Utrechtse tuinen, speelhuisjes en lusthoven

(OVERGENOMEN)
De binnenstad van Utrecht heeft een zeldzaam fraaie en interessante ‘groene geschiedenis’. Denk daarbij aan de grote kanunnikentuinen, aan de pandhoven van de Domkerk en de Mariakerk, aan de bomen op de werven, aan de achtertuinen van de huizen langs de grachten, aan de koffiehuizen met groene uitspanning en aan het Sterrenbos. In dit boek wordt voor het eerst de geschiedenis beschreven van dit voor alle bewoners zo essentiële onderdeel van de Utrechtse binnenstad.

Het is de eerste publicatie die het historisch groen van de Utrechtse binnenstad in samenhang behandelt. Maar sowieso ook de eerste publicatie die het groen van een Nederlandse binnenstad door de eeuwen heen onder de loep neemt. Daarmee vraagt dit boek ook in meer algemene zin aandacht voor het unieke samenspel van ‘rood’ en ‘groen’ van de oude Nederlandse steden. In de zeventiende eeuw werd Utrecht al geroemd om het (openbare) groen in de stad. We moeten er met z’n allen hard aan werken om dit fragiele samenspel tussen groen en bebouwing in ere te houden. Dit boek is een eerste stap in die richting.

Het boek bevat een uitvoerige historische inleiding over de ontwikkeling van het particuliere en openbare groen binnen de singels van Utrecht. Met casestudies wordt dit verhaal verder uitgebouwd en gespecificeerd. In die studies zijn tal van nog bekende tuinen, zoals die van de pandhof Sinte Marie, van het Duitse Huis en van Paushuize maar ook groene plekken die inmiddels verdwenen zijn, zoals het Sterrenbos, de achtertuin van Nicolaas Beets in de Boothstraat en herberg ‘De drie dorstige harten’ aan de Lange Nieuwstraat.

Michiel Plomp, Utrechtse tuinen, speelhuisjes en lusthoven, 2025, ISBN 978-90-5479-090-7, pp. 204. Bestellen en inzien