monumenten en cultuurhistorie Gemeente Utrechtse Heuvelrug].

De gemeente Utrechtse Heuvelrug telt maar liefst 44 historische buitenplaatsen en landgoederen, elk met hun eigen geschiedenis en identiteit. Gezamenlijk beslaan ze een groot deel van het grondgebied van deze gemeente. Deze beeldbepalende buitenplaatsen vormen een prachtige historische toevoeging aan de groene omgeving van de Utrechtse Heuvelrug. De statige huizen staan niet op zichzelf maar worden omgeven door zorgvuldig aangelegde tuinen of parken en bijgebouwen zoals een koetshuis, oranjerie of duiventoren.

Het karakter van de gemeente Utrechtse Heuvelrug wordt voor een belangrijk deel bepaald door haar buitenplaatsen. Vanaf de zeventiende eeuw, maar met name in de negentiende eeuw, lieten veel rijke stedelingen hun oog vallen op de Utrechtse Heuvelrug voor hun verblijf buiten de stad en schoten buiten plaatsen als paddenstoelen uit de grond. Deze concentratie van buitenverblijven vormde de Stichtse Lustwarande, een strook van buitenplaatsen tussen De Bilt en Rhenen. Deze omgeving was erg in trek aangezien het landschap met een overgang van laag naar hoog en van klei naar zand de perfecte basis voor de aanleg van romantische landschapstuinen schiep. Hier liggen bijzondere buitens als Sparrendaal in Driebergen-Rijsenburg met een voornaam achttiende-eeuws buitenhuis en Broekhuizen in Leersum met een groots park in Engelse landschapsstijl. Onder de buitenplaatsen bevinden zich ook eeuwenoude kastelen, met bekende namen als Huis Doorn en Kasteel Amerongen.

Buitenplaatsen op de Utrechtse Heuvelrug behandelt de 44 buitenplaatsen die de gemeente Utrechtse Heuvelrug rijk is. De buitenplaatsen zijn een lust voor het oog, met hun fraaie parken en indrukwekkende tuinen. Hun geschiedenis geeft een bijzonder inkijkje in het leven van gefortuneerde en adellijke families.

Anne van Rooij–van Wijngaarden, Buitenplaatsen op de Utrechtse Heuvelrug, Utrecht 2017, ISBN 978-90-5345-527-2, € 19,95, 144 p.
Inkijkexemplaar ; bestellen.

Cursus lezen van historisch kaartmateriaal

GETIPT & OVERGENOMEN
Cursus lezen van historisch kaartmateriaal, op Hogeschool Van Hall Larenstein

Bent u als professional of als vrijwilliger werkzaam in het landschapsbeheer en/of de historische geografie? Wilt u meer te weten komen over het verzamelen, lezen en interpreteren van historisch kaartmateriaal? En zo meer inzicht krijgen in het huidige cultuurlandschap? Dan is deze cursus een goede keuze voor u!

In de cursus komen zowel historische als oude topografische kaarten aan bod. De betekenis van symbolen en waarom gegevens wel of niet vermeld staan op kaarten, wordt uitgelegd. Het zelf werken met en interpreteren van historisch kaartmateriaal vormt een belangrijk onderdeel van deze cursus.
Praktische informatie

Locatie: Velp of op locatie in de Achterhoek
Kosten: € 950,- (leden van de Vereniging van Afgestudeerden 20% korting)
Cursusduur: 5 dagen
Startdatum: 24 oktober 2017 (16.00 -21.00 uur)

Programma van historisch kaartmateriaal
Aanmelden Cursus lezen van historisch kaartmateriaal
Cursusaanbod Velp & Leeuwarden

Een hoogst eentoonig stuk Friesland

Iets van dat lege land: Gezicht op dorp Deinum vanaf Ritzumazijl gezien (1844), Jacob Symons Bonga  Bron: Fries Museum

Reisverslagen verhalen wat gezien is, maar soms ook wat er juist miste. En als het een landschapsomschrijving betreft en hetgeen wat gemist wordt als een rijtje wordt opgesomd, dan kun je haast een ‘landschapsstijl-omschrijving’ verkrijgen. Zoiets is te vinden bij Hebelius (tegenwoordig zouden we hem Harry noemen) Potter in zijn Reize door de oude en nieuwe oostelijke departementen van het Koningrijk Holland, en het Hertogdom Oldenburg, gedaan in den jare 1808.

… de trekvaart tusschen Harlingen en Franeker levert juist niet zeer veel belangrijks op: het gezigt is veelal hoogst eentoonig: nergens ziet gij op de oevers van dezen stroom, noch natuurlijke, noch door kunst gevormde bergen of dalen: geene trotsche bosschen of kronkelende beken: geene statige watervallen, of lagchende tuinen en het oog bekoorende lusthuizen: geene donkere cypressen of kwijnende treurwilgen: geene Romaneske, met ontzettend ruime ledige voorhoven voorziene kasteelen, die de gedachten zoo maar in een oogenblik een paar duizend jaren terug leiden: geene geheel of gedeeltelijk vergruisde en half tot stof verzonkene sloten en burgten, met vreesselijk krakende deuren en verroeste grendelen, in welker oude gescheurde muren de winden huilen en uilen sints eeuwen nestelen, met scheef in de sponning hangende en met wild gras begroeide vensters, uit welke wel eens Edele Dames en fiere Matronen, dappere Ridders, uit klinkklare wanhopige liefde, tegen elkander zagen schermutselen, om den kop te verliezen of den prijs der schoonheid te behalen. Van alle die fraaijigheden ziet gij hier volstrekt maar niets…

Gezicht op het dorp Midlum (18e eeuw), Pieter Idserts  Bron: Fries Museum

Direct daarna corrigeert hij zichzelf, want direct na Harlingen in Midlum verheft zich eene soort van kunstberg, een aartig stuk werks in der daad, behoorende bij de Pastorij des gemelden dorps: beneden aan den voet van dit kunstgewrocht is eene kleine grot, door de kruin van eenen hooggestamden Vruchtboom overschaduwd: eene diepe sombere stilte heerscht aldaar, die de zoetste kalmte in het hart stort en de lust tot peinzen gaande maakt: ter wederzijden klimt men op langs een gemakkelijk voetpad naar den top des bergs, die geheel vlak is, gelijk de tafelberg in Afrika, doch met dat onderscheid, dat men hier een latwerken zomerhuisje vindt, waarin men zich na het opklimmen kan nederzetten om van de vermoeijing uitterusten, en het heerlijkste gezigt te genieten, dat men zich verbeelden kan, zoo wel over de omliggende landstreek, als op de zee, en de stad Harlingen, die zich, van dezen kant gezien, ongemeen schoon voordoet. Jammer [gelukkig, we klagen verder] is het, dat de vliegende Noorden- en Noordwesten-winden, welke hier zoo dikwijls waaijen, dit genot zeldzaam langer dan voor een oogenblik, mogelijk maken…
Jan Holwerda

Welke tuingereedschappen?


In Paleis op de Dam, met de hoek met Saturnus (links) en Cybele (rechts); het gaat om de linker doorgang  Foto: Alette Fleischer

Een vraag van onze Cascade vriend Alette Fleischer die foto’s nam in Paleis op de Dam, in de hoek tussen de hoogreliëfs van Saturnus en Cybele. Het gaat om het beeldhouwwerk ‘in’ de doorgang (op de ‘zijkanten’) naar het trappenhuis bij Saturnus.

Hieronder foto’s van een beeldhouwwerk waarin afgebeeld enige tuingereedschappen. Een soort zwabber, een schaar en iets dat lijkt op een katrol? Of een soort zaaischep? Op tweede festoen (rechts) zie je ook zo’n zwabber, stokken met touw (voor het afsteken van perkjes). Onderaan nogmaals de eerste foto in meer detail.

Wie o wie heeft weet hier meer van?
Grote dank alvast voor uw moeite!
Hartelijke groet,
Alette Fleischer


Vastleggen die oevers!


Westerhout (ca. 1900 Haarlem)  Bron: Noord-Hollands Archief

Twee foto’s die fraai zijn. Die Westerhout te Haarlem betreffen en daarom net even langer het oog trekken (in meest recente nummer van Cascade bulletin staat namelijk een artikel van Henk vd E over Westerhout). Maar ook twee foto’s die zeker na inzoomen ‘indruk’ maken. Als ware het de oevers van Rijn of Waal…
Jan Holwerda


Detail bovenstaande foto, met vastgelegde oever  Bron: Noord-Hollands Archief


Westerhout (ca. 1900 Haarlem)  Bron: Noord-Hollands Archief

Als door de bliksem getroffen dood…


Vermoedelijk de Hoofdstraat van Velp (ca. 1790), waar het logement van Abeling was
Bron: Gelders Archief

Weer een kort heerlijk reisverslag aan het lezen, met nu en dan zo’n reisverslagoverdrijving.

… waar [Velp] wij dan ook ten ½8 hongerig en vermoeid aankwamen. Een huisvader die op het alleronverwagtst zijn vrouw en kinderen door de bliksem getroffen dood voor zijn voeten ziet nedervallen, kan onmoogelijk meer aangedaan

dan zit je op het einde van de bladzijde en denk je waar gaat dit heen, snel omslaan…

zijn, dan wij het waaren toen wij hoorden dat wij te laat kwamen en er geen eeten meer voor ons was. Snikkende en schier levenloos van schrik zeegen wij op onze stoelen neder

Het kan maar tegenzitten 🙂 maar het komt goed

doch de gevoelige Jufrouw Abeling trooste ons met de hoop zij nog wel iets voor ons zoude zien te krijgen. Waar op dan ook een schoteltje opgewarmde snijboonen en 11 & ½ koude aardappelen tevoorschijn kwamen

Jan Holwerda

Gevraagd: historisch materiaal tuin Vijverhof (Nieuwersluis)


Vijverhof (ca. 1900, Nieuwersluis)  Bron: Het Utrechts Archief

Verzoek van onze Cascade vriend Mia Hopperus Buma.
Naar aanleiding van allerlei ontwikkelingen rond de buitenplaats Vijverhof in Nieuwersluis, vlak boven Breukelen, is Mia zoekende naar historisch materiaal over de tuin van Vijverhof, materiaal dat ondersteunend kan zijn bij pogingen tot behoud van deze tuin.

Vijverhof is in de tuingeschiedenis overbekend door haar eigenaresse Agnes Block (u weet wel, van de eerste vruchtdragende ananas van Europa). In 1813 werd het terrein bij de ten noorden liggende buitenplaats Over Holland gevoegd en werden huis en overige opstallen afgebroken. In 1866 volgde afsplitsing van het zuidelijke deel en de bouw van het huidige huis Vijverhof. En ca. ca 1910-20 volgde weer een splitsing van dat perceel en ontstond ten noorden van Vijverhof Vijverhoeve. De tuinaanleg en vijverpartij van het huidige Vijverhof behoren in elk geval tot de oorspronkelijke tuinaanleg uit de 19de eeuw. Maar zou ook nog een onderdeel kunnen uitmaken van een eerdere tuinaanleg. Mia is zoekende naar meer informatie betreffende de tuinaanleg en bijvoorbeeld materiaal ter datering van de vijver.
Reacties kunnen naar Mia Hopperus Buma, info@miabuma.nl