Nieuw boek over landgoed de Eversberg

(OVERGENOMEN)

Na jarenlang onderzoek ligt het boek Opkomst en ondergang van landgoed de Eversberg over de eeuwenlange geschiedenis van de havezate in de boekwinkel. In ruim 460 bladzijden behandelt Jan Lohuis alle aspecten van het kasteel en al haar bezittingen, die zich in Hellendoorn, Rijssen en Wierden bevonden.

Niet alleen wordt aandacht besteed aan de ontstaansgeschiedenis van het landgoed, maar ook staat de auteur stil bij de lange reeks eigenaren. Hun positie in de gewestelijke politiek, hun militaire carrières, de invloed tijdens vergaderingen van de marke Notter, het aankopen van gronden na de afschaffing van de marke, de bouw van pachtboerderijen en de spelregels waaraan pachters zich hebben te houden, alles komt aan bod.

De lezer krijgt een veelheid van informatie aangereikt, die weergeeft hoe de diverse families zich in de loop van de eeuwen economisch het hoofd boven water hielden, maar soms ook door wanbeleid gedwongen waren delen van het landgoed te verkopen. Advertenties, veilinglijsten, kopers en opbrengsten geven ons een prachtig kijkje en soms ook inzicht in de sociaaleconomische omstandigheden. Ook alle voorwerpen die de elite van toen in huis had, leren ons het nodige over hun wijze van leven. Van salon tot stal, van bibliotheek tot bouwhuis, elk aanwezig ‘ding’ daarin wordt benoemd. Dat geldt ook voor de aanwezige bomen, de op het veld staande gewassen, de grootte van de percelen en de gereedschappen om een en ander te kunnen bewerken.

Veel aandacht wordt besteed aan de families die in de loop van de tijd de boerderijen van landgoed De Eversberg hebben bewoond, zowel pachters als latere eigenaren. Een ware verrijking vormen de volledig uitgewerkte stambomen van elke familie.

Jan Lohuis, De Opkomst en ondergang van landgoed De Eversberg, Nijverdal 2020, ISBN 978-90-76272-40-5, € 45,-, pp. 464.
[Het is een publicatie met de nadruk op het landgoed en al zijn facetten en kent beperkt tuinhistorische informatie.] Het boek is te koop bij Uutgeverieje ‘n Boaken, via een email naar: uutgeverieje.boaken@gmail.com.

Zie ook Van Eversberg tot Eerde  en  Van Westerflier tot Grimberg, zie hier. En de drie tekeningen in kleur, zie hier.

Van paradijs tot kunstwerk

(OVERGENOMEN)
Door de eeuwen heen hebben mensen natuurlijke elementen als bomen, planten, bloemen, maar ook water en steen, georganiseerd volgens een doelbewust plan: een tuin. Deze afgebakende en vaak omsloten plaats kreeg daarbij allerlei religieuze, ideologische, of politieke betekenissen. De tuin had een boodschap, was net als architectuur, een uitdrukking van ideeën, van een wereldbeeld. Ook hing de stijl waarin de tuin werd vormgegeven nauw samen met de overheersende esthetische opvattingen, zodat je in West-Europa bijvoorbeeld een typische renaissance-, barok-, of romantische tuin kan onderscheiden.

Barbara Moerman laat in Van paradijs tot tuinkunst verbanden zien van tuinen met kunstgeschiedenis en filosofie. Aan de hand van vele illustraties beschrijft ze de ontwikkeling en verschillende vormen van de West-Europese tuinkunst. Aan bod komen onder meer de paradijstuinen van de Moorse sultan rondom het Spaanse Granada, de overweldigende praalparken van het absolutistische Versailles, de melancholische Engelse landschapstuinen, en de conceptuele tuinen van deze tijd.

Barbara Moerman is filosoof met als specialisatie de filosofie van de tuinkunst. Jarenlang heeft ze filosofie gedoceerd in de eindexamenklassen van havo en vwo. Tegenwoordig organiseert ze particuliere cursussen filosofie en geeft ze lezingen over de filosofie van de tuinkunst. Ook begeleidt ze binnen- en buitenlandse tuinreizen.

Barbara Moerman, Van paradijs tot kunstwerk. Filosofie van de tuin door de eeuwen heen, ISBN 9789463012171, €24,90, pp. 184. Hier (deel) in te zien.

Bij nader inzien, de Nederlandse buitenplaats: Tussen herinnering, vergetelheid en ongemak

Haar oratie hield prof.dr. Hanneke Ronnes afgelopen november, recent kwam deze digitaal beschikbaar.

(OVERGENOMEN)
In de late 17de en 18de eeuw domineerden buitenplaatsen in sterke mate het landschap. Meteen buiten de steden lagen ontelbaar veel tuinen en tuinhuizen, iets verder weg de vele grotere buitens. Bijna al deze buitenplaatsen, zo’n 90%, zijn afgebroken in de 19de en 20ste eeuw: opgeslokt door de oprukkende steden, dan wel te duur om te onderhouden. Met het verdwijnen van de objecten, is ook de herinnering aan het fenomeen vervaagd. Het nationale verleden geconcipieerd in de 19de eeuw, richtte zich op de stad en haar burgers, niet op de gebieden daaromheen.

Dat hiermee de buitenplaats in de vergetelheid raakte, is eigenlijk eigenaardig. De buitenplaats was immers nadrukkelijk een pendant van de stad geweest en het waren dezelfde, stedelijke burgers die (in de zomer) massaal naar buiten trokken. De buitenplaats onderging in de 19de eeuw de transitie van populair cultuurgoed naar een oubollig relict uit vroeger tijden, en bevolkt, zo dacht de opkomende stedelijke avantgarde, door reactionaire heertjes. In de 20ste eeuw werd de buitenplaats – on-Nederlands, elitair, en niet stedelijk, zo was het idee – maar weinig bestudeerd, met als gevolg een achterstand in kennisniveau, onderzoeksmethoden en -theorievorming ten opzichte van de ons omringende landen. Het is een achterstand die nog steeds niet is ingehaald. In deze oratie zullen lijnen voor toekomstig onderzoek worden uitgezet, waarbij zowel de wetenschappelijke benadering als een aantal nieuwe onderzoeksthema’s behandeld zullen worden.

De oratie valt hier te downloaden.

Biljoen. Kasteel, bewoners, landgoed

Dit boek verschijnt op 13 november 2020, omwille van de introductieprijs nu alvast naar voren gebracht: € 39,95 i.p.v. € 49,95.

(OVERGENOMEN)
Al vele keren is Biljoen bezongen, maar nooit eerder is de geschiedenis van kasteel, bewoners en landgoed zo aantrekkelijk beschreven als in dit boek. Bekendheid kreeg Biljoen vooral in zijn 18e-eeuwse bloeiperiode, toen de verfijnde stuczaal en de befaamde waterwerken in het aangrenzende park Beekhuizen toeristische trekpleisters waren. Na de oorlog werden kasteel en landgoed steeds
meer gesloten voor het publiek. Hieraan kwam pas een eind toen Geldersch Landschap & Kasteelen Biljoen in 2009 verwierf.

Biljoen is een voor Nederland uniek landgoed, met inter-nationale allure. Dit boek werpt op basis van diepgravend nieuw onderzoek een verrassend licht op de hoogtepunten, maar ook op de minder befaamde episodes uit een geschiedenis die bijna duizend jaar teruggaat. Bekende auteurs als Luuc Kooijmans, Ileen Montijn en Luc Panhuysen vertellen ‘het verhaal van Biljoen’ in een breed cultuur-historisch kader. Daarnaast maken de bijzondere vormgeving en vele afbeeldingen deze uitgave tot een eersteklas kijkboek. Een must voor alle liefhebbers van kastelen, tuinen en landgoederen.

Conrad Gietman, Jorien Jas (redactie), Biljoen. Kasteel, bewoners, landgoed, ISBN 9789462583856, € 39,95 (€ 49,95) p. 360. Naar verwachting leverbaar vanaf 17-11-2020.

Ongenode gasten. De bezetter en bevrijder op de buitenplaats

(OVERGENOMEN)

Symposium Nederlandse Kastelenstichting en Werkgroep Adelsgeschiedenis
Ongenode gasten
De bezetter en bevrijder op de buitenplaats
zaterdag 17 oktober 2020

De Tweede Wereldoorlog is van grote invloed geweest op de Nederlandse kastelen en buitenplaatsen. Honderden zijn er geconfisqueerd. Sommige eerst door het Nederlandse leger tijdens de mobilisatie van 1939, vervolgens door de Duitse bezetter en vanaf 1944 in toenemende mate door de geallieerde bevrijders. Die geschiedenis staat centraal op de studiedag Ongenode gasten. Welke functies kregen kastelen en buitenplaatsen tijdens de oorlog? Wat waren de gevolgen voor militair gebruik, gedwongen ontruiming of confiscatie.? Hoe was het voor de eigenaren om huis en haard te delen met buitenlandse soldaten, als ze al niet geheel uit hun woning werden verjaagd? Wat waren de materiële gevolgen voor huis en inboedel?
Na 1945 bleven veel huizen (zwaar) beschadigd achter. Voor veel eigenaren aanleiding om te besluiten hun bezit af te stoten. Het begin van een grote golf van herbestemmingen: de gevolgen van de oorlog zijn tot op heden voelbaar.

PROGRAMMA
13:15 – 14:00 Inloop
14:00 – 14:05 Welkom
14:05 – 14:40 Inleiding door key note speaker; Conrad Gietman
De laatste oorlog van het kasteel
14:40 – 15:00 Elyze Storms-Smeets
Oorlog in Arcadië: Nederlandse kastelen en landgoederen in de Tweede Wereldoorlog
15:00 – 15:20 Ingrid Jacobs
Nederhemert, een kasteel als bewaarplaats in oorlogstijd
15:20 – 16:00 Theepauze
16:00 – 16:20 nog niet definitief
16:20 – 16:50 Yme Kuiper
De Nederlandse adel en de Bezetting
16:50 Borrel
Moderator: Fred Vogelzang

LOCATIE
Klooster O.L.V. ter Eem
Daam Fockemalaan 22
3818 KG Amersfoort

Het Klooster O.L.V. ter Eem biedt alle mogelijkheden om op 1,5 m van elkaar het symposium bij te wonen. Bij het aanmelden, in de pauze en bij de borrel zullen ook alle RIVM maatregelen in acht genomen worden.

KOSTEN
NKS donateur/ WAG leden € 35
anderen € 45
studenten € 20

Voor meer over de sprekers, de lezingen en voor aanmelding en tickets moet u hier zijn.

Tuinweekend Het Loo

(OVERGENOMEN)

In het tuinweekend van 5 en 6 september 2020 kun je de hele dag verspreid door de tuin luisteren naar verhalen. Op zaterdag staan deze in het teken van Planten van Herinnering, zondag gaat het over Groen Vakmanschap. Kijk op de website van Het Loo voor de verhaaltitels, tijden en sprekers, o.a. Willem Zieleman en Lenneke Berkhout zullen verhalen. Naast de verhalenpodia zijn er diverse kraampjes met tuingerelateerde informatie en regionale producten, zoals groenten en fruit, een imker en botanische kunst.

Hoveniers van Oranje

Afgelopen middag verdedigde Lenneke Berkhout met verve haar proefschrift Hoveniers van Oranje. Functie, werk en positie 1621-1732. En jawel, ze is gepromoveerd!!
Haar proefschrift is als boek verschenen. Met warm aanbevolen doe ik het boek en Lenneke te kort, dus ik zeg kopen! Zeer de moeite waard.
Jan Holwerda

(OVERGENOMEN)
De tuinen van de prinsen en prinsessen van Oranje waren toonaangevend in de zeventiende eeuw. Op basis van intensief onderzoek in archieven heeft Lenneke Berkhout een vijftigtal hoveniers en ander tuinpersoneel kunnen identificeren die deze indrukwekkende tuinen verzorgden. Ze beschrijft hun verantwoordelijkheden, hun (financiële) positie, hun relatie met de prins(es) van Oranje en de veranderingen die hierin de loop van de tijd optraden. De hoveniers hielden zich onder andere bezig met de teelt van groenten en fruit, de aanleg van parterres, de verzorging van uitheemse planten en de ‘broeikunst’. Zij speelden ook een rol in de professionalisering van het hoveniersvak, de ontwikkeling van nieuwe technieken en de (internationale) uitwisseling van horticulturele kennis. Berkhout schetst een kleurrijk beeld van de dagelijkse gang van zaken in en om de tuinen, van een prinses die haar hoveniers zeer waardeerde tot een snoeischaar voor de Franse koning als vredesgeschenk.

Een interview met de auteur over haar boek staat op youtube.com. De eerste pagina’s met inhoudsopgave vindt u hier.

Lenneke Berkhout, Hoveniers van Oranje. Functie, werk en positie 1621-1732, Hilversum 2020, ISBN 9789087048358, € 39,-, pp. 471.

Vrijwilligersklus bij de RCE: digitalisering fotocollectie Marijke Heuff

(INGEZONDEN)
Wie kent ze niet: de sfeervolle tuinfoto’s van Marijke Heuff? Haar dia’s geven een breed beeld van de Nederlandse tuincultuur: van geveltuin tot kasteeltuinen en tuinen van beroemde ontwerpers als Piet Oudolf en Henk Gerritsen. In de periode 1975-2005 heeft Marijke zo’n 700 tuinen gefotografeerd. Haar foto’s zijn gepubliceerd in honderden nationale en internationale boeken en tijdschriften. De hoge kwaliteit van de fotografie en de brede onderwerpkeuze geven het werk een belangrijke documentaire waarde. Om de fotocollectie van Marijke Heuff als geheel te behouden en in de toekomst toegankelijk te maken, neemt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) de collectie in beheer. De tuinfoto’s worden, in samenwerking met Marijke Heuff, gedigitaliseerd. Via de beeldbank van de RCE komen de foto’s beschikbaar voor een breed publiek.

De RCE zoekt daarom vrijwilligers met enige kennis van tuinarchitectuur die mee willen werken aan dit bijzondere project. Het project wordt begeleid door kundige archiefmedewerkers en de specialist historische tuinen van de RCE.

De werkzaamheden bestaan uit:
Beoordelen van dia’s op informatiewaarde (selecteren);
Trefwoorden (zoals haag, vijver, rozen, border, zichtas) toevoegen op een Excellijst;
Opzoeken en toevoegen van het monumentnummer;
Diaraampjes openen, dia ontdoen van plastic beschermlaagje, diaraampje sluiten en op chronologische volgorde in een diaslede zetten en voorzien van een code.

De Rijksdienst hoopt dit project met vele handen op te kunnen pakken. We starten begin september en ronden eind oktober af. De startbijeenkomst is bij de RCE in Amersfoort. Na een kennismaking met koffie en een introductie op het werk van Heuff, worden de werkzaamheden gedemonstreerd en eventueel geoefend. In verband met Corona kunt u de werkzaamheden daarna grotendeels bij u thuis uitvoeren. Voor vervoer van de materialen wordt uiteraard gezorgd.

Heeft u interesse om deel te nemen aan dit project? Neemt u dan contact op met Josette Custers, vrijwilligerscoördinator bij de RCE, op J.Custers@cultureelerfgoed.nl.

Het Loo, als ‘eene schone joffer’ ‘onder een party rimpelige vervalle besjes’


Een jachtscène met prins Willem III. Dirk Maas (vóór 1692) (Bron: Collectie Paleis Het Loo)
(zie ook eerdere bericht over dit schilderij)

Menig publicatie gaat in op de vraag waarom een kasteel of buitenplaats ligt waar het ligt (of zoals de makelaar zou zeggen: ‘locatie locatie locatie’). In geval van Het Loo gesticht op de toen woeste lege Veluwe komt dan in ieder geval de jachtbehoefte naar voren. Maar ook de tegenstelling tussen Het Loo en de omringende woestenij wordt dan wel aangestipt. De schrijver van een reisboek uit 1734 doet dat wel heel beeldend:

‘... dat de luister van een fraai landhuis nog meer afteekt wanneer het op eene woeste, dorre, eenzame plaats, alwaar men diergelyke schoonheit niet verwacht, gebouwt is, dan dat het gevonden word op landstreken die reets aangenaam van zich zelve zyn, en alwaar meer lustplaatzen gevonden worden; even gelyk eene schone Juffer meer de oogen en verwondering in ’t byzonder tot zich trekt, wanneer zy onder een party rimpelige vervalle besjes, of magere lelyke tronien zit, dan dat zy by meer andere schone Juffers geplaatst is. De kunst munt niet zeer uit, wanneer zy in allen delen van de natuur geholpen word, maar als dan toont zy eerst haar meesterstuk, wanneer de natuur haar in alles dwarsboomt, en zy echter alle die hinderpalen te boven komt, om de natuur zo te zeggen te dwingen, en te doen blyken wat zy doen kon tot lof van haren werkmeester of insteller. Het Loo zou nooit zo veel roem in de waereld gegeven hebben, nog de ogen en verwondering van ieder een zo tot zich hebben getrokken, als ’t nu gedaan heeft, indien ’t niet op eene plaats gebouwt was geworden alwaar men weet dat ongelooflyk veel moeite, arbeid konst en koste vereischt is geweest om het tot zo eene volmaaktheit te brengen als waar in men het thans ziet. Het vinden van fraie gezichten, en voorwerpen of plaatzen alwaar men die in ’t minst niet verwacht had, verrast op eene aangename wyze de aanschouwers.’

Coronaproof theedrinken in de prieeltjes van Café Valk (Ubbergen)

Aan de Pompweg te Ubbergen staat het tegenwoordige woonhuis ‘De Hartenbeek’. Het wordt reeds in 1520 vermeld. In 1796 werd het buiten, bestaande uit herenhuis, schuur, tuinen, visvijvers en lanen verkocht aan de familie Valk. Deze familie maakte er in de negentiende eeuw een koffiehuis met uitspanning van. Eerst onder de naam ‘Hartenbeek’, later als Café Valk. Op de helling achter het café verrezen prieeltjes waar de wandelaars uit Nijmegen verpozing zochten en van de ‘onovertreffelijke uitzichten’ op de Ooijpolder genoten. Tegen geringe vergoeding waren een theestoof, servies en kokend water te verkrijgen. Tegenwoordig zouden we vervolgens coronaproof thee gaan drinken. (In 1934 was er het vakantiecentrum Hartenbeek met weekendhuisjes en kampeerterrein gevestigd).
Jan Holwerda

(alle afbeeldingen dateren uit de periode 1902-1917 en komen uit de beeldbank van Regionaal Archief Nijmegen)