Romeyn de Hooghe. De verbeelding van de late Gouden Eeuw


De Vorst vertoont in de gedaente van Appollo (1686)
Romeyn de Hooghe  Bron:
Atlas van Stolk

Afgelopen dinsdag 9 december vond de opening van de tentoonstelling Romeyn de Hooghe. De verbeelding van de late Gouden Eeuw plaats. Een tentoonstelling die tot 8 maart 2009 te zien zal zijn bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam en het naastgelegen Allard Pierson Museum.

Het persbericht en o.a. de websites van UvA en Allard Pierson vermelden al kort een en ander over zijn leven en zijn enorme oeuvre. Maar het persbericht, en vervolgens all over internet, vermeldt ook ‘ontwierp de tuinen van paleis Het Loo‘. Een stelling en een stelligheid die de mijne niet is.  Gebaseerd op in Parijs bestelde ontwerptekeningen, inbreng van velen en namen als Jacon Roman, Hans Willem Bentinck, Romeyn de Hooghe, Daniël Marot en Daniël Desmarets schieten mij te binnen. En inderdaad Romeyn de Hooghe heeft ontwerptekeningen gemaakt, voor sculturen. En ja, er is een vogelvlucht van Het Loo van zijn hand, net als een serie van gravures van Het Loo, maar ‘ontwierp de tuinen van paleis Het Loo’…

Een veelheid aan materiaal is al gedigitaliseerd of volgt binnenkort. Naast sites en verwijzingen die via bovenstaande links zijn te vinden wil ik verwijzen naar een aantal plaatsen met tuinhistorisch interessant materiaal van de hand van de Hooghe:
– de site geheugenvannederland.nl biedt de serie van Enghien te Edingen (BE) en het boekje Korte beschryving benevens eene naauwkeurige afbeelding en verdere gezichten, van’t koninglyke lusthuis ’t Loo met gravures van Het Loo (pas uitgeven in 1786).
– de site heimat-kleve.de brengt de gravures van Prinzenhof und Lustgarten te Kleef (en in plattegrond)
– en tot slot wat de ontwerptekeningen voor sculturen betreft, Atlas van Stolk  (zoek met  Hooghe Loo ) laat 7 van de 8 ontwerpen zien.  JH

Zie ook weblog 8 april 2008.
Oh ja, en wat is een tentoonstelling zonder een rijk geïllustreerde boek met dezelfde titel.


De Zuyderzee met een scheepskroon (1686)
Romeyn de Hooghe  Bron: Atlas van Stolk

Kloostertuinen, Klooster Windesheim en Abdij Ten Duinen


Links: Klooster Windesheim, Beeldbank HCO
Rechts:  Abdij O.L.Vrouw ten Duinen te Koksijde. Pieter Pourbus d. A. 1580.
Kloosterarchief Ten Duinen

Afgelopen vrijdag was er in het kader van 2008 Jaar van het Religieus erfgoed, door het Platform Mariaplaats een studiemiddag georganiseerd over Kloosters en Kloostertuinen, mede gelet op de snelle verdwijning van dit erfgoed. Ik hield daar een voordracht, getiteld Kloostertuinen: verleden, heden en toekomst.

De power point presentatie die ik had gemaakt zal binnenkort ook op internet worden gepubliceerd, maar dan in een iets gecorrigeerde versie. Ik liet namelijk als voorbeeld van een middeleeuws klooster met pandhof het hier getoonde eerste plaatje zien, dat ik had gevonden op de Beeldbank van het HCO (Historisch Centrum Overijssel, een samenvoeging van het Rijksarchief in Overijssel en het gemeentearchief Zwolle), en dat volgens hen mogelijk het klooster Windesheim voorstelt in de 14de eeuw. Het woordje mogelijk bracht iedereen in de zaal aan het nadenken en iemand in de zaal verklaarde toen dat het echt een voorstelling betrof van de Cisterciënzer abdij Ten Duinen bij Koksijde in de nabijheid van Brugge.

Daar had ik thuis ook een dia van, dus thuis gekomen direct vergeleken. En ziet voor allen die de lezing hebben gevolgd en voor anderen die het ook interessant vinden, het klopt. Deze voorstelling betreft een isometrisch perspectief van de abdij die twee jaar voor het vervaardigen van deze voorstelling door de Calvinisten was verwoest. Vergelijk de eerste afbeelding maar met deze 16de eeuwse afbeelding van Pieter Pourbus de Oude. Hij woonde in Brugge en tekende deze situatie uit zijn herinnering. Duidelijk zijn hier de pandhof (de hof die ingesloten ligt tussen de panden van de kerk) ten zuiden van de hoofdkerk en de pandhof ten westen van de novicenkerk te onderscheiden. Het complex is min of meer gebouwd volgens de bekende voorbeeldplattegrond van de benedictijnen (ook later van de cisterciënzers). Zie de plattegrond van Sankt Gallen in een eerdere weblog, 22 december 2007.  CO

‘The Artist and the Garden’

Eind oktober kwam ik op een van mn zwerftochten op internet het symposium ‘The Artist and the Garden’ tegen (www.gardenmuseum.org.uk). Met een korte omschrijving die mij erg aansprak. Het zou plaatsvinden op 10 nov. in de UK. Deelname was niet de bedoeling, maar nieuwsgierig was ik wel. Een email gestuurd en gevraagd of er ook een paper of andere publicatie zou volgen. Vandaag pas antwoord (met excuses): nee, was niet de bedoeling en er was ook geen budget.

Waarom dan toch deze vermelding? Lees het onderstaande en misschien, misschien voelt iemand zich wel geinspireerd tot het opzetten van iets soortgelijks voor en in Nederland…  JH

‘The Artist and the Garden’, a symposium to explore the use of artists’ views as evidence in garden history and conservation.

This is the first Symposium for Garden Historians and those involved in the restoration of Historic gardens and landscapes to explore artistsxe2x80x99 views of gardens as a source of evidence for the history and conservation of gardens. Do pictures tell the truth about gardens of the past? Six speakers present case studies of gardens, artists, and artistic media.

– Kathryn Spence on Thomas Robins the Elder (d.1770)
– Christine Lalumia on James Tissot (1833-1902)
– Mary Guyatt on Allingham and Jekyll
– David Jacques on the Restoration of the Landscape at Chiswick
– Michael Symes on Prints
– Andrew Lawson on Garden Photography

Cascade mini-symposium 2008


Villa Maarheeze (Wassenaar)  Bron: buitenplaatseninwassenaar.nl

Gisteren, namiddag en vooravond, vond het Cascade mini-symposium 2008 plaats. Te Wageningen, in Forum van Wageningen UR. Een programma dat opnieuw goed in de smaak viel. Ontvangst in het Grand Café, een inleiding van Liesbeth Missel van Speciale Collecties, een rondleiding en toelichting door Liesbeth and haar collega’s, ‘ecologische’ broodjes en tot slot een lezing door Eric Blok over villatuinen en in meer detail Villa Maarheeze.

Even wat krenten.
Liesbeth schetste de verscheidenheid van het in Speciale Collecties liggende materiaal, en meldde duizelingwekkende aantallen aan boeken, kaarten, luchtfoto’s, tuinhistorisch materaal enz. Voor de aanwezigen die niets noteerden en niet aanwezigen, via internet begint het hier: library.wur.nl/speccol. Dus thuis al even rondkijken, opzoeken, noteren wat zoal op te vragen, en dan gaan! Een kanttekening, niet alles is via de ‘systemen’ te vinden. Schets de medewerkers waar je mee bezig bent, wat je zoekt, en er komt van alles boven.

Daarna de rondleiding door het toegankelijke deel van Speciale Collecties en door het magazijn waar normaal gesproken enkel Liesbeth en haar collega’s komen om aangevraagde materialen op te diepen. Voor ons ‘gekken’ toch een beetje ‘dé kelders’. Op verschillende plekken was een kleine keur aan materiaal tentoongesteld. Even proeven, even ruiken, en vooral later terugkomen. Daarna moesten we weer weg van al dat moois, ‘de broodjes liggen te wachten’ was het excuus.


Villa Maarheeze (Wassenaar), ca. 1918  Bron: Fotoarchief Gemeente Wassenaar

Na de broodjes, Eric Blok met een lezing over villatuinen 1900-1940 in het algemeen en Villa Maarheeze te Wassenaar in het bijzonder. Over het komen tot een indeling van stijlen, met illustraties van kenmerken en voorbeelden van die stijlen, het toewerken naar het voorbeeld Villa Maarheeze en een verdere schets en uitwerking van dat project. Over wat er zoal boven is gekomen. Boven tafel, uit archieven, fotoalbums enz., maar ook letterlijk boven de grond. De tuin stond en staat nog vol restanten, door snoei, graven en interpretatie van kaarten en foto’s kwam meer en meer boven.
Het herstel van Villa Maarheeze, villa en tuin, nadert zijn eindfase. Het geheel gaat in de verhuur, zie hier.

Gelukkig kunnen we toch een kijkje nemen. Tuindelen zijn, door het openkappen van zichtlijnen, weer zichtbaar vanaf de openbare weg. En een figuurlijk kijkje kunnen we nemen via een uit te komen publicatie: Villa Maarheeze, een uitgave van TasT. Voor xe2x82xac 19,95 en te bestellen via info@tastbaarerfgoed.nl of 035-5772741 ; zie dit pdf document.

Tot slot, een andere website met dezelfde info, laat hopen op meer. Alleen de naam al: buitenplaatseninwassenaar.nl. Kijk, daar kan nog wel even wat meer onder komen te hangen.  JH


Villa Maarheeze (Wassenaar), sept. 2008

De Gouden Eeuw begint in Haarlem


Satire op de Tulpomania (ca. 1640), Jan Brueghel (II)  Bron: Frans Hals Museum

De navolgende attendering is er een die ik al enige tijd in m’n achterhoofd had. Enige weken geleden al. Toen de kredietcrisis naar een hoogtepunt schoot. En terwijl ik dit tik realiseer ik me dat die kredietcrisis nu iets dagelijks is, iets van alledag; hoe iets extreems ‘gewoon’ kan worden.

Enige weken geleden schoot die kredietcrisis dus naar een hoogtepunt en werd steeds een term uit het verleden genoemd, de tulpomanie (1630 – circa 1637). In die zelfde periode werd ook de tentoonstelling De Gouden Eeuw begint in Haarlem in het Frans Hals Museum geopend. Voor de details moet u vooral de website van het Frans Hals Museum lezen.

Nou wist ik van een 2-tal ’tulpomanie-werken’ die het museum heeft. En navraag leerde dat deze er ook hangen. Dus een link was snel gemaakt… De navolgende details komen uit de collectie-informatie van het Frans Hals Museum.

Het eerste werk is van Jan Brueghel (II), Satire op de Tulpomania (ca. 1640).
Het schilderij laat zien hoe mensen zich als dwaze apen gedroegen. Apen onderhandelen, apen wegen de bollen, apen tellen geld en apen administreren. De aap links heeft een lijst met prijzen van de bollen. Rechts staat een aap op tulpen te plassen. Achter hem wordt een speculant – wegens schulden – voor de rechter geleid. In het strafbankje zit een aap te huilen. Midden achter gaat een teleurgestelde koper op de vuist. Rechts op de achtergrond wordt zelfs een speculant ten grave gedragen.

De tweede is een werk van Hendrick Gerritsz Pot, Flora’s Mallenwagen (in of kort na 1637).
De bloemgodin Flora, onder de tulpenvlag, troont met drie kostbare tulpen in haar hand in de zegewagen, hier voorgesteld als een mallenwagen, of narrenwagen. Drie mannen met een gekskap op het hoofd rijden met haar mee. Leckebardt kan het drinken niet laten, Graegrijk houdt een zak met geld vast en Liegwagen, met een klok in zijn hand, verkoopt zijn loze praatjes. De dame Vergaeral weegt tulpenbollen in een weegschaal (bollen werden per gewicht verkocht) en aan de dame IJdel Hope vervliegt de vogel van hoop. De mallenwagen zal spoedig in zee vergaan. De wagen wordt gevolgd door een groep Haarlemse wevers. Zij hebben hun werk in de steek gelaten en lopen achter de wagen aan. Van Haarlemse wevers is bekend dat zij nogal eens hun geluk in de tulpenwindhandel beproefden.

Niets nieuws onder de zon, waanzin is van alle tijden, de geschiedenis herhaalt zich, om maar even wat open deuren te noemen. JH

De Gouden Eeuw begint in Haarlem
11 oktober 2008 t/m 1 februari 2009
Frans Hals Museum, Haarlem

Henk van Os had in 1997 in het programma Beeldenstorm een aflevering over de tulpengekte, de tulpomanie ; klik hier om die aflevering te zien en als de aflevering loopt, dubbelklik op het beeld om een groot beeld te krijgen.


Flora’s Mallenwagen (in of kort na 1637), Hendrick G. Pot  Bron: Frans Hals Museum

Studiemiddag Kloostertuinen


St. Agatha. De lange vijver met twee wandelende Kruisheren (ca. 1940)
Uit Cascade Bulletin, 12e jrg (2003) nr. 2

Begin november viel bij de Cascadeleden een uitnodiging voor de studiemiddag Kloostertuinen in de bus. Georganiseerd door KNOB, in samenwerking met het Platform Mariaplaats. Details over deze middag staan natuurlijk in de uitnodiging, maar nu ook op de KNOB website.

De middag vindt plaats in kruisherenklooster van St. Agatha (te St. Agatha / Cuijk). Deze naam deed direct aan een artikel uit het Cascade Bulletin denken, De tuinen van het klooster St. Agatha. Een fragmentarische geschiedenis, door Wim Meulenkamp. Een tweede artikel is dan Kloostertuinen het behouden waard, door Carla en Juliet Oldenburger. Beide artikelen zijn nu digitaal beschikbaar op onze Cascade website.

Er zal nog een 2-tal artikelen uit het Bulletin volgen (van Ineke Pey), maar deze moeten nog gescand worden.
Tot slot bood Carla Oldenburger nog het artikel Kloostertuinen van haar en Juliet aan, eerder gepubliceerd in het blad Monumenten; klik hier. JH

Bewonderde stad: Hollandse stadsgezichten uit de Gouden Eeuw

Deze tentoonstelling is te bezichtigen in het Mauritshuis van 11 oktober 2008 t/m 11 januari 2009. Te bewonderen zijn 51 stadsgezichten waarvan 13 van Amsterdam, 7 van Haarlem en verder nog enkele van Den Haag, Dordrecht, Rhenen, Nijmegen, Utrecht, Middelburg, Delft en Hoorn. Alle beroemde Nederlandse stads- en landschapsschilders zijn vertegenwoordigd: Gerrit Berkheyde, Jan van der Heyden, Jacob en Salomon van Ruysdael, Jan van Goyen, Johannes Vermeer, Pieter Saenredam e.a.

Sommige schilderijen sluiten mooi aan bij eerdere weblogs over xe2x80x9cBomen in Amsterdamxe2x80x9d en xe2x80x9cBomen horen op de grachtenxe2x80x9d,  maar we kunnen op deze tentoonstelling ook bomen bestuderen xe2x80x9cbuiten de stadxe2x80x9d en soms ook xe2x80x9cop een marktxe2x80x9d of xe2x80x9cop een dijkxe2x80x9d.

Het meest intrigerend vond ik de oudste schildering op de tentoonstelling van Hans Bol.


Detail van Gezicht op Amsterdam vanuit het zuiden, Hans Bol (1589). Perkament. Part. Collectie.

We zien hier een lusthuisje in aanbouw en een ommuurde en omgrachte lusttuin. Het is bekend dat er al in de 16de eeuw tuinkoepels en lusthuisjes stonden langs de xe2x80x9cuitvalswegenxe2x80x9d rond Amsterdam, maar zoxe2x80x99n duidelijke en vroege voorstelling hiervan had ik nog niet eerder gezien.

Dan was er het schilderij van Hendrik Vroom Gezicht op Delft (1625) en in tegenstelling met de sparren voor de stadsmuur van Amersfoort waren hier helemaal geen bomen aan de buitenzijde van de stadsmuur te zien. Als inwoner van Rhenen deed het me goed onze prachtige toren geschilderd te zien door Jan van Goyen (1646), vanaf de Grebbeberg en met zicht op de Rijn en de uiterwaarden (Washington, Coll. William A. Clark).

Ook het hieronder afgebeelde schilderij van G. A. Berkheyde, Gezicht op de Gouden Bocht van de Herengracht in Amsterdam, vanaf de Vijzelstraat (ca. 1672) is bijzonder. Je zou kunnen concluderen dat er in de 17de eeuw geen bomen op de Herengracht stonden, maar bij nadere bestudering van het schilderij zien we nog lege percelen langs de gracht en bouwresten van huizenbouw en/of bestrating op de kades liggen, zodat het aannemelijk is dat de bomen nog geplant moeten worden of tijdelijk verwijderd zijn, zoals onlangs op de Herengracht nog is gebeurd, vanwege werkzaamheden. Ter orientatie, het derde (hele) huis van links is Huis de Vicq (1670 voltooid), nu Prins Bernhard Cultuurfonds.


Gezicht op de Gouden Bocht van de Herengracht in Amsterdam, vanaf de Vijzelstraat,
G. A. Berkheyde (ca. 1672). Recent aangekocht door het Rijksmuseum.

Als laatste schilderij wil ik noemen het schilderij van Het opwerpen van de nieuwe stadswallen van Haarlem in 1671 (Paris, Institut Néerlandais, Coll. Frits Lugt). We zien hier de uitvoering van een landschapsarchitectonisch project aan de noordzijde van de stad. Te zien is hoe zoxe2x80x99n kolossaal werk tot stand is gebracht. Mensen vervoeren het zand met kruiwagens naar boven en paarden draaien de molen rond die het water uit de bouwput pompt. Deze wallen werden later – in de 19de eeuw- door Zocher jr in landschapsstijl veranderd tot park en villapark. Zeer de moeite waard allemaal. CO.

Een aantal stadsgezichten, o.a. bovengenoemde Het opwerpen van de nieuwe stadswallen van Haarlem in 1671 van Gerrit Adriaensz. Berckheyde, is te zien op site van Mauritshuis; hier en hier.

Oh Oh Den Haag


Westerbeek, detail Gezicht op Den Haag vanuit het west-noordwesten, Jacob van der Croos

In het Haags Historisch Museum, Korte Vijverberg 7 te Den Haag, is tot 11 januari 2009 een boeiende overzichtstentoonstelling te zien van ‘s-Gravenhage en omstreken over de periode 16de tot 19de eeuw. Als u van Den Haag houdt: gaat u er beslist heen! Als u van schilderkunst door de eeuwen heen houdt – ietwat primitief, fijnschilderkunst, impressionistisch – u komt ogen tekort. Dan zijn er gedetailleerde stadsplattegronden met zeer veel siertuintjes (E. Homann, 1730) alsmede de originele ingekleurde tekening van Den Haag en wijde omtrek met alle buitenplaatsen erop door S.W. van der Noordaa uit 1839. Alhoewel aangekondigd komen de afbeeldingen van buitenplaatsen er nogal bekaaid af; speciaal daarvoor hoeft u er niet heen te gaan, maar u mist wel wat..

Zie ook de website; www.haagshistorischmuseum.nl. Openingstijden ma-vr van 10-17 uur; za-zo 12-17 uur.
Een uitvoerig gedocumenteerd boekje krijgt u mee bij de rondgang. Wilt u het houden: 2 euro.

Joost S.H. Gieskes

Oh oh Den Haag: wonderschone stadsgezichten in het Haags Historisch museum. Teksten Marco van Baalen; Robert van Lit; Jim van der Meer Mohr. 89p. xe2x82xac 2,=.

Voor verdere studie over Haagse stadsgezichten aan te bevelen
Haagse stadsgezichten 1550-1800: topografische schilderijen van het Haags Historisch Museum, door Charles Dumas, m.m.v. Jim van der Meer Mohr. Zwolle, 1991. 747 p. xe2x82xac 59,50.

Meerdere afbeeldingen al zien? Klik HHM Perspagina afbeeldingen.
De genoemde kaarten al zien? Klik Homann of Noordaa (en ga dan inzoomen).


Expositiezaal met op achtergrond Gezicht op ‘s-Gravenhage, Jan van Goyen (1650)

Caspar David Friedrich en het Duitse romantische landschap

De tentoonstelling Caspar David Friedrich en het Duitse romantische landschap is op dit moment te bezoeken in Museum Hermitage Amsterdam. Ook in de Kunsthalle in Hamburg werd twee jaar geleden uitgebreid aandacht besteed aan deze schilder (Caspar David Friedrich: Die Erfindung der Romantik). Deze tentoonstelling was een groot succes en wordt nu (vanaf 28 november as.) in Hamburg xe2x80x9cvervolgdxe2x80x9d door Jakob Philipp Hackert: Europas Landschaftsmaler der Goethezeit. Ik zal daar later ook verslag van doen.


Links: Grote cascades in Tivoli,  Jakob Philipp Hackert (1783)  Staatsmuseum Hermitage St. Petersburg
Rechts: Villa van Maecenas in Tivoli, Jakob Philipp Hackert (1783)  Staatsmuseum Hermitage St. Petersburg

Waarom wordt dit allemaal op onze weblog aangekondigd, is misschien uw reactie. Cascade besteedt toch alleen aandacht aan Nederlandse tuinen, parken en landschappen? Helemaal waar, maar het thema landschap wordt door Friedrich eigenlijk heel algemeen ten tonele gevoerd; het gaat om het romantische landschap dat hij oproept met zijn schilderingen en niet om de topografie.

Daarnaast tonen twee schilderijen van Hackert xe2x80x93als traditionele Italianisant en voorloper van Friedrich- ons de overweldigende cascades van Tivoli bij Rome. Na het zien van deze laatste schilderijen is voor mij weer heel begrijpelijk waarom ons Tuinhistorisch Genootschap het woord Cascade in zijn naam heeft opgenomen. Het is een symbool voor de altijd stromende kennis van tuinen, parken en landschappen, die wij aan elkaar willen doorgeven en met elkaar willen delen. Volgens mij dus een bezoek zeker waard. CO.

Uit het persbericht:
Bijzonder zijn naast de schilderijen van Friedrich de nog nooit getoonde en gepubliceerde aquarellen van Carl Fohr, die werden ontdekt tijdens de voorbereiding van deze tentoonstellingxe2x80xa6 Tot circa 1960 vertegenwoordigden Friedrichs schilderijen voor de meeste kunstkenners in Nederland een foute wereld die te maken had met een fataal nationalisme, gevoed door gedachten over Blut und Boden. Sindsdien is er veel veranderd. Al jaren is Friedrich xe2x80x98inxe2x80x99 en voor velen een cultfiguur geworden. Dat heeft onder meer te maken met het feit, dat de natuurbeleving die spreekt uit zijn schilderijen, de laatste decennia door velen wordt gedeeld. Caspar David Friedrich en zijn vriend Philipp Otto Runge hebben onbewust voor een vernieuwing in de beeldende kunst gezorgd. xe2x80xa6De landschappen van de diepgelovige protestant Friedrich zitten vol religieuze symboliek die verwijst naar een goddelijke aanwezigheid in het landschap, maar inspiratie vond in de landschappen van zijn eigen omgeving: o.a. Rügen, Rostock, het ommeland van Dresden en het Reuzengebergte.

Cascade najaarexcursie 2008


Einde bloementuin, Prins Hendriksoord (Den Dolder), Dirk F. Tersteeg (1909-10)

Gisteren vond de Cascade najaarsexcursie 2008 plaats. Als altijd ook deze keer opnieuw geweldig. De lokaties met hun tuin en/of park, Prins Hendriksoord (Den Dolder), Schoonoord (Zeist) en Blikkenburg (Zeist), de gastdames en -heren, de begeleiding en inleidende praatjes, de verzorging van de inwendige mens! Iedere keer weet de excursiecommissie weer een fantastische dag te organiseren. En deze keer was er ook nog een verrassing, een ‘kado-tje’. Ook nog even bij Vijverhof, de buurman van Prins Hendriksoord mogen kijken.

Vijverhof is een afsplitsing (1924 of 1926) van Prins Hendriksoord en het is in Vijverhof waar de toenmalige bloementuin door Dirk F. Tersteeg aangelegd (in 1909-10), is gelegen. Als je het artikel met foto’s uit het weekblad Buiten jrg 1910 kent, dan hoop je maar dat je een kijkje mag nemen. Als je weet van de afsplitsing dan wordt die hoop wel dunnetje. En dan mag je toch gaan kijken, kom je om het huis heen en sta je overdonderd en bewonderend voor de tuin van Tersteeg! Tuurlijk is er een en ander veranderd, we zijn 100 jaar verder! En wat te denken van de kosten die een dergelijke tuin met zich meebracht en brengt; dus versobering was gewoon een must. Maar naast bewondering is er ook vrees. Hoelang staat dit geheel nog? Alles is nu nog aanwezig, maar mossen, opschot, rot en ‘de tijd’ zorgen voor een gestage aftakeling…

Zoals de deelnemers beloofd, heb ik de foto’s en het artikel gescand, ‘Een belangrijk werk van tuinkunst’ uit het weekblad Buiten, jaargang 1910. Het artikel brengt niet alleen een beeld van de bloementuin, maar is ook een mooie weergave van de ‘strijd’ tussen de aanhangers van de ‘Engelschen-Tuinstijl’ en aanhangers van ‘meer zeitgemässe(!) beginselen van rechtlijnigheid en geometrische verdeeling’.
Kijk voor de losse foto’s op de webpage Foto’s bekijken van Cascade, en klik hier voor de pagina’s uit Buiten 1910; blz 520, 521, 522, 523 en 524.

Meer over Dirk F. Tersteeg en zijn werken in Nederlandse Tuinarchitectuur tussen 1850 en 1940 van Bonica Zijlstra (1986), blz 185-206; download via webpage Texts on Dutch garden and landscape architecture online van Wageningen UR Speciale Collecties (part 1; onderaan).  JH

NB. En wat wel aardig is in verband met de lopende weblogserie van Carla over oud-hollandse tuin, in het toenmalige weekblad Onze Tuinen staat ook deze bloementuin aangeduid als oud-Hollandse tuin! Net als in het bestemmingsplan van Zeist (2008).