Hofhoveniers en plantagemeesters in de 17de eeuw

In 2006 was er in Wijk bij Duurstede de tentoonstelling Wijkse tuinkunstenaars aan het Hollandse en Pruisische hof in de zeventiende eeuw (zie weblog 1 mei 2006). Het was een kleine tentoonstelling over tuinkunst in de zeventiende eeuw en de plaats die de familie Van Langelaer innam; Simon, Reyer en Anthony van Langelaer. Zoals Carla toen in een reactie opmerkte, het werk Verzameling, van afbeeldingen van bloem en grasperken, doolhoven, tuinhuizen, lustprieelen, latwerken, boomen, bloemen en planten van A. van Langelaar en M.C. van Langelaar valt in Wageningen bij Speciale Collecties in te zien.

Recent emailde mw. J.J.C. Langeraar mij over de start van haar blog; Hofhoveniers en plantagemeesters in de 17de eeuw. Nu de blog al een aantal berichten omvat is het hoog tijd deze melding door te geven. Bij deze…

Hofwijck Mastboom mannetje/vrouwtjes


Hofwijck, F. de Moucheron (ca. 1675)

Kort na mijn vakantieperiode nam ik kennis van de recente discussie op de Cascade weblog over de Hofwijck Mastboom mannetje/vrouwtjes.

Als hortulanus van de Hofwijck tuin ben ik betrokken geweest bij de restauratie/reconstructie van de tuin in 2004. Momenteel bereid ik, samen met Kees van der Leer, een publicatie voor over de historie en ontwikkeling van de tuin van Huygens, zijn vriendenkring en  tijdgenoten en de restauratie van zijn Hofwijck tuin. In deze publicatie zal het onderwerp Mastboom man/vrouw aan de orde komen.

Met het oog op de Cascade weblog discussie volgt hieronder alvast een samenvatting.

Tijdens mijn biohistorische research werd duidelijk dat van de vele door Huygens beschreven bomen en planten, vooral de mannetjes- en vrouwtjes Mastbomen moeilijk van een hedendaagse geslachts- en soortnaam kunnen worden voorzien. De hoveniershandboeken uit de tijd van Huygens geven weinig informatie over dit soort  naamgeving.De werken van Dodoens en Blankaart bieden deze informatie wel.

– In het Cruijde-boeck van Rembertus Doedoens uit 1554 wordt in de 4e editie van 1644 de Dennenboom beschreven. Doedoens beschrijft twee Dennenbomen, de rode- en de witte Dennenboom.
De rode Dennenboom is volgens Dodoens de ‘Peuce’ ofwel ‘Picea’, de Pekboom. Deze ‘Peuce’ wordt tegenwoordig de Fijnspar ofwel ‘Picea abies’ genoemd.
Daarnaast is er volgens Dodoens ook de witte Dennenboom, de ‘Elate’ ofwel Mastboom. Deze ‘Elate’ wordt  tegenwoordig de Zilverspar, ‘Abies alba’ genoemd.

– In Den Nederlandschen Herbarius van Stephaan Blankaart uit 1698 wordt beschreven dat de witte Dennenboom ofwel de Mastboom zowel een ‘mannetjen’ als ‘wijfjen’ kan zijn.
Als eerste beschrijft hij de Abies of het Mastboom’mannetjen’. Deze heeft opstaande kegels. Deze ‘Abies’  wordt  tegenwoordig de Zilverspar, ‘Abies alba’ genoemd.
En als tweede beschrijft hij het Mastboom’wijfken’. Deze draagt hangende kegels. Dit ‘Mastboomwijfken’ is, schrijft Blankaart, de boom die in het Mastbos bij Breda gekweekt werd. Deze ‘Mastboom’ wordt tegenwoordig de grove Den, de ‘Pinus sylvestris’, genoemd.

– Volgens de archieven over het Mastbos bij Breda zijn daar vanaf 1515, vanuit zaad afkomstig uit Neurenberg, plantages bestaande uit grove Den, de ‘Pinus sylvestris’ aangelegd.

Wanneer  men de bovenstaande bronnen, Dodoens, Blankaart en de archieven over het Mastbos samenvoegt, wordt duidelijk  tot welk geslacht en soort de boomsoort behoort die Huygens de naam ‘mannetje’ geeft.  Het is de Zilverspar, de ‘Abies alba’ die hij in 1641 heeft geplant op zijn voorplein, op de eilanden en  langs de boomgaard. Zijn wijfjes-Mastbomen, de ‘Pinus sylvestris’, vonden hun plek in de voormalige overtuin.

Henk Boers

 

 

Combineren van ‘internetbronnen’ (4) ; Cleverskerk


Kaarte vertoonende de buitenplaetz van…Johannes Adrianus Wilhelmius, heer van Cleverskerk etc…
1 juni 1776 door J.J. Klenée (groter na aanklikken)

‘Bladerend’ door het Gelders Archief stootte ik op Kaarte vertoonende de buitenplaetz van…Johannes Adrianus Wilhelmius, heer van Cleverskerk etc…, 1 juni 1776 door J.J. Klenée.

J.J.Klenée is Jacobus Johannes Klenée (of Kleenen)
Onbekend geboortejaar en gestorven in of na 1804. Hij was tekenaar en landmeter, geadmitteerd in Zeeland op 25-11-1762.
Aldus vermeldt Marijke Donkersloot-de Vrij in Repertorium van Nederlandse Kaartmakers 1500-1900 (2003).

Dan wil je deze kaart toch plaatsen. Even Googlen en Cleverskerk is Hof te Cleverskerke op Walcheren te Kleverskerke, noordelijk van Arnemuiden en westelijk van Middelburg.

Verder vind ik dat het ambacht Kleverskerke van 1679 tot 1780 eigendom was van de Middelburgse patriciërsfamilie Van den Brande. Johan Pieter van den Brande burgemeester van Middelburg, kocht in 1679 de ambachtsheerlijkheid van Middelburg. Gesloopt vóór 1820 is een andere vermelding op internet.

watwaswaar.nl maakt middels kadasterkaart, topografische kaarten en luchtfoto’s de ontwikkeling of beter gezegd de aftakeling en het verdwijnen van Hof te Cleverskerke zichtbaar. Overigens is er de laatste maanden heel veel materiaal toegevoegd aan watwaswaar.nl; o.a. duizenden bonnebladen en topografische kaarten uit de periode 1830-1995.


A.W.D. de Man (1857)
Omtrek en waterpartijen zijn nog goed herkenbaar.


Luchtfoto (1944)
Ook aan het einde van de 2de WO tekenen de diverse lijnen nog sterk af.

Dan volgen de inundatie van Walcheren (okt. 1944) en een ruilverkaveling (1960-1964). Toch laten latere topografische kaarten nog steeds iets van de vijverpartijen zien, maar in de loop der jaren vervagen, verdwijnen de ‘omtreklijnen’  of worden ze rechtgetrokken. Tot slot geeft Google Maps een beeld van ‘het nu’ ; niets rest.  JH


Google Maps (2008)

 

Toch nogmaals Google Zoeken naar Boeken

Cascade Midsummernight van 2007 vond plaats te Nieuwersluis. We hadden een lezing in het souterrain en een rondleiding over het terrein van VreedenHoff. Nu kunt u ook door het boek over VreedenHoff ‘wandelen’. De Uitgeverij Verloren heeft al haar boeken op Google Zoeken naar Boeken te staan ; vind alles.

De boeken zijn in hun geheel opgenomen. Na inkijken kunt u bv besluiten tot aankoop of u beperkt zich tot het zoeken en lezen van de interessante delen in Google Books zelf. Tussen de vele, vele titels staan o.a.

De Buitenplaats Vreedenhoff Aan de Vecht, Lisman, A J A M Lisman (1999)
Het Boombergpark te Hilversum: verleden, heden en toekomst van een monumentaal wandelgebied, Piet Bakker (2005)
Oorden van schoonheid: buitenplaatsen en landgoederen in Hilversum, Karin Abrahamse, Karin Abrahamse Ton Coops, Ton Coops (2000)
Beelden van de buitenplaats: elitevorming en notabelencultuur in Nederland in de negentiende eeuw, Rob van der Laarse, Y. Kuiper (2005)
Wandeling en verhandeling: de ontwikkeling van het Nederlandse hofdicht in de zeventiende eeuw (1613-1710), Willemien B De Vries (1998)

Weer andere boeken, van andere uitgevers, zijn gedeeltelijk weergeven, o.a.

Het boerenerf in Groningen, 1800-2000, Tineke Scholtens (2004)
The Dutch Garden in the Seventeenth Century, red. John Dixon Hunt (1988)
Nature and Art: Dutch Garden and Landscape Architecture 1650-1740, Erik Jong (2000)

En zoekt u breder, qua interesse of taal, dan is er er nog veel, veel meer te vinden. Zoek via Geavanceerd zoeken naar boeken (met bv auteur of titelwoord(en) of tekstwoord(en)). JH

Combineren van ‘internetbronnen’ (3)


Prieel inden tuijn van ’t gemeenelantshuijs tot Delft (1655)

Dit prieel kwam ik tegen in de beeldbank van Hoogheemraadschap van Delfland. Verder zoekend vond ik ook Kaart van de tuin van het gemeenlandshuis te Delft (1647):
Een ‘Opmeting door Johan van Beest, 6 decem[ber] 1647′
Van links naar rechts: ’t gemeenelandtshuijs, ’t bleijkvelt, de plaets, [tuijn], ’t erff, ’t stal, de stadtswall.
Verder staat in de lange tekst rechtsonder o.a. ‘…selffden thuijn met bedden ende paeden… Sijnde ’t middelpadt breet thien voeten, het oostelijcxte ende ’t kruijspadt breet elcx twaelff voeten, het suijtpadt breet acht voeten, het noortpadt breet seven voeten, ende de twee dwerspaeden breet elcx vier voeten

Dezelfde kaart staat op de cover van het boek Delflands kaarten belicht, C. G. D. de Wilt (2000). Deze is in gescand format te lezen via Google Books: cover, op blz 46 en een beschrijving op blz 47.

De korte beschrijving sluit af met ‘De tuin van het hoogheemraadschap zal vooral de functie van siertuin hebben gehad. In 1655 lieten de hoogheemraden namelijk achter in de tuin een prieel plaatsen en kreeg de kunstschilder Leonard Bramer de opdracht om op de muur van het koetshuis een fresco aan te brengen.

Nu doet bovenstaand prieel gelijk denken aan de priëlen in Den Nederlandtsen hovenier van Jan van der Groen, maar de eerste uitgave hiervan dateert van later; 1669.
Een tweede gedachte is aan de tuinen van Frederik Hendrik die tot stand kwamen na 1620 en ook latwerkconstructies kenden; tuinen in dezelfde regio als die van ‘gemeenelantshuijs tot Delft’.

Benieuwd of er andere voorbeeldboeken waren, dus van voor 1670. Parterres staan in een reeks van boeken, maar in geen vind ik latwerkconstructies (uitgezonderd een in Hortus Palatinus, Salomon de Caus (1620)). Weet kent titels, namen?  JH

Combineren van ‘internetbronnen’ (3)


Prieel inden tuijn van ’t gemeenelantshuijs tot Delft (1655)

Dit prieel kwam ik tegen in de beeldbank van Hoogheemraadschap van Delfland. Verder zoekend vond ik ook Kaart van de tuin van het gemeenlandshuis te Delft (1647):
Een ‘Opmeting door Johan van Beest, 6 decem[ber] 1647′
Van links naar rechts: ’t gemeenelandtshuijs, ’t bleijkvelt, de plaets, [tuijn], ’t erff, ’t stal, de stadtswall.
Verder staat in de lange tekst rechtsonder o.a. ‘…selffden thuijn met bedden ende paeden… Sijnde ’t middelpadt breet thien voeten, het oostelijcxte ende ’t kruijspadt breet elcx twaelff voeten, het suijtpadt breet acht voeten, het noortpadt breet seven voeten, ende de twee dwerspaeden breet elcx vier voeten

Dezelfde kaart staat op de cover van het boek Delflands kaarten belicht, C. G. D. de Wilt (2000). Deze is in gescand format te lezen via Google Books: cover, op blz 46 en een beschrijving op blz 47.

De korte beschrijving sluit af met ‘De tuin van het hoogheemraadschap zal vooral de functie van siertuin hebben gehad. In 1655 lieten de hoogheemraden namelijk achter in de tuin een prieel plaatsen en kreeg de kunstschilder Leonard Bramer de opdracht om op de muur van het koetshuis een fresco aan te brengen.

Nu doet bovenstaand prieel gelijk denken aan de priëlen in Den Nederlandtsen hovenier van Jan van der Groen, maar de eerste uitgave hiervan dateert van later; 1669.
Een tweede gedachte is aan de tuinen van Frederik Hendrik die tot stand kwamen na 1620 en ook latwerkconstructies kenden; tuinen in dezelfde regio als die van ‘gemeenelantshuijs tot Delft’.

Benieuwd of er andere voorbeeldboeken waren, m.n. ook eerdere. Voor parterres zijn er verscheidene, maar in geen vind ik latwerkconstructies (uitgezonderd een in Hortus Palatinus, Salomon de Caus (1620)). Weet kent titels, namen?  JH

Oorlof


Buitenplaatsen bezuiden Antwerpen
Uitsnede uit Civitates Orbis Terrarum. Kaart I-17, Braun & Hogenberg (1572)
Bron: Historic Cities

Via een weblog vroeg Felix van Veldhoven, student Sociale Geografie en Liberal Arts & Sciences aan de Universiteit Utrecht, om hulp bij zijn bachelorthesis betreffende buitenplaatsen rond Amsterdam en Antwerpen. In juli meldde Felix mij dat hij zijn bachelorscriptie klaar en ingeleverd had.

En Oorlof (titel scriptie en weblog)? Wat is nou Oorlof? Ik lees: ‘Het woord oorlof verwijst naar het tijdverdrijf van de welgestelde kringen in de 17de eeuw. Oorlof bestond voor hen uit bootje varen, zwemmen, vissen, wandelen, zingen en musiceren, boogschieten, met de bal spelen, eten en drinken aan feestelijke banketten, jagen of eenvoudigweg niets doen‘.

Voor een ieder die geinteresseerd is heeft hij zijn scriptie beschikbaar gesteld ; klik hier om te downloaden (heb geduld, een groot bestand door de kleurenafbeeldingen).

Felix is erg geïnteresseerd in op- of aanmerkingen. Of te wel een reactie op deze weblog of een email naar felix.vanveldhoven@gmail.com…  JH

Lustrumexpositie Bronbeek (Arnhem)


Plantenkalender op bronbeek  Foto: Arinda van der Does, juli 2008

Naar aanleiding van de lustrumexpositie op Bronbeek, Arnhem (t/m 19 oktober) heeft onze Cascade-vriend, Niek Ravensbergen, een boekje geschreven: Groeten van Bronbeek, uitgeverij Matrijs.
Aan de hand van 46 prentkaarten uit lang en minder lang vervlogen tijden geeft Niek ons een kijkje in het dagelijks leven op Bronbeek en zijn bewoners. Niek vertelt ons allerlei anekdotes en wetenswaardigheden uit de geschiedenis van het huis en het park onderverdeeld in de themaxe2x80x99s: Wonen, Werken, Bezinnen, Ontspannen, Museum en Park.


Bronbeek, xe2x80x98Prenten in het parkxe2x80x99  Foto: Arinda van der Does, juli 2008

Het boekje is verkrijgbaar in museum Bronbeek voor xe2x82xac 8,-
Een fijne aanvulling op en/of herinnering aan de expositie op Bronbeek. Zowel boekje als expositie: een aanrader!  AvdD

Emailtje in geval van nieuwe weblog

De Zoeken functie werkte niet meer goed. Dit is nu hersteld.

Verder was er reeds meermaals om een soort van attenderingsmechanisme gevraagd. Bv een email indien een nieuwe weblog was aangemaakt. Aangezien de dag vandaag met regen begon ben ik maar eens gaan zoeken (beter goed gejat dan slecht gebouwd) en gaan knutselen. In het linkermenu kunt u zich nu abonneren. Vul uw emailadres in, klik op de Abonneer knop en volg de instructies. Er volgt een email met een link waar u op moet klikken; als bevestiging van uw aanmelding.

Iedere dag, rond de lunch, checkt het mechanisme of er een nieuwe weblog is vrijgegeven. Zo ja, dan volgt een email naar uw emailadres.  JH

Drawn after Nature

Drawn after Nature: the complete botanical watercolours of the 16th-century Libri Picturati, Koning, Jan de, Gerda van Uffelen, Alicja Zemanek, Bogdan Zemanek (eds.) Zeist (KNNV), 2008. 368 p. xe2x82xac69,95. ISBN 978-90-5011-238-3.

Tuinhistorici kennen de naam Clusius misschien alleen van de Clusiusleerstoel in Leiden. Maar Carolus Clusius (1526-1609) wordt sinds 2004 veel breder benaderd. Onder auspiciën van het Scaliger Instituut is het onderzoeksproject Carolus Clusius and sixteenth-century botany in the context of the new cultural history of science gestart, in samenwerking met verschillende onderzoekers en instituten binnen de Universiteit Leiden en andere (Europese) universiteiten. Het doel van dit project is o.a. een aantal publicaties over Clusius, zijn werk en zijn uitgebreide netwerk; de digitalisering van al zijn brieven en het creëren van een modern netwerk in de geest van Clusius.

Tegelijkertijd heeft een internationaal team onder leiding van Jan de Koning aan dit zojuist verschenen boek bijgedragen: het belicht de ruim 1400 botanische aquarellen uit de Bibliotheek van Krakow, de zogenoemde Libri Picturati. 
Het boek is ingedeeld in een inleiding door Jan de Koning en Gerda van Uffelen, gevolgd door 24 essays (over enerzijds het ontstaan en de botanische betekenis van de aquarellen en anderzijds over de persoon en de rol van Clusius) geschreven door elf botanisch deskundigen uit geheel Europa en eindigt met de weergave van en de originele annotaties op alle aquarellen (hier verkleind en in kleur gereproduceerd). Cascade-vriendin Gerda van Uffelen had buiten enkele essays ook de eindverantwoordelijkheid voor dit laatste deel.

De Libri Picturati (1416 aquarellen) werden in opdracht van de Vlaamse edelman Charles de St. Omer vervaardigd en verzameld in 13 banden. Carolus Clusius, later prefect van de Leidse Hortus, heeft veel van de planten geleverd en zijn kennis hierover ten dienste gesteld. Het prachtig uitgegeven boek belicht de 16de eeuwse botanie op zeer uitgebreide wijze. Cascade-vrienden zullen het hoofdstuk over sierplanten (o.a.anjers, papavers, sleutelbloemen, bollen) ook zeer weten te waarderen. De 16de eeuwse botanie heeft met dit standaardwerk een duidelijker gezicht gekregen.  CO