Johannes Montsche & Harmen de Vries.

In deze uitgave wordt een nog niet eerder gepubliceerd tuinontwerp besproken en toegeschreven aan Johannes Montsche (1734-1799). Het ontwerp was vrijwel zeker bedoeld voor het buiten Landskroon in Weesp.

Voor de buitenplaats Landskroon werd in 1798 een bestek van grondwerken vervaardigd, in opdracht van Hans Hendrik van Haersma (1760-1825), wat bewaard is gebleven. Prachtig en uniek materiaal!
Ook hieraan wordt in deze uitgave aandacht besteed; het bestek bevat niet alleen zeer waardevolle gegevens omtrent Montsche, maar tevens zeer interessante informatie over de uitvoering en werk- en taakverdeling bij het aanleggen van een tuin aan het eind van de achttiende eeuw. Er blijkt een samenwerking met Harmen de Vries (1753-1837). Van deze, tot heden onbekende, (tuin)architect zijn vier ontwerptekeningen bewaard gebleven, waarvan drie bedoeld zijn voor de aanleg van enkele buitens, waaronder een eveneens voor Landskroon in Weesp. Deze ontwerpen, die nog niet eerder werden gepubliceerd, worden in deze publicatie besproken.

Ook heeft De Vries of zijn zoon Pieter (1784-1860), die ook als architect en landmeter werkzaam was, bemoeienis gehad met de buitens Hey-lust, Hilverbeek en Spiegel-Rust, in ’s-Graveland, Beek en Hoff aan het Gein (Abcoude) en Zwaanwyck in Nigtevecht.

Arinda van der Does, Johannes Montsche & Harmen de Vries, TuinTerTijd II, Netterden 2013. ISBN: 978-90-820550-0-9. 28 p., volledig in kleur. € 13,25 excl.verzendkosten.
Te bestellen via info@tuintertijd.nl.

‘Onse Appelhoff’, lezing herinrichting Appelhof Museum De Buitenplaats.

(m.n. ook voor een ieder die de lezing op de Cascade RTC heeft gemist).

Op woensdag 24 april 19:30 verzorgt Coen Ballintijn, pomologisch adviseur van Museum De Buitenplaats, een lezing waarbij Verleden, Heden en Toekomst van de Appelhof centraal staan. Onlangs zijn de appelbomen die in de Appelhof stonden verhuisd naar diverse locaties in het land. Eind 2013 krijgen de zelfgeënte bomen, van rassen uit de tijd van het historische Nijsinghhuis, hun definitieve plaats. Het aantekenboekje van Johan Ludolph Nijsingh uit 1716 vormt het uitgangspunt voor deze herinrichting van de nieuwe “oude” appelboomgaard.

De lezing begint om 19:30 uur in het Museumpaviljoen, kaarten à € 2,- zijn verkrijgbaar bij Museum De Buitenplaats. Voor meer informatie: www.museumdebuitenplaats.nl of 050 309 58 18.

Download van een artikel over de herinrichting van de appelhof van het Nijsinghhuis.

Tweede aquarel van de theesalon van Beekhuizen door Kerkhoff.

  
Links: Beekhuizen theesalon (1817) D.J.T. Kerkhoff (de versie op Fraeylemaborg).
Rechts: Op de celon te Zien op Beekhuizen in Gelderland (1814), D.J.T. Kerkhoff
(versie in Gelders Archief, www.geldersarchief.nl).

Op de laatste dag van maart hadden we met onze studenten van de RUG, vak historische buitenplaatsen en landgoederen, een excursie naar de Fraeylemaborg te Slochteren. Een zeer geslaagde dag, mooie rondleidingen, maar wat schetst mijn verbazing toen we aan het einde van de dag een blik mochten werpen op de collectie van jonkheer Henri van der Wyck…
Jawel, tussen al die prachtige originele tekeningen, kaarten, prenten en schilderijen hing een originele Kerkhoff van Beekhuizen. Zeer vergelijkbaar met het exemplaar dat enkele jaren geleden is opgekocht door Gelders Archief, maar wijkt lichtelijk af.
Elyze Storms-Smeets


De aquarel van Van der Wijck blijkt na opnieuw doorbladeren ook in zwart-wit in zijn boek De Nederlandse Buitenplaats (p. 267 l.b.) te staan; de aquarel van Gelders Archief staat op de cover van De Nederlandse Landschapsstijl in de Achttiende Eeuw van Heimerick Tromp.

De details en dus ook de verschillen worden nog duidelijker na inzoomen via Van Diepen Museum (Fraeylemaborg, met dank aan de heer Siemensma, Stichting van der Wijck de Kempenaer), resp. Gelders Archief.  JH

De Zochers en Springer in hun eigen woonomgeving.


Kapel op begraafplaats De Kleverlaan  Foto: Martijn Kivit (c).

De Cascade donateurs hebben een mail ontvangen (of brief indien geen mailadres bekend) met de details betreffende de Cascade Voorjaarsexcusie 2013. In het kader van het lustrumthema OPENBAAR GROEN brengt het program achtereenvolgens:
. de Haarlemse Bolwerken, omgevormd tot wandelpark door J.D. Zocher jr. in 1821;
. de begraafplaats Akendam aan de Kleverlaan, ontworpen door J.D. Zocher jr. in 1828, met uitbreidingen van L. P. Zocher 1887, en L. A. Springer 1916. Hier zijn Jan David Zocher jr. (1791-1870) en Louis Paul Zocher (1820-1915) begraven;
. de begraafplaats Westerveld, ontworpen door L. P. Zocher in 1888;
. Duin en Daal, ontworpen als landschapspark door L.P. Zocher jr. ca. 1824 en omgevormd tot villapark door Leonard Antonij Springer (1855-1940) in 1900 en
. de heemtuin Thijsse’s Hof, ontworpen door L. A. Springer naar aanwijzingen van Dr. Jac. P. Thijsse in 1925 en aangelegd door Cees Sipkes, hoveniersbedrijf De Teunisbloem, Haarlem.

Bijzonder is dat wij tevens ontvangen worden op anders gesloten locaties;
. een deel van het voormalig hotel Duin en Daal in het hart van villapark Duin en Daal;
. en de privétuin Saxenburg, een schepping in pure Architectonische Stijl door D.F.Tersteeg (1855-1940) bij de gelijknamige villa gebouwd door J.W. Hanrath voor de dames J. en M. Bierens de Haan in 1917 en
. de excursie eindigt met een afscheidsdrankje in de Dorpskerk van Bloemendaal (1636). De kwekerij Rozenhagen van de Zochers beplantte hier in 1867 de kale dodenakker tot een meer aangename ‘kerktuin’.

Zie ook het aanmeldingsformulier (met programma en andere details) en het document bij uw mail. Heeft u de uitnodiging (als donateur) niet ontvangen of vragen? Mail dan secretariaat@cascade1987.nl.

Mini-symposium Tuinen & Parken Vollenhove.

Woensdag 24 april 2013 op Landgoed Oldruitenborgh te Vollenhove.

14.00 – 14.30 uur: ontvangst, intekenen;
14.30 – 14.40 uur: woord van welkom door jhr. H. van Karnebeek, namens de werkgroep ‘de vijf historische buitenplaatsen van Steenwijkerland’;
14.40 – 15.00 uur: mevrouw dr. L.H. Albers, parkrestaurateur: ‘park Oldruitenborgh, ik was dat prentje jaren kwijt’;
15.05 – 15.25 uur: mevrouw dr. C.J.M. Barones Sloet van Oldruitenborgh, oud bewoonster landgoed Oldenhof: ‘Buitenplaatsen, een lust of een last’;
15.30 – 15.50 uur: drs. Js. Mooijweer, directeur IJsselacademie: ‘Marxveld,  tuinen bij stadshavezaten in Vollenhove’;
16.00 – 16.30 uur: korte wandeling door park Oldruitenborgh;
16.30 uur: overhandiging boekje Tuinen en parken in Vollenhove door de auteur, de heer J.B. Wester, aan wethouder H. Boxum van Steenwijkerland.

Reserveringen mogelijk tot uiterlijk maandag 22 april per e-mail: info@oldruitenborgh.nl of telefonisch: 0527-244600 (tijdens kantooruren).
Uw reservering is geldig na overmaking van het betreffende bedrag op rek. 123270286 t.n.v. Landgoed Oldruitenborgh te Vollenhove, Groenestraat 24, 8325  AZ

Kosten deelname mini-symposium, van 14.00 – 18.00 uur: € 25,00, inclusief nieuwe publicatie (leden Cascade € 20,00).
Ook mogelijkheid tot opgeven voor lunchbuffet en tweegangendiner:
– deelname aan lunchbuffet op Landgoed Oldruitenborgh tussen 12.30 en 14.00 uur: € 15,00.
– deelname aan tweegangendiner, inclusief koffie, thee, twee consumpties en tafelwater om 18.00 uur: € 35,00

Cascade op de Restauratiebeurs.

18-19-20 april, Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch

Tuinhistorisch genootschap Cascade neemt dit jaar deel aan de Restauratiebeurs in de Brabanthallen te ‘s-Hertogenbosch. In een gezamenlijke stand met de Nederlandse Tuinenstichting krijgen de bezoekers informatie over onze activiteiten. Samen met andere groen erfgoed organisaties staan wij op het Groenplein.

Cascade donateurs kunnen gratis entreekaarten voor de Restauratiebeurs downloaden via de website www.restauratiebeurs.nl door de bezoekerscode CASCAD in te vullen. Op de website vindt u verder alle informatie over deelnemers, plattegrond, openingstijden, bereikbaarheid, parkeren etc.

De beursdagen hebben ieder een ander groen thema. Cascade neemt de zaterdag voor zijn rekening met het thema Groene discussies.

Restaureren: eerste hulp of opereren? is het thema op donderdag 18 april. In Theater 2 worden daarover ’s middags tijdens het Platform Groen Erfgoed van 13.30 – 17.00 uur 4 lezingen gehouden.
13.30 uur: Inleiding door dagvoorzitter Annemarie van Leeuwen
13.45 uur: Willem Overmars, Restauratiefilosofie. Over tijd, ankers in de tijd en de tand des tijds, over verschillende aspecten van authenticiteit, over veranderende waarde toekenning en over doen maar vooral ook laten.
14.15 uur: Simon Klingen, Historische laanbeplanting; waardevol of waardeloos. In historische tuinen en parken zijn er werkzaamheden die iedere dag, week of jaar voorkomen. Maar er zijn er ook die grofweg maar eens per eeuw gebeuren zoals het vervangen van een laan; grote & cruciale keuze momenten.
14.45 uur: Pauze en speakerscorner
15.30 uur: Catharina van Groningen, Rood en groen; een compositie. Rood in groen vraagt om kijken naar het geheel, naar de compositie en een gezamenlijke behandeling als kunstvorm.
16.00 uur: Cor van Gelderen, Beplanting in historische context. Hoe bepaal je wat historisch verantwoorde beplanting is, hoe voorkom je dat je een beplantingsplan maakt dat niet uitvoerbaar blijkt, hoe zorg je ervoor dat de beplanting goed functioneert.

Openbare groencolleges worden op vrijdag 19 april georganiseerd door het Gilde van Tuinbazen, de Vereniging Erfgoedhoveniers en de Vereniging Kennisontwikkeling Groen Erfgoed.
14.15 uur: Trudi Woerdeman, Stinzenplanten op historische plekken. Stinzenplanten aanplanten en beheren ter verhoging van de historische, ecologische en esthetische waarde van tuin en park.
14.45 uur: Taco IJzerman, Historische moestuinen met een bloeiende toekomst.
Historische moestuinen worden op landgoederen en buitenplaatsen op verschillende manieren gebruikt, soms als toonzaal bij een museum, als ontmoetingsplek of educatieve plek, elders als productief tuinbouwbedrijf.
15.15 uur: Korte pauze
15.30 uur: Lucia Albers, Wel eens een boomboeket gezien? Bijzondere boomvormen in historische parken: de betekenis van samengestelde bomen en boomboeketten.
16.00 uur: Afsluiting door dagvoorzitter en napraten tot 16.30 uur

Groene discussies vinden plaats op zaterdag 20 april in aansluiting op de lezingen in Theater 2 die Cascade i.s.m. de Nederlandse Tuinenstichting organiseert. Dagvoorzitter is Leo den Dulk.
11.00 uur: Eric Blok, Herstel van buitenplaatsen: Kiezen of delen? De Nederlandse buitenplaatsen vragen om een adequaat beheer waarin recht gedaan wordt aan hun specifieke waarden en kenmerken. Er is niet genoeg geld beschikbaar, dus moeten keuzes gemaakt worden waar de energie, aandacht en middelen naar toe gaan. Moeten we kiezen voor een gelijke of gelijkmatige verdeling? Of is onze buitenplaatsencollectie meer gebaat bij stevige keuzes? Wat helpt een individuele eigenaar het meest en hoe zit het met de eigenaar die verantwoordelijk is voor een aantal buitenplaatsen?
11.30 uur: Lucia Albers, Restaureren, een huiskamerdiscussie of een kwestie van kennis en goed kijken? Onderhouden, restaureren, renoveren, welke ingreep is geboden?
12.00 uur: Marianne van Lidth de Jeude en Johanna Karssen, John Bergmans, tuinarchitect van industriëlen en socialisten. Over het onderzoek naar het oeuvre van John Bergmans in een gezamenlijk project van BONAS en de Nederlandse Tuinenstichting.
12.30 uur: Leo den Dulk, De tulp in historische beplantingen. Voor de herinrichting van historische tuinontwerpen zijn verschillende oude tulpenrassen beschikbaar. Maar waar vind je hoe ze precies werden toegepast: werden ze in patronen gerangschikt, wat was de plantafstand, hoe werden kleuren gecombineerd?

Is er een omwenteling gaande in erfgoedland?


Thalenpark (Drachten), na de revitalisering in 2011.  Foto: Harry van der Linden.

Het lijkt er op dat er een ander idee post vat over erfgoed en duidt dat op een andere waardering en selectie van erfgoed?

Wat is het geval? 20 maart jl. stond in de Volkskrant te lezen dat de voorwaarde voor aanwijzing tot rijksmonument door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed was aangescherpt. Het was tot heden zo dat één van de voorwaarden voor erkenning van een monument de leeftijd van minstens 50 jaar diende te zijn en deze voorwaarde is nu vervallen. Er is dus geen leeftijd meer vereist voor het aanwijzen van een monument.

Diezelfde dag las ik ook dat ‘het idee achter een rijksmonument is: het onmiskenbaar belang voor het aanzicht en de geschiedenis van Nederland’. Dat was voor de eerste keer dat ik las dat het aspect ‘aflezen van de geschiedenis aan een monument…’ zo nadrukkelijk wordt genoemd.

Betekent dit dat nu dus in het vervolg een monument typerend moet zijn voor de periode van bouw of aanleg en dat daaruit dan de geschiedenis van het monument valt af te lezen? Het stempel van ’typerend karakteristiek kenmerk’ en van ‘periode van bouw of aanleg’ moet nu dus voldoende zijn om te begrijpen waarom een goed tot monument wordt aangewezen.

De onderstaande groene voordrachten uit de Wederopbouwperiode 1959-1965 werden 18 maart 2013 bekend gemaakt. Misschien een willekeurige keuze, zeg je op het eerste gezicht? Wie heeft dan de selectie gemaakt? Dat was RCE staat hier te lezen. Waarom is dit nu een ambtenarentaak geworden en niet zoals vroeger bij het selecteren van buitenplaatsen een onafhankelijk gremium van deskundigen? Als het gaat om deze periode, valt dan niet meteen te denken aan grote recreatieparken i.v.m ruilverkavelingen en wegenaanleg zoals het Lingebos in Tielerwaard-West? Dergelijke projecten zijn toch nauw aan de Wederopbouw gekoppeld. En wat levert onafhankelijk onderzoek nog meer op als we kenmerkende projecten tot 2013 mogen aandragen? Is een deskundige commissie die programmatisch te werk gaat niet gewenst.

In maart 2013 werden de volgende parken, tuinen en begraafplaatsen voorgesteld: Gijsbrecht van Amstelpark (Amsterdam, Wim Boer); Thalenpark (Drachten, Hein Otto); Beeldentuin Kröller Müller (Otterlo, Jan P. T. Bijhouwer); voorbeeldtuinen van Mien Ruys (Dedemsvaart, Mien Ruys); gemeentelijke begraafplaats Norelbos (Epe Gld., Wim Boer); Zuiderhof Begraafplaats (Hilversum, W. M. Dudok); Amerikaanse begraafplaats Margraten (Margraten, Clarcke, Rupuano en Halleran).

Wat denken onze weblog-lezers over deze voorstellen en heeft men andere ideeën? Wat het laatste project aangaat kun je je afvragen waarom Nederland een Amerikaans grondgebied gaat beschermen, terwijl het Amerikaanse volk de eeuwige plicht heeft tot behoud van deze plek?

Meer gegevens over deze projecten zijn te vinden via de databank Bibliotheek WUR.  CO.

 

100 sollicitanten voor betrekking als tuinbaas.


Het nieuws van den dag : kleine courant 19 november 1896.

Op zoek naar heel iets anders kwam ik deze advertentie tegen. Zulke getallen! Geliefde banen? De zekerheid die een instituut of overheid biedt? Of tijden als de onze of die van de 80er jaren van de vorige eeuw? Misschien passen de getallen daarmee wel bij de Grote Depressie van 1873 tot 1896.  JH

Wat is ‘groen erfgoed eigenlijk? Discussie.

In verband met de oprichtingsvergadering van de Vakgroep Groen Erfgoed werd ik bij het doornemen van de statuten en het huishoudelijk reglement weer eens op de definitie van de term ‘groen erfgoed’ gedrukt. Laat ik eerst eens een overzichtje (in chronologische volgorde van oprichting) maken van stichtingen, verenigingen, onderwijsinstellingen en platforms die zich met dit fenomeen bezig houden. Overheidsinstellingen en bureaus laat ik achterwege. En wie ben ik dan vergeten?

Stichtingen en verenigingen die zich sterk maken voor groen erfgoed:
Vereniging Natuurmonumenten NM, 1905;
De 12 Landschappen (Koepelorganisatie van de verschillende provinciale landschappen zoals Utrecht 1927; Gelderland 1929; Fryske Gea 1930 etc.);
Nederlandse Tuinenstichting / NTs, 1980;
Historisch geografische vereniging / HGVU, 1980;
Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur / NVTL, 1983;
Stichting Tuinhistorisch Genootschap Cascade, 1987;
Vereniging De Terebinth, 1991;
Stichting Donderberggroep, 1992;
Gilde van Tuinbazen, 2003;
Vakgroep Erfgoedhoveniers, 2012;
Vakgroep Groen Erfgoed / VGE i.o., 2013.

Onderwijsinstellingen:
Vereniging Kennisontwikkeling Groen Erfgoed / HAS Kennistransfer,  2011;
Universiteiten: Wageningen, Utrecht, Leiden, Groningen.

Platforms:
Platform Mariaplaats (KNOB), 1999;
Platform Groen Erfgoed, 2008;
Agenda Historisch Groen (KNOB), 2009;
Platform Landschap, 2011.

De meeste van deze instellingen gebruiken tegenwoordig de term ‘groen erfgoed’. De Vakgroep Groen Erfgoed i.o. legt in haar Huishoudelijk Reglement uit dat het hier gaat om ‘door mensen minimaal twee generaties geleden bedachte en aangelegde structuren van voornamelijk plantenmateriaal, die sprekende getuigen zijn van de steeds veranderende relatie tussen mens en natuur…’. Anderen spreken in bewoordingen van dezelfde strekking.

Het klinkt mij vreemd in de oren omdat je structuren wel kan bedenken maar niet kan aanleggen. Bovendien waar blijven we dan met het historisch erfgoed zoals het Naardermeer, het Zwanenwater, het Zwin, de Drentse heidegebieden, de Veluwe, om maar enige gebieden te noemen, dat zijn toch ook allemaal erfgoedgebieden, weliswaar meer natuur dan wat wij in het hoofd hebben bij historische buitenplaatsen en ander historisch groen, maar de mens is er goed bezig geweest. De Veluwe wil men zelfs op de Werelderfgoedlijst plaatsen. Als dat dus geen ‘groen erfgoed’ is!

De term ‘groen erfgoed’ omvat volgens mij natuurerfgoed en cultuurerfgoed, laat ik duidelijk zijn, niet alleen structuren dus of historisch waardevol groen dat door de mens  is bedacht en aangelegd. Alle instellingen die praten over ‘groen erfgoed’ bedoelen eigenlijk alleen cultuurerfgoed. Waarom, omdat ze zijn voortgekomen uit de ‘monumentenzorg’ en omdat de echt waardevolle terreinen beschreven zijn als cultuur-monument in het monumentenregister.

Mijn stelling nu is: de term groen erfgoed wordt verkeerd gebruikt en slaat in principe op zowel natuur- als groene cultuurmonumenten.

Eens of oneens? CO.