Beeckestijn – Boreel – Vrijmetselarij? (3)

Als vervolg op de weblog van gisteren (7 Mei 2007):

Typische bouwsymboliek vindt men ook op verschillende plaatsen aan het einde van de dwarslanen in de vorm van een passer; deze passervormige elementen hadden de opzet van een kabinet. Deze ‘passers’ staan ingetekend aan het einde van de eerste dwarslaan, rechts en aan het einde van de tweede en derde dwarslanen, links (allen op onderstaande linkerafbeelding ; aanklikken leidt tot een nieuwe webpage en mogelijkheden tot inzoomen).

Beeckestijn (Velsen) - J.G.Michael (1772)Beeckestijn (Velsen) - J.G.Michael (1772)
Plattegrond Beeckestijn – J.G. Michael (1772)
Bron: Digitale Noord-Hollandse Atlas (2)

Ook in deze tuin voerde de wandeling langs verschillende gebouwtjes met een  architectuur uit verschillende perioden en stijlen, die een bepaalde lading droegen. Zo was er een ‘Gotische’ kapel, waarvan de entree door vier zuilen werd getorst, een middeleeuwse ruïne en als ‘apotheose’ de classicistische colonnade aan het einde van de zichtas vanuit het huis èn als besluit van de wandeling, die in het landschappelijke gedeelte werd begeleid door de beek.

We weten niet of Jacob Boreel sr. vrijmetselaar was; in de cartotheek van het Cultureel Maçonniek Centrum ‘Prins Frederik’ komt zijn naam niet voor. Het is echter mogelijk, dat hij in Engeland kennis maakte met de Vrijmetselarij en daar werd ingewijd. Boreel was immers verschillende malen in Engeland geweest. In 1759 behoorde hij met Jan van de Poll en Gerard Meerman tot een gezantschap met de titel ‘ministers van staat’ dat naar Engeland ging om te onderhandelen over de opgebrachte schepen en het vereffenen van de geschillen met betrekking tot de vaart op Amerika. Twee jaar later, van 23 januari 1761 tot 26 october 1762 was Boreel opnieuw in Engeland, ditmaal als extra-ordinaris ambassadeur. Ongetwijfeld zal Boreel verschillende buitenplaatsen rondom Londen bezocht hebben, die tuinen of parken in landschapsstijl hadden. Zijn zoon, Jacob Boreel, die eigenaar zou worden van Elswout, was zeker maçon.

T.a.v. Boreel en Vrijmetselarij, lees zeker ook even de weblog van 24 Apr. 2007.

Beeckestijn – Boreel – Vrijmetselarij? (2)

Het navolgende is aangeleverd door Heimerick Tromp (en door mij iets bewerkt) en ontleend aan een hoofdstuk over o.a. de Vrijmetselarij uit een nog uit te komen boek over de landschapsstijl. Hier een eerste deel, morgen het tweede. Deze weblog sluit aan bij de weblog van 24 Apr. 2007.

De plattegrond van buitenplaats Beeckestijn (Velsen) uit 1772 (J.G. Michael) bevat onderdelen met een decoratie, die verwant kan zijn aan de maçonnieke symboliek.

Uitsnede plattegrond Beeckestijn - J.G. Michael (1772)
Uitsnede plattegrond Beeckestijn – J.G. Michael (1772)
Bron: Digitale Noord-Hollandse Atlas

Het meest opvallend in de plattegrond van Beeckestijn is de licht- en bouwsymboliek. In het geometrische gedeelte ten z.w. van het huis liggen twee rechthoekige compartimenten (afb. hierboven) aan weerszijden van de hoofdas; het rechter (meest westelijke) bevat een driehoek met een slingerbos waar een korte rechte laan als een xe2x80x98handvatxe2x80x99 naar toe leidt; de opzet heeft de vorm van een truweel. Het linker (meest zuidelijke) compartiment bestaat uit een tweetal driehoeken ingevuld als slingerbos. De daar ingetekende beplantingselementen stellen een maan en een cirkel voor, waarin men de zon kan herkennen; de maan is als het ware door de sterren, kleine ronde elementen, omringd.

Doolhof Sorghvliet (Den Haag) - J. van den Aveelen (1691/98)
Doolhof Sorghvliet – J. van den Aveelen
(1691/98)  Bron: TUiN

Intrigerend is de vorm van de cirkelvormige bloemparterre, direct ten westen van het huis. Het kader hiervan is duidelijk geïnspireerd op het labyrint van Zorgvliet (Den Haag). Ook op Zorgvliet hebben de kabinetjes een verschillende vorm: een cirkel, een kruis, een rechthoek of vierkant en een halve cirkel.

Dergelijke symbolen hebben dikwijls een kosmologische, c.q. alchemistische of astrologische achtergrond. De kruisvorm staat voor Venus en evenals de maan voor het vrouwelijke, de cirkel voor de zon, het mannelijke. De halve cirkel (Jupiter) voor de ziel, het positieve, het vierkant voor de Aarde, het krachtige (het getal 4). Bij Zorgvliet kunnen we er ook de vier elementen in herkennen: vuur (de zon), aarde (het vierkant), lucht (halve cirkel) en water (maan).

Bloemwaaier Beeckestijn (Velsen) - J.G. Michael (1772)
Bloemwaaier Beeckestijn – J.G. Michael
(1772)  Bron: Digitale N-H Atlas

Bij Beeckestijn is de symboliek minder duidelijk. Hier kan het klavertje drie staan voor de perfecte eenheid en het sleutelgat voor het vrouwelijke.

De invulling van deze parterre in de vorm van een draaiend of roterend wiel verwijst naar een oeroud, wereldwijd verbreid symbool en is verwant aan het gammakruis of tetraskelion (vgl. swastika). Het kan staan voor de zon, het leven zelf, vruchtbaarheid en voorspoed en vormt als zodanig een geluksteken. In die zin kan het ook als teken van xe2x80x98welkomxe2x80x99 gelden.

Kassen Oude Hortus Utrecht in volle glorie hersteld

Ublad online vermeldt dat de oudste Hortuskassen van Nederland definitief van de ondergang zijn gered. De Utrechtse Universiteitskassen werden de afgelopen drie jaar grondig gerestaureerd en heringericht. Een zoektocht naar financiering van vijf jaar ging hieraan vooraf.

De Jugendstil-achtige kassen die jaren lagen te verpauperen, hebben hun oude glans herkregen en vormen nu een karakteristiek samenspel van lichtblauwe geklonken ijzeren spanten, roestbruin hardhout en vooral heel veel glas. 

De opening is 7 mei, maar voorafgaand is er de Kassenweek 2007 met zondag 6 mei een reeks van korte lezingen en workshops, zie programma kassenweek.  JH

Bron afbeelding Kaswandelen in Utrecht, Trouw

Nog vier kabinetjes

Vorige week was er reeds een reactie op het artikel van Heimerick Tromp over de relatie tussen de vrijmetselarij en vernieuwende tuinarchitectuur in de tweede helft van de 18de eeuw (in meest recente Cascade bulletin). In die weblog had ik een shot uit de kaart van Beeckestijn opgenomen, die van de bloemwaaier met de 4 kabinetjes (zie weblog 24 apr. 2007).

Heimerick zelf heeft ook een reactie op het meest recente bulletin en wel n.a.v. de kaart van de tuinen van Het Loo door T. Henry Reetz : ‘…een interessante nieuwe kaart van het Loo: kijk eens naar de vorm van de vier kabinetjes, in het bosquet links beneden (in de tuin van het oude Loo, zo ongeveer) …’.
Zie uitsnede links en voor de gehele kaart zie weblog 14 nov. 2006.

En zo kun je naar een kaart kijken en toch niet zien, of dringt niet door wat je ziet. Tot nu.  JH

Spiritualiteit in de tuinhistorie

Naar aanleiding van een pleidooi van Heimerick Tromp voor het oprichten van een denktank over dit onderwerp in Cascade bulletin voor tuinhistorie nr. 2, 2006.

Spiritualiteit schijnt hèt onderwerp van de 21e eeuw te worden. Op landelijke schaal is de trend zichtbaar in onder meer de oplage van het dagblad Trouw, dat als enige krant in Nederland een katern over spiritualiteit heeft en tegelijkertijd ook de enige krant is waarvan het aantal abonnees groeit. In onze eigen kleine kring van Uitgeverij De Hef is het al te merken aan twee recente publikaties: De Van Nelle Monument van de vooruitgang, waarin de moderne architectuur nu eens niet funktionalistisch wordt benaderd, maar vanuit de esotherische leer van de Theosofie. Een ander voorbeeld is het boekje Gids: doolhoven & labyrinten in Nederland waarin ook de spirituele betekenis van vooral het labyrint wordt benadrukt. Zelfs in de restauratie van monumenten is de opleving van de belangstelling voor spirituele onderwerpen zichtbaar, getuige de ophef rond de restauratie van architectuur van K.P.C. de Bazel, waarbij volgens kenners te weinig rekening is gehouden met diens esotherische gedachtegoed. (Naar aanleiding hiervan is zelfs in Amsterdam een symposium gehouden).

Het is dus gelukkig niet zo dat alleen in Duitsland aandacht aan het onderwerp wordt besteed. Tot mijn grote verrassing is het laatste nummer van het Cascade bulletin een overtuigend bewijs van het feit dat de belangstelling voor diepere levensovertuigingen ook in Cascade-kringen actueel is. Geheel los van elkaar getuigen de artikelen van Heimerick Tromp, Carla en Juliet Oldenburger, Leo den Dulk en ondergetekende van deze tendens. De bijdrage van Tromp heeft de Vrijmetselarij als onderwerp, Den Dulk ruimt in zijn onderzoek plaats in voor het socialistisch-modernistische wereldbeeld van Mien Ruys, de Oldenburgers verdiepen zich in kloostertuinen en aanverwante tuinen vanuit Christelijk beschouwing: kruiswegstaties, devotiegrotten etc. Mijn eigen artikel gaat over de invloed van het (Vlaams-Leidse) humanistische gedachtegoed op de ordening in de tuin en het plantenrijk.

De oproep van Heimerinck Tromp komt dus als geroepen: een denktank over spiritualiteit in de tuinkunst! Ik ben er een voorstander van en wil er graag aan mee doen!

Anne Mieke Backer

Beeckestijn – Boreel – Vrijmetselarij?

In het zojuist verschenen nummer van Cascade schrijft Heimerick Tromp over de relatie tussen de Vrijmetselarij en vernieuwende tuinarchitectuur in de tweede helft van de 18de eeuw, naar aanleiding van een symposium daarover in 2006 (Cascade 15 [2006], nr. 2, p. 6-13). Daarbij merkt hij op, dat die relatie voor wat betreft de Nederlandse situatie nog nadere uitwerking behoeft. Als één van de op dat gebied nader uit te zoeken tuinontwerpen noemt hij die van Beeckestijn, waarvan een kaart uit 1772 beschikbaar is.

Een aantal jaar geleden had ik het geluk het archief van de familie Boreel te mogen bestuderen, en ik denk dat ik genoemd onderzoek een zeer klein duwtje in de juiste richting kan geven. Er is geen bewijs dat Jacob Boreel Jansz. (eigenaar van Beeckestijn onder wiens leiding de landschapsstijl aldaar werd toegepast) lid was van een orde xe2x80x93 ik meen dat Heimerick Tromp dat expliciet in zijn proefschrift bericht.
Mijn zeer kleine duwtje is het volgende. De familie Boreel was dan wel geen lid van een orde (voor zover wij weten), maar heeft destijds wel om één of andere reden interesse gehad in de Vrijmetselarij. Dat blijkt uit het volgende fragment uit een brief die op 11 juni 1759 aan Boreel werd geschreven door zijn vriend Cornelis Backer:

xe2x80x9cHede morgen had ik de Eer te ontfangen die van UHEdGest. der 8 jongstleden; ik heb daar op de papieren van UHEdGestr. rakende de free masson van Mevrouw Boreel; onder mijne recepisse ontfangen en zal daar op alvorens te berichten (…) met den Heer R.P. in den Haag spreeken.xe2x80x9d

xe2x80x98Den Heer R.P.xe2x80x99 is de Raadpensionaris (landsadvocaat) van Holland, een functie die destijds werd vervuld door Pieter Steyn. Het is de moeite waard uit te zoeken of hij zich had aangesloten bij een Orde der Vrijmetselaren. De xe2x80x98free massonxe2x80x99 kan ik alleen maar lezen als een kreupele vertaling van Freemasons (Backer beheerste de Engelse taal niet, schrijft hij elders).
Maar hier is ook vooral het tijdstip belangrijk: toen deze brief werd geschreven, zat Boreel pas enkele weken in Engeland, voor zijn eerste missie aldaar. Uit hoofde van die missie sprak hij met allerlei Britse hoogwaardigheidsbekleders die wij als tuinliefhebbers vooral kennen van hun grote en belangrijke tuinen, al dan niet met maçonnieke inslag.

Uit mijn nog te publiceren resultaten van het onderzoek in het Boreel-archief, blijkt dat Jacob Boreel Jansz. het mislukken van die missie, en het feit dat hij daarom veel tijd had voor andere zaken, onder meer heeft aangegrepen om zich te verdiepen in de Engelse wijze van tuinaanleg die hij later in afgezwakte versie zou toepassen op Beeckestijn. Het definitieve besluit daartoe werd een half jaar na genoemde brief genomen. Boreelxe2x80x99s vrouw verbleef destijds nog in Nederland, wellicht was dat een van de redenen waarom zij betrokken was bij wat er dan ook te bespreken viel met de Raadpensionaris.

Meer aanwijzingen heb ik niet gevonden. Hopelijk is het een steuntje in de rug voor mensen met meer verstand van de typische kenmerken van de Vrijmetselarij in Nederland. Het zou mooi zijn als die discussie zich op deze plaats zou kunnen ontwikkelen.

Henk van der Eijk

 

Toevoeging:

Beeckestijn, J.G. Michael 1772                     Bron: Digitale Noord-Hollandse Atlas
Links Lichtsymboliek                                    Rechts Bouwsymboliek
Zon, maan en sterren                                    Kruis, cirkel, klavervorm en sleutelgat

Ik ben zo vrij om een 2-tal shots uit de kaart van Beeckestijn toe te voegen.
Heimerick Tromp vermeldt in zijn proefschrift Et in Arcadia Ego de verwerking van de licht- en bouwsymboliek van de Vrijmetselarij in deze plattegrond. En inderdaad, het proefschrift vermeldt dat het niet bekend is of Jacob Boreel sr. vrijmetselaar was.  JH

Cuypersjaar 2007


Aanleg van de tuin  Bron: NAi

Cuypers, dat roept namen als kasteel De Haar, Rijksmuseum Amsterdam en Centraal Station Amsterdam op. Voor weer anderen zullen het de vele, vele kerken en interieurs zijn. Of nog weer andere ontwerpen en uitvoeringen.

En nu dan Cuypersjaar 2007 met ook een veelheid en verscheidenheid. Nu aan activiteiten en exposities. 2007 omdat dit het jaar is waarin het Nederlands Architectuur Instituut (NAi) de inventarisatie van het complete werk van Cuypers afrondt. Ik heb een aantal uit die veelheid bijeengezet.

Roermond met exposities als ‘Pierre Cuypers, vernieuwer vanuit het verleden‘ in Stedelijk Museum Roermond, 15 september t/m 13 januari 2008, en ‘Uit het persoonlijk archief‘ in Gemeente Archief Roermond, 1 oktober t/m 31 januari 2008.  En zie verder de agenda (en website) met excursies, fiets- en wandeltochten, een dart toernooi, een musical (!), boeken en wat al niet meer.

Parallel aan Roermond lopen zaken bij NAi Rotterdam/Maastricht. Het NAi, met ruim 450 strekkende meter tekeningen, correspondentie, krantenartikelen en foto’s. En van 22 september t/m 6 januari 2008, NAi Rotterdam/Maastricht de tentoonstelling ‘P.J.H. Cuypers‘. Kijk aldaar vast in Dossier Cuypers en in Aanleg van de tuin.

Dan een website met de wording van een biografie, nl. die van P.J.H. Cuypers  (1827-1921)
Ook heel aardig is Gezocht: Werklieden en Kunstenaars uit de kunstwerkplaatsen van Cuypers in Roermond die er vóór 1900 werkzaam waren.

En tot slot de website van Collectierecht Utrecht met een serie over De Haar. Aldaar staat een stukje uit het tijdschrift De Opmerker: ‘Hadden de archeologen in 1891 slecht een vervallen muurwerk aangetroffen, de bezoekers van zeven jaar later stonden verbaasd over al het schoone, wat deze vorstelijke heerlijkheid, als met een tooverwoord uit middeleeuwen herrezen, binnen hare grenzen verbergt.’

Het duurt nog even voor de exposities starten, maar nu reeds een weblog omdat tussen al die andere activiteiten mogelijk iets van uw gading zit.  JH

Gids: doolhoven en labyrinten in Nederland

  
Bron: www.doolhoven.nl

Op 16 april 2007 is na lange voorbereidingen door een groep auteurs verbonden aan de Stichting Doolhof en Labyrint Gids: doolhoven en labyrinten in Nederland verschenen bij uitgeverij De Hef te Rotterdam. Hiermee wordt een tot dusver onontgonnen terrein in kaart gebracht: de ontwikkelingsgeschiedenis en het hedendaags vóórkomen van doolhoven en labyrinten in Nederland, in de Nederlandse taal.

Oorspronkelijke literatuur over (historische) doolhoven en labyrinten is zeldzaam en verschijnt vrijwel altijd in de Engelse taal; vertalingen hiervan leggen met hun inhoud daarom vaak nadruk op de Angelsaksische wereld. Deze gids laat zien dat daarmee voorbij gegaan wordt aan wat ons eigen land te bieden heeft: Nederland herbergt een fraaie verzameling labyrinten en doolhoven die voor iedereen te bezoeken en bewonderen zijn. Bijna de helft van de uitgave beslaat daarom een rijk geïllustreerd overzicht van hun vindplaatsen – de gids is bovendien uitgebracht op handzaam formaat en kan daarom handig mee op reis. Daarnaast laat een historische introductie in het boek zien dat ons land op dit terrein een bijzonder boeiend verleden heeft, dat in dit werk voor het eerst uitvoerig en met vele voorbeelden beschreven wordt. Zo wordt bijvoorbeeld ruime aandacht besteed aan de toonaangevende rol die Nederland speelde in de zeventiende-eeuwse internationale tuinmode als het ging om doolhoven, de unieke Amsterdamse stadsdoolhoven bij herbergen vanaf omstreeks 1615, de veranderende ontwerpen van dwaaltuinen op landgoederen van kastelen en buitenverblijven en de plotseling oplevende belangstelling voor doolhoven en kerklabyrinten aan het eind van de negentiende eeuw.

De Stichting Doolhof en Labyrint bestaat uit een groep geïnteresseerden die zich ten doel stelt Nederlandse doolhoven en labyrinten in heden en verleden te bestuderen en kennis hieromtrent te verzamelen en publiceren. Aan het begin van de zomer 2007 organiseert zij een eerste symposium over doolhoven en labyrinten, waarover nadere berichtgeving zal volgen op de website van de stichting: www.doolhoven.nl. Op deze website is ook de bestelwijze van het boek te vinden.

Martin van der Gaag

Pomona in de tuin van Paleis Het Loo

Op de site van de Stentor las ik:

In vier parterres van de tuin van Paleis Het Loo stonden oorspronkelijk vier marmeren beelden: Flora (godin van bloemen en lente), Bacchus (god van wijn en herfst), Apollo (god van zon en tijd) en Pomona (godin van de vruchten). Flora en Bacchus bleven bewaard, maar Apollo en Pomona zijn bij de ontmanteling van de tuin in de tijd van de Franse Revolutie verloren gegaan.

Voor de restauratie van de tuin werd in Nederland een passend beeld van Apollo gevonden, waar volgens de kennis van die tijd een kunststof kopie van werd gemaakt. Alleen van de Pomona was geen goed voorbeeld bekend. Uiteindelijk werd dit gevonden in de collectie van de Engelse koningin: een marmeren beeld, naar ontwerp van de Italiaanse beeldhouwer Pietro Franqueville (1548-1615). Kopieën van beelden en vazen, die om conserveringsredenen niet buiten kunnen staan, zijn tot nu toe van kunststof of van mortel met marmerslag gemaakt. Door nieuwe ontwikkellingen is het nu mogelijk een kopie in marmer te maken.

Het National Conservation Centre in Liverpool maakte driedimensionale opnames en computermodellen van het beeld. Op basis hiervan werd het beeld door een computergestuurde machine gehakt uit Italiaans marmer, geïmporteerd uit Carrara. Met het plaatsen van de Pomona is het viertal parterrebeelden weer compleet en is de situatie weer zoals de zeventiende-eeuwse stichters van Het Loo die hadden bedacht.

Bij het National Conservation Centre kun je meer over het hele proces rond deze Pomona lezen en zien. Het 3D model, de verdeling in 8 stukken, de computergestuurde vormgeving en de samenstelling tot een geheel. De woorden ambacht en beeldhouwen krijgen zo een wel heel andere inhoud.   JH

Oude Hollandsche Tuinen, Anna G. Bienfait (1943)

De tentoonstelling ‘De kroon op het werk’ ben ik niet zonder reden gaan bekijken. Via internet was al een flink aantal werken te zien en achtergrondinformatie te lezen. En een aantal werken trok gelijk de tuinhistorische interesse. Werken van ongeveer 20 bij 30 cm tot bijvoorbeeld 190 bij 170 cm ; geweldig! (zie weblog dd 11 april)

Maar er was nog een reden. De deelnemers van de meest recente Cascade Ronde Tafel Conferentie (RTC) hebben even aan mijn ‘project’ rond Oude Hollandsche Tuinen van Anna G. Bienfait kunnen ruiken. Dit is een poging tot het vinden – op internet en in beeldbanken – van de afbeeldingen als in het boek en deze middels presentaties per hoofdstuk weer te geven. Een soort van ‘digitale editie’, maar dan zonder het boek te scannen.

En een aantal afbeeldingen als uit het boek zijn als schilderij op de tentoonstelling te aanschouwen, die moest ik dus zien. Deze zijn ook via internet te vinden en zijn dan dus ook in de ‘digitale editie’ opgenomen.

Meer lezen en zien betreffende mijn ‘project’ rond Oude Hollandsche Tuinen van Anna G. Bienfait?  Klik dan hier.  JH