
Het Heerenhuys in het Park (2022, Rotterdam) (Foto: Ruurd van Donkelaar)
Op vrijdag 2 juni 2023, vanaf 9.30, organiseert de NTs een zeer interessante wandelexcursie in Rotterdam. Bezocht zullen worden het Park en het naastgelegen Schoonoord. Daarna volgt de lunch in Het Nieuwe Instituut, direct gelegen aan het Museumpark. En aldaar een bijdrage van Annemieke Fontein, hoofd Landschapsarchitectuur bij Stadsontwikkeling, over het ambitieuze groen-programma Rotterdam. Voor een ieder die nog even door wil is er een afsluitend uitstapje naar het dorp aan de Coolhaven, ofwel ‘Little C’. (Coolhaven Lofts and Workspaces).
Alle details leest u  op de website van de NTs, zie hier.
Bij het opgaveformulier dienen de Cascade-donateurs aan te kruisen dat ze NTs-vriend/donateur zijn en dan vervolgens in het vak ‘Opmerkingen’ aangeven dat ze Cascade-donateur zijn.

Het voormalige koetshuis en tegenwoordige parkcafé Parqiet (2022, Rotterdam) (Foto: Ruurd van Donkelaar)
 
								

 De Open Tuinen Gids 2023 van de Nederlandse Tuinenstichting (NTs) is uit. Met een kleurrijk overzicht van iets meer dan 400 prachtige tuinen en kwekerijen die hun deuren openen voor het publiek, waaronder de sneeuwklokjestuinen die nu al te bezoeken zijn. De tuinen zijn een afspiegeling van verschillende tuinstijlen en -stromingen in Nederland, en elke tuin vertelt een eigen verhaal. Dit jaar zit er ook een leuk extraatje bij de gids, namelijk een aparte bijlage met zo’n 50 bijzondere Nederlandse (open) moestuinen. Want ook moestuinen behoren tot het groen erfgoed waar de NTs zich al meer dan 40 jaar voor inzet.
De Open Tuinen Gids 2023 van de Nederlandse Tuinenstichting (NTs) is uit. Met een kleurrijk overzicht van iets meer dan 400 prachtige tuinen en kwekerijen die hun deuren openen voor het publiek, waaronder de sneeuwklokjestuinen die nu al te bezoeken zijn. De tuinen zijn een afspiegeling van verschillende tuinstijlen en -stromingen in Nederland, en elke tuin vertelt een eigen verhaal. Dit jaar zit er ook een leuk extraatje bij de gids, namelijk een aparte bijlage met zo’n 50 bijzondere Nederlandse (open) moestuinen. Want ook moestuinen behoren tot het groen erfgoed waar de NTs zich al meer dan 40 jaar voor inzet. Hein Otto was in 1941 de eerste academisch afgestudeerde landschapsarchitect van Nederland. Hij doceerde aan de hogescholen van Wageningen en Delft en had een actief verenigingsleven, zowel professioneel als in de muziek en de beeldende kunst. Otto was ook de eerste landschapsarchitect in dienst bij de Nederlandse Spoorwegen. Daarnaast had hij een éénmansbureau. Hij behoorde tot de kleine groep modernistische tuin- en landschapsarchitecten die een belangrijk aandeel hadden in de wederopbouw door ontwerpen voor landschapsherstel, nieuwbouwwijken, infrastructuur, recreatie- en sportparken. Otto’s oeuvre kent een grote reikwijdte, zowel geografisch als qua schaal. Zijn ontwerpen variëren van tuin tot campus en van stationsgebied tot beplanting van polderwegen en spoortrajecten. Vooral Otto’s ontwerpen voor de Nederlandse Spoorwegen tonen zijn ontwerpuitgangspunten: eenvoud en soberheid. Zijn werk voor gemeenten door het hele land wordt gekenmerkt door eenvoudige geometrische lijnen, vermengd met een meer losse landschappelijke vormgeving. Met zijn gemeentelijk advieswerk en als vaste ontwerper bij de Nederlandse Spoorwegen heeft hij tussen 1950 en 1990 een belangrijk aandeel gehad in de inrichting van het Nederlandse landschap.
Hein Otto was in 1941 de eerste academisch afgestudeerde landschapsarchitect van Nederland. Hij doceerde aan de hogescholen van Wageningen en Delft en had een actief verenigingsleven, zowel professioneel als in de muziek en de beeldende kunst. Otto was ook de eerste landschapsarchitect in dienst bij de Nederlandse Spoorwegen. Daarnaast had hij een éénmansbureau. Hij behoorde tot de kleine groep modernistische tuin- en landschapsarchitecten die een belangrijk aandeel hadden in de wederopbouw door ontwerpen voor landschapsherstel, nieuwbouwwijken, infrastructuur, recreatie- en sportparken. Otto’s oeuvre kent een grote reikwijdte, zowel geografisch als qua schaal. Zijn ontwerpen variëren van tuin tot campus en van stationsgebied tot beplanting van polderwegen en spoortrajecten. Vooral Otto’s ontwerpen voor de Nederlandse Spoorwegen tonen zijn ontwerpuitgangspunten: eenvoud en soberheid. Zijn werk voor gemeenten door het hele land wordt gekenmerkt door eenvoudige geometrische lijnen, vermengd met een meer losse landschappelijke vormgeving. Met zijn gemeentelijk advieswerk en als vaste ontwerper bij de Nederlandse Spoorwegen heeft hij tussen 1950 en 1990 een belangrijk aandeel gehad in de inrichting van het Nederlandse landschap. Over de Tulpenkoorts van 1636/1637 gaan de wildste verhalen, maar de waarheid is minder opzienbarend. Voor de prijs van een tulpenbol kon je zeker geen Amsterdams grachtenhuis kopen, er waren geen grootschalige faillissementen en niemand is van wanhoop in de gracht gesprongen. Dit boek vertelt wat er wel gebeurde in de eerste helft van de zeventiende eeuw, hoe de tulp van een gewild verzamelobject een handelsobject werd en daarna een speculatieobject. Hoe er eerst werd gehandeld in de bloeiende tulp, daarna in de bollen en tot slot in bollen die nog in de grond zaten en die door speculanten soms wel een aantal keren werden doorverkocht in de hoop op steeds grotere winsten. En wat er gebeurde, en niet gebeurde, toen de markt in februari 1637 instortte, tot vreugde van spotprentmakers en dichters van honende verzen. En hoe de tulp ook na 1637 een geliefd verzamelobject bleef waarvoor flinke prijzen werden betaald.
Over de Tulpenkoorts van 1636/1637 gaan de wildste verhalen, maar de waarheid is minder opzienbarend. Voor de prijs van een tulpenbol kon je zeker geen Amsterdams grachtenhuis kopen, er waren geen grootschalige faillissementen en niemand is van wanhoop in de gracht gesprongen. Dit boek vertelt wat er wel gebeurde in de eerste helft van de zeventiende eeuw, hoe de tulp van een gewild verzamelobject een handelsobject werd en daarna een speculatieobject. Hoe er eerst werd gehandeld in de bloeiende tulp, daarna in de bollen en tot slot in bollen die nog in de grond zaten en die door speculanten soms wel een aantal keren werden doorverkocht in de hoop op steeds grotere winsten. En wat er gebeurde, en niet gebeurde, toen de markt in februari 1637 instortte, tot vreugde van spotprentmakers en dichters van honende verzen. En hoe de tulp ook na 1637 een geliefd verzamelobject bleef waarvoor flinke prijzen werden betaald.


 Op de afgelopen Ronde Tafel Conferentie van 9 april 2022 pitchte Niek Oosterbaan zijn onderzoek naar Petrus Hermannus (Pieter) Wattez. Zijn masterscriptie is klaar en te downloaden,
Op de afgelopen Ronde Tafel Conferentie van 9 april 2022 pitchte Niek Oosterbaan zijn onderzoek naar Petrus Hermannus (Pieter) Wattez. Zijn masterscriptie is klaar en te downloaden,  Tuingezicht, Daniel Marot (Bron: Christie’s),
Tuingezicht, Daniel Marot (Bron: Christie’s), 




