Wie herkent dit hout?

Bij de restauratiebegeleiding door André Viersen van BBA op kasteel Amerongen speelt een vraag rond de identificatie van houten vloerdelen, die ik graag op Cascadexe2x80x99s weblog voorleg, in het bijzonder aan onze bomenkenners.

Na de verwoesting van 1672 is kasteel Amerongen in 1676 herbouwd. In het herbouwde kasteel bevindt zich aan de westzijde een 12,93 x 7,76 meter grote zaal. Het bijzondere aan deze zaal is dat hij voorzien is van vloerdelen, die zich over de volle lengte van de zaal uitstrekken. De vloerdelen zijn met behulp van eikenhouten klossen op de balken bevestigd, waardoor er aan de bovenzijde geen zichtbare bevestiging is. De delen zijn gemiddeld tussen de 25 tot 30 cm breed en bijna 13 meter lang. Het hout is vrijwel zonder noesten uitgevoerd en de aangetroffen noesten zijn zeer klein. Dergelijke houten delen met een hoge mate van natuurlijke perfectie zijn thans onvindbaar, maar zullen ook in de 17de eeuw al zeer schaars zijn geweest. Dit geeft aan dat men indertijd de nodige moeite zal hebben gehad om deze planken te vinden.

Uit bronnen weten we dat de vloerdelen zeer waarschijnlijk uit Pruisen komen. Een brief, gedateerd 9 januari 1680, geeft de volgende informatie: xe2x80x98Memorie voor mijn Heer Roulé / Omme de moijten te neemen van sich txe2x80x99informeren in Pruijssen, hoeveel het stuck van de naevolgende deelen ter plaetse souden kosten, als mede de vracht van daar tot Amsterdam, te weeten 22 stuck Pruijsse deelen sonder noesten off scheuren, maer heel gaeff, yeder langh 42 1/2 voet Rhijnlants, & breet boven op de top off aen txe2x80x99 eijnde een voet Rhijnlants. Item 6 stuck van deselve deugte en breede maar alleen 36 voeten langh. NB de deelen moeten twee Toll dick sijn.xe2x80x99 In hoeverre Pruisen de plaats van herkomst is of dat de vloerdelen slechts via Pruisen werden geïmporteerd is niet bekend.

De bovenzijde van de planken hebben het uiterlijk van grenenhout. Opvallend is echter wanneer we de doorsnede van het hout bekijken, dat het hout relatief vettig is en een sterke, donkere doortekening heeft. Een dergelijke structuur is voor grenen hout niet gebruikelijk. Gewoonlijk is grenenhout minder vettig en heeft niet zoxe2x80x99n donkere doortekening.

De vraag is of iemand weet welke specifieke soort grenen (of wellicht ander soort naaldhout) toegepast is en van welk type boom het afkomstig is en of een exactere plaatsbepaling mogelijk is.

Karen Veenland-Heineman

Klik op foto’s voor grotere weergave. Linksboven kopse kant van vloerdeel, onder de vloer in zaal van Amerongen  (laden kan even duren, afh. van uw verbinding)

‘jubileumexcursie’ literatuur

Naar aanleiding van de jubileumexcursie ontving Elisabeth Waller vanuit het Duitse nog een 2-tal titels:

Gärten und Parks im Rheinland
Herausgegeben vom Landschaftsverband Rheinland
Köln 2007 Wienand Verlag
ISBN 978-3-87909-915-3

Gärten und Parks an Rhein und Maas
Herausgegeben vom Verein Straße der Gartenkunst zwichen Rhein undnMaas e.V.
Duisburg 2006 Mercator Verlag
ISBN 3-87463-397-7

Tentoonstelling ‘Tuinen bij Overijsselse Buitenplaatsen’ (2)

Afgelopen zaterdag de tentoonstelling Tuinen bij Overijsselse Buitenplaatsen bezocht.

Ontwerpmateriaal van de hand van Marot, Husly, Blom, Zocher, Petzold, André, Poortman, Copijn, Springer en van Gessel; veelal originelen, soms een reproductie. Prenten, litho’s, schilderijen e.d. door Pronk, Schipperus, Rhijnvis Feith, Snebbelie en anderen. Ansichtkaarten, en oude en meer recente (lucht)foto’s. Materiaal uit archieven en particuliere collecties.

Als wel vaker gezegd, veel materiaal wel eens gezien (m.n. in boeken), maar in het echt zegt het zoveel meer! Ik wist bv niet dat die Petzold van Twickel meer dan 3m bij meer van 2m is. Of dat sommige kaarten en ontwerpen in kleur zijn. En een enkel object nog helemaal nooit gezien. Een zeer fraaie, voor mij onbekende, was een anoniem ontwerp voor Schoonheeten, ‘Ontwerp voor het Engelse Werk’ met een korte legenda c.q. aanwijzingen; gedateerd ca. 1780. Helaas heb ik geen foto of scan, maar de tekst kon ik wel overnemen:

A. Engelsche Bosjes, Partaires wijsse aangelegt, moeten alle met Bloemboomen van een tot vier voeten hoog beplant sijn, namelijk de buijtenkanten langs de allees moeten vier voeten sijn, en van binnen na rato van een tot 3 voeten hoog

B. twee Bosquetten in de Bosjes A. moeten met Bloemboomen, en somer off saatbloemen beplant worden.

B. in ’t Engelsebosch sijn bloemboomen op gras geplant van verscheiden soorten moeten alle opgaande sijn

C. Engels Bosch moet sijn van allehande soorten van boomen die bloemdragen opgaande tot 25 a 30 voeten

D. Een frans Bosquet, moeten alle vragdragende boomen sijn, als Franse Castanies, Moerbeesien, Persiken, Amandelen, Appelen, Peeren, Pruijmen, Karsen & alle opgaande boomen

Tentoonstellingen met dit soort materiaal ‘pakken’ mij!  JH

Weldam, Edouard André (1885)    Bron: Landgoed Weldam

Archeologisch onderzoek naar kasteeltuinen Montfort (Limburg) (3).


Kasteeltuinen Montfort (1743)   Bron: www.archeologie-posterholt.nl.

Eerder waren er weblogs over ‘Archeologisch onderzoek naar kasteeltuinen Montfort (Limburg)’.  Nu, via Huub Schmitz (als vrijwilliger van de Heemkundevereniging Roerstreek meegeholpen aan de opgravingen) en zijn website, iets over de resultaten.

Het doel van de opgraving was om na te gaan wat er nog aan sporen van deze tuinen in de ondergrond aanwezig was en of deze ingepast konden worden in de bestaande tekeningen om zo te achterhalen in hoeverre de schaal waarop deze tekeningen waren gemaakt overeenkwam met de werkelijkheid. Ook kon men misschien aan de hand van monsters van pollen en zaden proberen te achterhalen wat er zoal in die tuinen was aangeplant.

Bij de eerste proefsleuven werd al duidelijk dat het gehele perceel ten behoeve van de aanleg van de tuinen is opgehoogd, soms wel 1,5 meter. Lagen van verschillend materiaal, waaronder sloopafval van het kasteel werden waargenomen.
De meest opvallende vondst waren de restanten van twee bruggenhoofden. De centraal gelegen brug is in de oude tekeningen heel goed zichtbaar. In de bedding van de gracht die onder de brug door heeft gelopen bevonden zich de restanten van 20 houten pijlers waarvan de grootste nog ca. 1,5 meter onder de beekbedding was ingegraven.

Ook zijn de sporen teruggevonden van parallel naast elkaar gegraven greppels en oevers en hoeken van vijvers uit de tuinen, maar de sporen van oevers van waterpartijen waren nog maar zwak en in de twee meter brede sleuven maar slecht waarneembaar. De gevonden sporen zijn waarschijnlijk voldoende om deze in te passen in de vroegere tekeningen zodat de exacte ligging bepaald kan worden.

De rapportage van de opgraving zal t.z.t. verschijnen; door de opgraver (Grontmij) zijn veel foto’s gemaakt.  JH


Bruggehoofd  Bron: www.archeologie-posterholt.nl.

Tentoonstellingen


‘De tuyn en huys van den baron Heyden te Ootmarssen’ (berceau en fontein)
Abraham Meyling (1733) Bron: Historisch centrum Overijssel

Afgelopen weekend heb ik de page met tentoonstellingen, lezingen e.d. bijgewerkt. Links staan eveneens een aantal links naar een en ander. Hier ook nog even een aantal nu lopende tentoonstellingen genoemd:

Pietatet et Virtute‘ (Zwolle). De adel en hun leven in Overijssel vóór 1795, over wat de adel tot xe2x80x98adelxe2x80x99 maakte. Een virtueel bezoek brengt u via internet, via internet is een mini-tentoonstelling met o.a. prenten van Pronk, Meyling, de Haen 

In dienst van de landheren van Oranjewoud‘ (Heerenveen). Over het leven en werk van de bedienden in huis, de koetsiers en de stalknechten, de tuinlieden en de boswachters van de buitenplaatsen van Oranjewoud. Met de tentoonstelling verscheen het boek In dienst van de landheren van Oranjewoud van de hand van drs. Rita Mulder-Radetzky en Barteld de Vries. Klik hier voor artikel uit Friesch Dagblad.

Tuinen bij Overijsselse buitenplaatsen‘ (Zwolle). Over 13 tuinen bij Overijsselse buitenplaatsen, met ontwerpen van Marot, Petzold, Poortman, Springer en Copijn, maar ook tekeningen, schilderijen, fotoxe2x80x99s en enkele archiefstukken.

Wonen in de Bollenstreek‘ (Lisse). Beelden van niet meer bestaande buitens in het gebied tussen Haarlem en Leiden.  JH

Snippendaaltuin, De Hortus Amsterdam


Snippendaaltuin, De Hortus Amsterdam  Foto: Elmer van der Marel

Mijn krant, de Gelderlander, besteedde 2 weken geleden aandacht aan de opening van de Snippendaaltuin. Klik hier voor de internetversie van dat artikel en lees en klik voor meer via het navolgende:

De Hortus Amsterdam, opgericht in 1638, kreeg in 1646 Johannes Snippendaal als xe2x80x98praefectus horti’. Hij bracht de gehele toenmalige collectie in kaart. 796 verschillende, voornamelijk medicinale planten, maar ook bijzondere siergewassen werden geteld en in de eerste catalogus opgenomen.  Deze catalogus is vertaald en de collectie wordt nu getoond in een door Bureau SB4 ontworpen, eigentijdse tuin welke verwijst naar de strakke, rechthoekige bedden uit de 17de eeuw.

Er bestaan nog twee originele exemplaren van de Snippendaal-catalogus. Eén bevindt zich in de British Library in Londen. Het andere exemplaar bevindt zich in de Herzog August Bibliothek in het Duitse Wolfenbüttel. De catalogus van Snippendaal kent nog de lange, beschrijvende, pre-Linneaanse plantennamen. Een vertaling naar Linneaanse namen werd eerder gemaakt door de Duitse leraar, florist en biohistoricus Kurt Wein. Hij documenteerde zijn conclusies echter niet. De vertaling van Wein is daarom geactualiseerd volgens de laatste nomenclatuur en vergeleken met andere bronnen.

Klik hier voor meer informatie over de Snippendaalcatalogus. Onderaan deze page is Snippendaalcatalogus te downloaden; en aanvullingen en correcties op de catalogus worden verwelkomd.
Verder klik hier voor meer informatie over Johannes Snippendaal.


Titelblad van de Snippendaal-catalogus (1646)  Bron: de hortus

Tot slot, er verscheen ook een boek, Kruidenier aan de Amstel. De Amsterdamse Hortus volgens Johannes Snippendaal (1646), B. Baljet, F. Bouman en E. Zevenhuizen (en 2).   JH

Historische cartografie tot leven gebracht


De landmeter  Bron: Tresoar

Op 13 oktober 2007 wordt bij Tresoar  (Fries Historisch en Letterkundig Centrum, Leeuwarden ; bij De Prinsentuin) een Cartografisch Evenement georganiseerd. Aantal onderdelen waar het oog direct op valt:
– een demonstratie kaarttekenen uit de periode rond 1800
– het in kaart brengen van een deel van de Prinsentuin
– demonstratie drukken oude kaart
– lezing ‘ontdekkingstocht op de 18e eeuwse kaarten van grietman Johan Vegelin van Claerbergen’

Voor een ieder die niet komt of kan komen (ikke dus) is er digitaal kaartmateriaal, Kaartcollectie Tresoar. Zie ook toelichting op Top 50 kaarten. Geniet vooral van de kaart van Groot Terhorne (Beetgum) door N. Ypeij (1736), maar ook van Schotanus in kleur.  JH


Groot Terhorne (Beetgum) ; klik op de kaart voor scherpe weergave
Bron: Tresoar kaartencollectie

Tuinen bij Overijsselse buitenplaatsen (Zwolle)

Volgens de beschrijving van Stedelijk Museum Zwolle wordt er in deze tentoonstelling aandacht besteed aan 13 tuinen bij Overijsselse buitenplaatsen. Genoemd worden Twickel (Delden), Den Aalshorst (Dalfsen) en Het Schutterveld (Enschede). Getoond worden ontwerpen van Marot, Petzold, Poortman, Springer en Copijn, maar ook tekeningen, schilderijen, fotoxe2x80x99s en enkele archiefstukken.

Kijk op de webpage voor de beschrijving van de tentoonstelling en het ontwerp van Weldam door Edouard André (lekker groot weergegeven). En klik hier voor adres, telefoonnummer en bereikbaarheid.

En wie is al geweest en geeft een reactie?  JH

Chateau de Haarzuylens (tentoonstelling)


Aanleg vijver Kasteel De Haar  Bron: NAi 101 Markante Stukken

Zondagmiddag de tentoonstelling Kasteel De Haar te Haarzuilens in NAi Maastricht bezocht. Heel veel van de getoonde stukken dragen de benaming Chateau de Haarzuylens, vandaar deze weblogkop.

Op de 3de verdieping van NAi Maastricht is een documentaire over Cuypers uit 1994 te zien. Daarin wordt t.a.v. het interieur van een kerk van Cuypers gesproken over een orgie aan details. Ook wordt er gesproken over het terugbrengen van het interieur van een huis van de hand van Cuypers. Eén vlak, een deel terugbrengen is met al z’n details en kleuren niet mooi, kan niet mooi zijn. Maar het geheel, nog steeds met die veelheid, moet het doen, dan is het pas mooi.

En dat is nou eigenlijk wat je op de begane grond, in de tentoonstelling terug vindt. Zoveel details, in zoveel schetsen, decoratietekeningen, presentatietekeningen, ontwerptekeningen, meubels, maquettes, foto’s, voorbeeldboeken enz. enz. Is dat mooi? Het wekt i.i.g. verwondering en bewondering. En als je dan leest dat het De Haar archief 6000 stukken omvat, dan heb je nog maar heel weinig gezien.

Getoond materiaal m.b.t. de tuinen en het park is beperkt. Tuin/parkontwerp van Cuypers, die van Springer, een calque van Noorderpark van Copijn, maar bv niet het ontwerp van Copijn. En nog meer stukken die bv in het artikel van Heimerick Tromp in Bulletin KNOB (1996 no 2/3) afgebeeld staan hadden getoond kunnen worden. Maar goed dit is ook geen tuinspecifieke tentoonstelling, het gaat om De Haar als één groot ensemble.

Verder was er onder het grote aantal foto’s een aantal met beelden van de aanleg. Denk aan de boom in de ‘mallejan’, het graven van één van de vijvers, de laan met het nog te verplaatsen dorp.

Samenvattend, een mooie tentoonstelling, maar als ik slechts één keuze zou hebben, koos ik voor één van de Speciale Cuypersrondleidingen bij Kasteel de Haar, 19 & 27 oktober, 2, 10 & 16 november en 8 december.  Aanschouw de werkelijkheid, het ensemble, interieur, exterieur, tuinen en park.  JH