Magazijn van tuin-sieraden en de Wattez’s

Magazijn van tuin-sieraden, hoeveel is er al niet over de verschillende drukken geschreven? Toch nog een keer, nu over een tweetal bezitters. In 2023, zie ik nu pas, werd een exemplaar ter veiling aangeboden met krabbels en een stempel. Hoe leuk.

De stempel zegt: Dirk Wattez Boomkweker, aanlegger van Parken, Buitenplaatsen enz in Bussum.

De krabbel op de titelpagina zegt: Dirk Wattez overgedragen aan P.H. Wattez 1884 July.

En een bladzijde terug:
Eigendom van Dirk Wattez
1873 July Bussum
overgedragen aan zijn zoon
Petrus Hermannus Wattez
1884 Augustus

Jan Holwerda

Tentoonstelling Buitenplaats Het Huys ten Donck

(OVERGENOMEN)
Tot en met 30 augustus is in het Museum Ridderkerk Oudheidkamer de tentoonstelling over Buitenplaats Het Huys ten Donck te zien. De tentoonstelling bestaat voor een deel uit foto’s die het verhaal vertellen over de Buitenplaats. Een geschiedenis die bijna zes eeuwen beslaat. Het huidige Huys ten Donck uit 1746 heeft een uitzonderlijk rococo interieur. Toprestauratoren hebben de laatste jaren de belangrijkste onderdelen van de interieur ensembles gerestaureerd. Details worden toegelicht die van bijzonder vakmanschap getuigen. Ook komt de omslag van beroepspersoneel naar het werken met vrijwilligers aan bod.

De zolder van Het Huys ten Donck doet dienst als depot. De ‘Good Housekeeping’ Interieur vrijwilligers hebben de afgelopen jaren daar ook nog bijzondere vondsten gedaan, die nooit eerder te zien zijn geweest. Voor deze tentoonstelling hebben de vrijwilligers favoriete voorwerpen gekozen die in de Oudheidkamer worden getoond. Blikvanger is een levensgrote kopie van het prachtige schilderij van stadhouder Willem III van de Slag bij de Boyne (1690), dat mr. Otto Groeninx van Zoelen in 1748 ontving als dank voor de langjarige steun aan de Oranjes. Ook wordt uitgebreid aandacht besteed aan het Donckse Bos, dat een onlosmakelijk deel is van de Buitenplaats: één van de oudste Engelse landschapsparken van ons land. Onder de 13 Rijksmonumenten die de Buitenplaats telt, zijn verschillende tuinsieraden. Er wordt uitleg gegeven over hoe het is ontstaan, welke elementen uit het Park sindsdien zijn verdwenen en waar nieuw leven kan worden ingeblazen.

Op zaterdag 16 augustus om 14.00 uur geeft Aart van Dragt een presentatie over de historische ontwikkeling van het park van Het Huys ten Donck door de eeuwen heen. Daarbij wordt ook aandacht geschonken aan de verschillende tuinsieraden die daar deel van uitmaken. De presentatie wordt afgesloten met de plannen om het huis en het park toekomstbestendig te maken.

Een impressie krijgt u door foto’s op een page van de website van Museum Ridderkerk Oudheidkamer.

Museum Ridderkerk Oudheidkamer
Kerksingel 26
2981 EH Ridderkerk
Openingstijden: woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag van 13.30 tot 16.30 uur.

Hier meer over de restauratieplannen voor Tiendgebouw, Park en meer.

Combineer de tentoonstelling met een bezoek aan het park. Wandelkaarten à € 2,- per dagkaart/persoon (en eventueel een wandelbrochure met plattegrond/uitleg wandelroute en geschiedenis) zijn verkrijgbaar bij:
1. Bij de BP Bolnes – Lagendijk Brandstof, Benedenrijweg 184 te Ridderkerk (open: ma-vr 06.00-23.00 uur, za 08.00-23.00 uur, zo 09.00-23.00 uur) ; dit is aan dezelfde weg (westelijk) als de toegang tot het park.
2. Bij Groentespeciaalzaak en Traiteur Verschoor – Dillenburgplein 10 te Ridderkerk (open: ma-vr 07.00-19.00 uur en za 07.00-16.00 uur).

Oude afbeeldingen met een jonge aanleg


Weldam (ca 1900, Markelo), Johannes Evers (Bron: Gelders Archief).

Oude tekeningen en oude foto’s met een jonge tuin- of parkaanleg hebben iets fascinerends… Zo maar een drietal eerdere berichten met een oude verbeelding van een jonge aanleg zie je hier, hier en hier.

Nu een oude foto met de jonge aanleg achter het huis van Weldam (Markelo), naar ontwerp van Eduard André (1886). Twintig jaar later alweer vervangen door één naar of geïnspireerd op een ontwerp van Hugo Poortman (1907). Hier een vooroorlogse vogelvluchtfoto.
Jan Holwerda


Weldam (1886, Markelo), Eduard André (Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed).


Weldam (1907, Markelo), Hugo A.C. Poortman (Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed).

Chinees huisje op Biljoen (Velp) en op Het Loo (Apeldoorn)

Uitsnede met Chinese huisje van Biljoen, uitsnede prent C. Henning ca. 1790.

Eerder (zie hier) haalde ik een bezoeker aan die Biljoen te Velp in 1776 bezocht. Hij zag ‘een Chinees huysie met beweegbaare glase klokkies so door de wind bewogen werdende geluyd geve‘.

Een medereiziger met eigen verslag schreef: ‘een Chinees huysie rood en geel geschilderd met beweegbaare schelleties van glase klokkies so van boven met een houten handvatsel vast is hangende in twee beugelties op plinte rustende en in de midde een houte klepel aan kettingeties’.

De salon met pagode en klokjes, uitsnede ontwerp P.W. Schonck uit 1771.

Nu zie ik in zijn rekeningboek dat eigenaar J.F.W. van Spaen van Biljoen in juni en juli 1775 Het Loo bezocht. Aldaar waren in 1772 beide volières veranderd in paviljoens met in het midden een koepelvormige salon met een torentje in de vorm van een pagode, met glazen klokjes.

Van gelijkenis kun je niet spreken en natuurlijk was de Grand Tour die Van Spaen in 1769-1770 maakte zijn belangrijk(st)e inspiratiebron, maar Het Loo was dat misschien ook wel een beetje.
Jan Holwerda

 

 

Dolkoppen

(OVERGENOMEN)
Dolkoppen. Nederlandse excentrieken en zonderlingen (& een paar Belgen)

Dolkoppen bestaat uit 50 korte biografieën van zeventiende- tot en met twintigste-eeuwse Nederlandse en Belgische excentrieken. Dolkop is een zeventiende-eeuwse term: een onbesuisd persoon, een excentriek. Excentrieken zijn tot nu toe volstrekt onopgemerkt in onze geschiedenis en literatuur. We beschouwen deze mensen historisch gezien nog altijd als de merkwaardige, ietwat suspecte oom die niet graag op familiefeestjes gezien wordt omdat ie, inderdaad, een beetje vreemd is.

Honderden boeken zijn geschreven over Britse excentrieken. Geen enkele publicatie handelt over hun Nederlandse en Belgische tegenvoeters. Niets. In deze lacune is met Dolkoppen nu voorzien. Excentrieken, zonderlingen en zotten, monomanen, fanaten en querulanten, eenzelvigen, devianten, witte raven, afwijkelingen, buitenissigen, originelen en snoeshanen. Een vijftigtal ándere levens om eens goed je tanden in te zetten.

Wim Meulenkamp, Dolkoppen. Nederlandse excentrieken en zonderlingen (& een paar Belgen), 2025, 9789464873306, € 27,95, p. 301.

Wim schrijft zelf op linkedin:
En wie komen we allemaal tegen in dat merkwaardige boek ‘Dolkoppen: Nederlandse excentrieken en zonderlingen (& een paar Belgen)’? Nou, dat zijn, in volgorde van opkomst, de volgenden. Eerst eens de inleiding: I. Excentrieken: een benadering. II. Eenzelvigen en monomanen: Augustinus van Valkenstijn; Adriaan Denissen; Pierre Gustave Voûte; Eugène Félicien Albert comte d’Alviella; Joseph Louis Remy Samson; Rik van Aken / Henri Van Den Weygaert; Florimont Vandamme; J.K. Rensburg; Henri van Leeuwen; Nicolaas Kroese; Meneer Van Klaes. III. Sekten, sektariërs en godsdienstgekken: Johan Christophorus Ludeman / Britta Beyer / Franciscus Lievens Kersteman; Stoffel Muller / Maria Leer; Jeanne ‘Jenny’ Merkus; Jannetje Hootsen, alias Zwart Jannetje; Pieter Hubert ‘Bèr’ Habets; Louwrens Voorthuijzen, alias Lou de Palingboer. IV. Auteurs, boekverzamelaars, kunstenaars en kunstfoezelaars: Petrus Johannes Beronicius; Robert Hennebo; Willem baron van Westreenen van Tiellandt; Antoine Wiertz; Ekke Fransema; Jan Kruijsen; Max de Jong; Gerard Kreuger. V. Bouwers en brekers, aanleggers en decorateurs: Everard Meijster; Henric Piccardt; Dirk Boer; F.J. Hallo; Edouard Joly; Henri Marie Jacques Hyacinthe van de Werve van Schilde; Alexander Verheyen; Willem Ham. VI. Querulanten: Johan Baptist graaf van den Bergh Hohenzollern Sigmaringen; Judith van Dorth; A.J. van Tetroode; George markies de Thouars; Ferdinand Folef von Inn- und Kniphausen; Frederik Anthony Hartsen; Herman Otto van der Linden van Snelrewaard; Cornelis de Gelder, ‘Had-je-me-maar’ / Bertus Zuurbier / L.G.A. Coremans; Hein van der Goes; Jan Jacob Luden. VII. Olipodrogo, een restpost: Johan Maurits van Nassau-Siegen; Antoni de Raedt van Oldenbarneveldt; Jacques Joseph Majoie; Egbert Koning; R.M.A (Reneke Meinard Adriaan) de Marees van Swinderen / R.M.A. (Reneke Meinard Adriaaan) de Marees van Swinderen (nee, geen vergissing: vader en zoon); Leonard Corneille Dudok de Wit, ‘Kees de Tippelaar’; M.P. ‘Okkie’ Ockhuysen. Voldoende namen dus. Een heel panopticum!

En lees ook even de eerdere column Dolkoppen in Het Buiten, zie hier.

Catalogus Z. Brakel Tulpenburg (1773)

Kweker Zacharias Brakel (circa 1729-1806) kennen we van
1. zijn kwekerij Tulpenburg te Utrecht (ter hoogte van het huidige gebouw De Inktpot en het plantsoen ten westen er van), zie deze plattegrond
2. zijn Catalogus van allerhande harde, zoo in als uitlandsche boomen, heesters en plant-gewassen benevens eene groote partij boom, heesters, planten, en bloem-zaaden uit 1794, zie hier

In 1764 huurde Brakel al een ‘hoff off tuynmanswoninge‘, aldaar of in de directe nabijheid. Twee jaar later volgt een additioneel grondstuk. In 1771 duikt hij (vooralsnog) voor het eerst op met de naam Tulpenburg in de Oprechte Haerlemsche courant. En in 1775 volgt uitbreiding tot de kwekerij zoals wij van de plattegrond kennen.

Waar de catalogus uit 1794 al heel lang bekend is vond ik net een catalogus uit 1773. Twee kantjes. Met de titel: Catalogus van Americaanse en andere boomen en heesters, die gebruykt worden tot het aanleggen der plantages van Engelse bossen, laanen, en bloemperken. Te bekoomen by Z. Brakel, bloemist op Tulpenbergh (sic) heet het.

21 jaar later, in 1794 verscheen al genoemde Catalogus. Deze bestaat uit drie deeltjes met in totaal een 100-tal pagina’s. Het eerste deeltje gaat over boomen en heesters met als tweede titeldeel: tot gebruik der Chineesche; of zoogenaamde Engelsche lust-boschjens. Het tweede deeltje betreft …bloem-planten zoo voor de bosjes als de bloemhoven. En het derde deeltje betreft …zaaden, zoo van tweejarige, als overblijvende plant, en bloemgewassen. In de laatste lijst staat ook zaad van bomen als esdoorn, berk, den, plataan, appel en pruim, en van diverse heestersoorten.
Jan Holwerda

2x een cirkel, 2x Rosseels


Ontwerp voor Keizer Karelplein (Nijmegen, 1883), Liéven Rosseels  (Bron: Regionaal Archief Nijmegen)

Gewoon leuk. Wil er verder niets mee zeggen. Zie ook het eerdere Wat doet je vader?
De eerste cirkel is die van het Keizer Karelplein te Nijmegen, de nachtmerrie voor een ieder die moest of nog moet afrijden.
De Leuvense tuinarchitect Liévin Rosseels ontwierp deze invulling in 1883. Toen was het plein nog een wandelpromenade, de auto was nog geen algemeen vervoermiddel. Het was een klein parkje, een miniatuurlandschapje. Ook vandaag de dag ligt er nog een parkje, bereikbaar met gevaar voor eigen leven.


Uitsnede uit voorgaand ontwerp.

De tweede cirkel staat Rosseels’ ontwerp uit 1888 voor een villa park op het voormalige Fort de Ginkel te Venlo. Rondom verrezen villa’s. Overigens, uiteindelijk meer (32) dan op het ontwerp (21).
Jan Holwerda


Ontwerp voor Villa park op Fort de Ginkel (Venlo, 1888), Liéven Rosseels  (Bron: Archief Venlo)

Biografie Isaac van Geelkercken

(OVERGENOMEN)
Hoe wordt de zoon van een Amsterdamse uitgever achtereenvolgens gezworen landmeter van de stad Nijmegen, vestingingenieur in Deense koningsdienst, postmeester-generaal in Noorwegen en ten slotte algemeen landmeter aan het Hof van Gelre? Dat is het fascinerende relaas over het leven en werken van Isaac van Geelkercken (1615-1672).

Het verhaal voert ons mee in de wereld van landmeters, kaartmakers, vestingbouwers en zakenlieden in het midden van de zeventiende eeuw en legt meer dan één link tussen de geschiedenis van de Republiek en Noorwegen. Ruim 140 handgetekende kaarten, schetsen en vestingontwerpen vertellen over de invloed van Nederlanders in de Scandinavische vestingbouw, maar ook over de manier waarop in het hertogdom Gelre en graafschap Zutphen waterbouwkundige werken, landboekhouding en grensdisputen in kaart gebracht werden. Bovendien krijgt de lezer een beeld van zowel de Nederlandse als Deens-Noorse politieke verhoudingen in die turbulente periode.

Martin Hendriks, Isaac van Geelkercken (1615-1672). Landmeter aan het Hof van Gelderland, ingenieur des konings in Noorwegen, 2025, ISBN 9789462586833, € 39,95, 208 pp. 165 afb.

Inzien kan hier.

Agave op Landfort in bloei

De octopusagave op Landfort schiet omhoog en in bloei (Bron: Regoi8).

Hoe leuk en indrukwekkend, een agave op Landfort in bloei. Ook vroeger werden die momenten als zeer bijzonder ervaren. In 1748 bloeide er een op Kasteel Rosendael, in 1757 een op Soestdijk en in 1886 op Daalhuizen te Velp. Altijd weer resulteerde dat in veel publiciteit, veel bezoekers, afbeeldingen en foto’s. Rond die van Daalhuizen kwam een houten stellage om de bloei tot in de top te volgen. De stengelgroei viel na 31 augustus stil, de plant had toen een hoogte van 7,225 meter bereikt en bezat 38 armen en 8862 bloemknoppen. De historische voorbeelden betreffen overigens wel de Agave americana, die van Landfort is een Agave vilmoriniana. Bij bloeiwijze verschilt, maar bij beide is de hoogte indrukwekkend!

Een houten stellage maakt het aanschouwen van de bloeiende agave van Daalhuizen, van voet tot top, mogelijk (1886) (Bron: Gelders Archief).

Meer over de bloeiende aloë op kasteel Rosendael te Roozendaal en Daalhuizen te Velp leest u hier PDF. En over de laatste ook hier PDF.
Jan Holwerda

De bloeiende Americaansche aloe van Clusius of de Agave van Linnaeus […] gebloeyt
by Jac. Schuurmans Stekhooven, bloemist te Leiden (1757), A. Delfos (Bron: Rijksmuseum Amsterdam).