OVERGENOMEN (Uitgeverij Nabijproducties)
In dit tweede deel van de serie ‘Aan de Stichtse Lustwarande’ schetst historica Annet Werkhoven opnieuw de ontstaansgeschiedenis van 25 bekende en onbekende landgoederen, buitens en villa’s in de omgeving van de Stichtse Lustwarande.
Voor het samenstellen van deze boeken zijn archieven en literatuur geraadpleegd, niet alleen om te achterhalen hoe de in het boek beschreven huizen tot stand kwamen maar ook wie de oorspronkelijke bewoners waren. De foto’s van de bewoners en hun families geven een goed beeld van de tijd dat het bezit van een groot zomerhuis buiten de stad voor de elite er bij hoorde. Maar niet alleen dat, ook is veel informatie naar voren gekomen uit gesprekken met de huidige bewoners of gebruikers.
Deze reeks geeft een warm en waardevol beeld van de culturele rijkdom van de Stichtse Lustwarande.
Annet Werkhoven, Aan de Stichtse Lustwarande. Bekende en minder bekende landgoederen, buitens en villa’s, ISBN 9789492055477, 168 pp., € 19,95
Voor 1e deel zie bericht 16 juni 2017
Dit jaar viert Huygens’ Hofwijck haar 375 jarig bestaan. In 1642 werd de buitenplaats door Constantijn Huygens en zijn familie in gebruik genomen als verblijfplaats om af en toe het drukke bestaan aan het Haagse Hof te kunnen ontvluchten.
‘Een Versailles in miniatuur in een vergeten uithoek aan de Schelde’, schrijft een krantenverslaggever in 1894 over het huis Zorgvliet in het Zeeuwse dorpje Ellewoutsdijk. Bij zijn bezoek aan dit neoclassicistische buiten van de vermogende baggeraarsfamilie Van Hattum kan hij zijn ogen niet geloven. Binnen telt hij vijftien slaapkamers en ziet hij een wintertuin, een theater met een draaibaar toneel en drie kunstzalen met toonaangevende schilderijen. Buiten stuit hij op een weelderige landschapstuin met een prieel, een kassengalerij en een eiland met een volière. Vanuit de uitkijktoren zijn in de wijde omtrek alleen weilanden, de zeedijk en de Westerschelde te zien.



Rosendael op kadastraal minuutplan (1817) Bron: beeldbank RCE
Pleisierig vinke en lecker drinke,


In mijn krant van vandaag staat een stuk over de Achterhoekse Touwfabriek Helmes-Wellink. Over theezakjestouw dat, hoe lang het zakje ook in de pot hangt, wit moet blijven. Maar ook over allerlei andere heel specifieke touwen. Als slot wordt nog een speciaal voorbeeld naar voren gebracht. Het betreft een toepassing van een speciaal touw bij bomen geplant in de woestijn van Palestina. In de woestijngrond komt een afbreekbare cocon met water met in het midden een gat voor de boom. In de bak hangen speciale koorden. Die zuigen het water op en transporteren dit gedoseerd naar de boomwortels. Tot de boom diep genoeg wortelt en op eigen kracht water vindt.
Uit 

Poppenhuis van Petronella Oortman (ca. 1710), Jacob Appel (I)
Poppenhuis van Petronella Oortman (ca. 1686 – ca. 1710)
NKS studiemiddag: Publiek bezit? De rol van kastelen en buitenplaatsen in de samenleving