Zijn in Nederland meer buitenplaatsen in driehoeksvorm bekend?

Driehoeksvorm buitenplaats Groot Zandbrink
Door Lia van Burgsteden, tuinontwerpster.

Boerderij Groot Zandbrink (Postweg 2, Leusden) lijkt onderdeel te zijn van een driehoekige buitenplaats-structuur. Dit blijkt uit analyse van oude kaarten en de huidige patronen in het landschap.
De driehoeksvorm wordt in het boek Bijzondere aenmerkingen over het aenleggen van pragtige en gemeene landhuizen, lusthoven, plantagien en aenklevende Cieraden aanbevolen. Dit boek werd in 1737 geschreven door Pieter de la Court van der Voort. Hij schrijft: ‘een gelijk-beenige driehoek is de voordeeligste omtrek, om het oog te bedriegen, voornamentlijk op Plaetzen van eenen kleinen grond.’


Driehoek waarbinnen Groot Zandbrink is aangelegd. Minuutplan 1832.


Oude eikenlaan, linker- en noordzijde van de driehoek.

Er is verder weinig bekend over deze buitenplaats Groot Zandbrink, die naar de vorm te oordelen in het midden van de 18e eeuw moet zijn aangelegd. Maar ook daar zijn vraagtekens bij. Er zijn geen prenten van het buitenhuis en/of tekeningen van de plattegrond bekend. Beschrijvingen ontbreken ook, dus moeten we het doen met de structuren in het landschap.

Rond eiland met gracht
Het ronde eiland met gracht staat in de omgeving bekend als de slotheuvel. De heuvel is een archeologisch monument en het is bekend dat er constructies van stenen en tegels in de grond zitten. Het eiland ligt in een as van de driehoek.


Slotheuvel met gracht.


De driehoek met verlengde poten vormt een A-figuur en mogelijk is de Postweg daar de helft van een V-figuur, die als dubbele oprijlaan dienst deed. Er was een zichtas naar de Zandbrinkermolen over een tuin. Dit alles is te zien op de minuutplan uit 1832. De schuur bij 296 zou een overblijfsel uit de buitenplaats-periode kunnen zijn, een oranjerie of koetshuis. Mogelijk heeft een tweede exemplaar op het hoge terreintje 289 gestaan, zodat ook deze bijgebouwen symmetrisch zijn gesitueerd.

Rijke eigenaren
De steenrijke Arnhemse familie Brantsen was in de 18e eeuw eigenaar, in 1743 erven vier broers Groot Zandbrink als gemeenschappelijk bezit van hun moeder. Deze broers vervulden functies in het stadsbestuur van Arnhem. Ze kopen en erven buitenplaatsen, Johan, Willem Reiner, Hendrik Willem en Everhard Jacob respectievelijk: Huis Hulkestein, Rhederoord, Zypendaal en Lichtenbeek. Was buitenplaats Groot Zandbrink een gemeenschappelijk pied-a-terre? Of waren het toch de ouders Nalida Everwijn en Hendrick Brantsen die de buitenplaats hebben aangelegd? Groot Zandbrink was ‘Aan den Trekweg naar Amersfoort gelegen’.

Dat Groot Zandbrink in de 17e eeuw een buitenplaats was, is wel bekend. Op een kaart uit 1683 is de oude situatie van de voormalige buitenplaats te zien. We zien een toren, een stenen huis en boerderij. Ook de molen is al te zien. De sporen in het landschap en de minuutplan uit 1832 geven aan dat er na 1683 een enorme ingreep in het landschap heeft plaatsgevonden. Waarschijnlijk was de oude buitenplaats in verval of gedateerd en is voor een nieuwe opzet gekozen, naar de mode van die tijd, symmetrisch, met af en toe wat asymmetrie en schuine lijnen.


Kaart 1683: Museum Flehite
Kaart 1832: kadastraal minuutplan

Zijn in Nederland meer van deze buitenplaatsen in driehoeksvorm bekend?
Lia van Burgsteden