
Driemaal Poortman: Oranjerietuin Twickel, Nijenhuis en Weldam
(OVERGENOMEN)
Museum No Hero in Delden is het startpunt van een tentoonstelling over drie fascinerende tuinen en parken in de nabije omgeving van het museum. Twickel ligt aan de overkant van Museum No Hero. Weldam en Nijenhuis niet ver daar vandaan (net buiten Goor en in Diepenheim). Het is voor het eerst dat de geschiedenis van deze drie tuinen gezamenlijk wordt gepresenteerd. Ook is het voor het eerst dat specifiek de 19e-eeuwse ontwerpgeschiedenis van alle drie centraal staat.
De tentoonstelling biedt inzicht in de gedroomde en gerealiseerde plannen voor de tuinen alsook in de beleving van de wandelende of rustende bezoeker uit de 19e eeuw. Net als interieurs zijn ook tuinen en parken aan smaakwisseling onderhevig. De vroege 19e eeuw werd gekenmerkt door een vroeg-landschappelijke stijl, waarbij op een relatief klein oppervlak veel quasi-natuurlijke landschapjes waren samen gebracht. Het doel daarvan was de bezoeker of wandelaar tal van verschillende emoties te laten ervaren bij het zien van beken, vijvers, heuvels of bruggetjes en tuinsieraden. Wat later in de eeuw veranderde de landschappelijke stijl in een steeds grootschaliger en natuurlijk ogend landschap, gestoffeerd met boomgroepen, waterpartijen en wild of vee. Een reactie kon niet uitblijven: in de nabijheid van de kastelen is vanaf 1880 een terugkeer naar een formele, op de Franse tuinkunst uit de 17e eeuw gebaseerde stijl zichtbaar.
De tentoonstelling maakt duidelijk dat voorbeelden van al deze stijlwisselingen in de drie tuinen zichtbaar zijn gebleven. Dit is mede te danken aan Hugo Poortman, die op alle drie de landgoederen werkte in een stijl die de gemengde stijl of ‘style mixte’ werd genoemd. Dit houdt in dat de tuinarchitect zich, al naar gelang de wensen van de opdrachtgever of de plek in het park of de tuin, met groot gemak bediende van zowel de landschappelijke als de formele stijl. Hier staat Poortman op de schouders van enkele illustere voorgangers, die de tuinen eerder onder handen namen: Jan David Zocher, Edouard André (Poortmans leermeester) en Eduard Petzold.
De expositie in Museum No Hero toont onder andere ontwerptekeningen in kleur, tuinsieraden en tuinmeubelen uit de 19e eeuw, afkomstig van de diverse kastelen. Er is een wandelgidsje verkrijgbaar waarin de bezoeker uitgedaagd wordt de tuinen op 19e-eeuwse wijze te ervaren: door het maken van een romantische, op emotie gerichte wandeling op Nijenhuis; een mijmerend bezoek aan de berceau (loofgang) en doolhof op Weldam en het ondergaan van de meanderende paden langs de vijvers en de lange zichtlijnen in tuin en park van Twickel. Speciaal voor deze bezoeken worden ook delen van de tuinen opengesteld die doorgaans gesloten zijn.
Twentse lusthoven, de tuinen van toen in het nu: Nijenhuis, Twickel en Weldam.
1 mei t/m 2 oktober 2022
Museum No Hero in Delden
woensdag t/m zondag van 11-17 uur
www.museumnohero.nl
Na ruim twintig jaar onderzoek ligt er nu het boek Vijfhonderd jaar Vollenhoven. Frieda Heijkoop en haar nichtje Sophie Heijkoop doken in de uitvoerige geschiedenis van het landgoed in De Bilt en deden daarbij verscheidene historische vondsten. Het lijvige en rijk geïllustreerde boek verweeft regionale geschiedenis met bijzondere verhalen en unieke documenten. Aanleiding voor het verschijnen is dat Vollenhoven in 2022 honderd jaar eigendom is van de familie Van Marwijk Kooy. Tegelijkertijd markeert de publicatie een afscheid, want op 1 mei verlaat de familie het landgoed. Met het Engelse landschapspark rondom het witte huis staat Vollenhoven bekend als een van de mooiste landgoederen in de provincie Utrecht. Het is ontstaan uit een middeleeuwse kloosterboerderij. Auteur Frieda ontdekte dat het zuidelijke deel van Vollenhoven ooit bij het terrein van de abdij van Oostbroek hoorde. Ook kwam ze erachter dat de boerderij in 1637 werd verkocht bij een veiling van kloosterlanderijen door de Staten van Utrecht. “De nieuwe eigenaren werd toegezegd dat de Biltsche Grift langs hun domein zou worden aangelegd. Dat was al een verrassing, maar toen vond ik in het Utrechts Archief ook nog de gedetailleerde veilingcatalogus. Ik wist echt niet wat ik zag.”










Paleis Het Loo: een koninklijk huis gaat over de geschiedenis van Het Loo in Apeldoorn vanaf de aankoop van Kasteel Het Oude Loo door prins Willem III in 1684 en de bouw van het nieuwe paleis in 1685 tot en met de laatste bewoning in 1975 en de openstelling van het paleis als museum in 1984. In de drie tussenliggende eeuwen werd het huis bewoond door tien opeenvolgende generaties Oranjes. Het Loo werd hun meest geliefde zomerpaleis, maar ook een reisdoel voor kijklustigen en al wie zich wilde vergapen aan de pracht en praal van dit grootste paleis van Nederland.