20 jaar Cascade website, weblog, nieuws


La grande cascade a Biljoen, met ‘J:G: Michaël Architect’ (Bron: Gelders Archief)

Het eerste online bericht dateert van 5 december 2005. Inderdaad 20 jaar geleden. Het ging kort in op het logo van Cascade, een tekeningetje geïnspireerd op La grande cascade a Biljoen. Of eigenlijk op Beekhuizen. Bij een ingekleurde versie staat rechtsonder J:G: Michaël Architect. Zie hier.

In een later bericht, op 18 april 2024, wordt de gravure opnieuw naar voren gebracht, zie hier. Toen ging het over de verschillende versies, beeldbanken met de afbeelding en de oudst bekende vermelding met ‘maij 1793′.


Ondertekening met ‘JG Michael’, onder zijn memorie met zijn ‘condities op welke hij wel soude inclineeren [geneigd te zijn] tot intendant over uwe Hoogheids lusthooven en het park, soo op het Loo in Gelderland, als elders aangesteld te worden‘.

Voor een artikel in het komende Cascade bulletin bezocht ik recent het Nationaal Archief in Den Haag. Zoekend naar ‘snippers’ betreffende de architect Schonck zocht ik in de rekeningboeken en notulen van de Nassause Domeinen. Ik wist al wel, door publicaties van Carla Oldenburger en Leendert Aardoom, dat stadhouder Willem V Michael zou hebben benaderd voor Het Loo. Maar hoe leuk, ik vond notulen over een gesprek tussen de domeinraad en Michael, vragen en gedachten van de domeinraad en een memorie met de condities die Michael stelde. Of te wel, nu 20 jaar later zal weer een snipper aan het ‘dossier Michael’ worden toegevoegd.
Jan Holwerda

Sonsbeek bewaard, De Hoge Veluwe vergaard

(OVERGENOMEN)
Toen in de negentiende eeuw park Sonsbeek het gevaar liep ten prooi te vallen aan projectontwikkelaars, was het een rentmeester die het tij wist te keren. En wie weet dat Nationaal Park De Hoge Veluwe niet alleen door de Kröllers is gevormd, maar mede dankzij diezelfde rentmeester als samenhangend landgoed kon ontstaan?

In Sonsbeek bewaard, De Hoge Veluwe vergaard reconstrueert Anky Mulder-Tits het leven en werk van Jacob Carel Mulder (1866-1957), een onmisbare schakel in de geschiedenis van het Gelderse landschap. Op basis van familieverhalen, kasboeken en archiefonderzoek verweeft ze persoonlijke geschiedenissen met bredere maatschappelijke ontwikkelingen. Ze werpt licht op de cruciale rol van de rentmeester in tijden van teloorgang van adellijke landgoederen, modern bosbeheer én discrete crisisinterventies – zoals de redding van Sonsbeek via een strategische verkoop van ‘drassige weilanden’.

Dit rijk geïllustreerde boek laat niet alleen zien hoe het erfgoed van twee iconische landgoederen zich door de tijd heeft ontwikkeld, maar vertelt ook over de mensen achter de schermen. Een onmisbaar werk voor iedereen met interesse in cultureel erfgoed, landschapsgeschiedenis en vergeten verhalen.

Anky Mulder-Tits, Sonsbeek bewaard, De Hoge Veluwe vergaard. Het levenswerk van rentmeester Jacob Carel Mulder, 2025, ISBN: 9789083547220, pp. 249,
€ 34.95.

Leiden in het groen – Vier eeuwen openbaar en particulier stedelijk groen

(OVERGENOMEN)
Afgelopen oktober presenteerde onderzoeker Fenna IJtsma haar rapport Leiden in het groen – Vier eeuwen openbaar en particulier stedelijk groen. In het kader van Erfgoed Deal zocht ze, met input van onder anderen biologen van Naturalis, naar inspiratie en voorbeelden uit het verleden om bij te dragen aan een toekomstige klimaatbestendige binnenstad.
Bijzonder aan de Erfgoed Deal is dat de historische stadsinrichting een nadrukkelijke rol speelt bij oplossingen voor de toekomst. IJtsma bracht daarom meer dan vierhonderd jaar aan Leidse beplanting in beeld. ‘Ik heb me gefocust op grote veranderingen, variërend van een sterke bevolkingsgroei tot de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog’, vertelt ze. ‘Per periode heb ik de belangrijkste ontwikkelingen voor het groen in kaart gebracht en die in verband gebracht met vier verschillende waarden die men aan groen toeschreef: welzijn, economie, esthetiek en gebruik.’

Nut en vermaak
In alle perioden die IJtsma onderzocht, bleken Leidenaren het groen op te zoeken. ‘Dat zie je ook terug in periodes van bevolkingsgroei, als de groenvoorziening onder druk staat’, vertelt ze. ‘De buitenrand van de Singel wordt bijvoorbeeld halverwege de zeventiende eeuw een populaire wandelroute voor de elite. De bomen die daar ooit waren geplant ter verdediging van de stad, werden nu opgezocht ter recreatie en ontspanning.’
Waar groen voor de elite al snel draait om gezondheid en esthetiek, hebben de armere Leidenaren vaker een gebruiksrelatie met groen. IJtsma: ‘Zij hadden bijvoorbeeld bleekvelden nodig om de was te bleken en zo een inkomen te vergaren. Tegelijkertijd zie je dat het stadsbestuur zich bewust was van de economische waarde van groen. Dat investeerde bijvoorbeeld in plantsoenen en de bouw van villa’s met tuinen om de elite binnen de stad te houden, wat dan weer inkomensbelasting opleverde.’

Nadruk op duurzaamheid
Schoonheid en praktische gebruik gaan sowieso vaak hand in hand in de groengeschiedenis. De bomen langs de grachten trokken toeristen vanwege hun unieke esthetiek, maar werden ook gebruikt in de houtindustrie. Volgroeide bomen werden gerooid, waarna een klein boompje werd teruggeplaatst. ‘De biologen met wie ik samenwerkte, sloegen daar erg op aan’, vertelt IJtsma. ‘Al die verschillende groeistadia van de bomen zijn goed voor de biodiversiteit.’

Het brengt haar bij de laatste waarde van groen die ze onderscheidt in haar rapport: de ecologische. ‘Sinds het einde van de twintigste eeuw zijn we steeds meer bezig met de vraag welke leefomgeving de natuur zelf creëert’, zegt ze. ‘We vinden biodiversiteit steeds belangrijker om ons eigen ecosysteem te laten bestaan. Tegenwoordig kijken we bijvoorbeeld ook hoe we met de aanplant van bomen CO2 uit de lucht kunnen halen.’

Hier PDF downloaden.