
Gevelbeplanting bij kasteel Zuylen, onderhoud is dan wel een dingetje. Bron: [weekblad] Buiten 1907.
(INGEZONDEN)
Momenteel ben ik bezig met het schrijven van mijn masterthesis voor de opleiding landschapsarchitectuur aan Wageningen University. Het onderwerp van mijn masterthesis gaat over historische tuin- en landschapselementen in Nederland die kunnen helpen bij het verbeteren van het stedelijk microklimaat (hittestress en windoverlast). Het microklimaat kan verbeterd worden door het verminderen van hoge windsnelheden, het creëren van schaduw, materialen te kiezen op basis van haar thermische eigenschappen, het vergroten van ventilatie en als laatste het vergroten van de verdamping van water uit bijvoorbeeld bladeren, de bodem en (stromend) water.
In mijn thesis doe ik onderzoek naar historische tuin- en landschapselementen omdat deze PASSIEF het microklimaat kunnen beïnvloeden en dus nauwelijks bijdragen aan de uitputting van schaarse brandstoffen en de uitstoot van broeikasgassen. Tot dusver is nog geen overzicht van deze elementen en hoe dat deze ingepast zouden kunnen worden in de context van een huidige stad. Wel bestaan er tal van voorbeelden, denk aan, leilinden, laanbomen, groene gevels, berceaux etc. Ook zijn er tal val tuin- en landschapselementen die als neveneffect het microklimaat beïnvloeden, zoals fonteinen en boomgaarden.
Om met name meer inzicht te krijgen in dergelijke historische tuinelementen zou ik graag zoveel mogelijk reacties ontvangen op deze blog.
Michiel Bakx
(mailadres bekend bij de webmaster)
‘De Cloese is een van die uitgestrekte en vorstelijk aangelegde buitenplaatsen, welke den omtrek van Lochem tot een bevoorrecht oord maken.’ Een mooi staaltje Achterhoekpromotie in de landelijke couranten aan het einde van de negentiende eeuw. Het natuurschoon van het landgoed, met zijn ‘lanen van hoogopgaande dennen, spiegelende kolkjes, ruime weilanden, vette akkers en dan weer schaduwrijke dreven’ was landelijk bekend en speelde al vroeg een belangrijke rol in het bloeiende Lochemse toerisme.
Bij het Westland denk je automatisch aan kassen, vol tomaten, paprika’s of bloemen. Inderdaad kent het Westland de grootste concentratie glastuinbouw ter wereld, maar ook de concentratie buitenplaatsen was ooit heel dicht. Vanaf het begin van de Gouden Eeuw tot ver in de negentiende eeuw waren er in de hele streek meer dan honderd buitenverblijven te vinden, aangelegd door welgestelde stedelingen uit omringende plaatsen als Delft en Den Haag.



Huis Wisch in Terborg is een uniek monument met een prachtige parktuin en een eeuwenlange geschiedenis dat wordt bewoond door de laatste telg van vijf generaties Van Schuylenburch, door huwelijk nu Vegelin van Claerbergen. Des te opzienbarender is het dat er, in tegenstelling tot alle kastelen in Nederland, géén enkele echte publicatie over bestaat, zelfs geen folder. En ook niet over kasteel Ulenpas in Hoog-Keppel en kasteel Schuilenburg (verwoest in WO-II) in Silvolde die ook tot hun bezit horen. Deels komt dit door de aard van de bewoners die liever niet al te veel opvallen. Met een beetje toeval en geluk kwam Daniëls in contact met de familie en noteerde hun verhalen. Huis Sinderen en de heerlijkheid Lichtenberg, die ook tijdelijk in hun bezit waren, kregen een klein hoofdstuk net als de vele belangrijke en interessante families zoals Van Herzeele, Van Limburg Stirum en Boetzelaer waarmee ze trouwden. Die woonden (soms nu nog) in mooie landhuizen in onder andere Wassenaar, Noordwijk en Bilthoven die ze voor dit boek fotografeerde.




De streek Twente in het oosten van Nederland is vooral bekend vanwege de voormalige textielindustrie en om de technische universiteit, gevestigd in Enschede. Maar ook om het unieke Twentse landschap dat al van oudsher vele toeristen trekt. Het is een gebied met een uitzonderlijke combinatie van glooiende landschappen, havezaten en landgoederen, fabrieksschoorstenen en boerenerven.