(OVERGENOMEN)
Een vereniging van tuinkunstenaars – Grondleggers van de tuin- en landschapsarchitectuur in Nederland beschrijft de rijke en boeiende geschiedenis van de totstandkoming van de Bond van Nederlandse Tuinarchitecten (BNT), de voorloper van de huidige Vereniging voor Tuin en landschapsarchitectuur (NVTL). Het boek portretteert de aanwezigen op de allereerste ledenvergadering in 1923, en laat een groot aantal markante projecten zien uit de vooroorlogse periode van het vak. Met hedendaagse fotografie wordt zichtbaar hoe de ontwerpen van toen zich hebben ontwikkeld tot volwassen parken, tuinen en plantsoenen die het huidige stads- en landschapsbeeld dragen.
Vertrekpunt is de groepsfoto die gemaakt werd van de vijftien aanwezigen op de allereerste ledenvergadering in Utrecht. Wie waren deze grondleggers van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur? Wat waren hun motieven en welke projecten maakten ze? Bekende en minder bekende tuinarchitecten worden geportretteerd. De oude garde is aanwezig met onder anderen Hugo Poortman, voorzitter, Leonard Springer, vice-voorzitter, en Pieter Westbroek, bestuurslid. Dirk Tersteeg, medewerker, is de belangrijkste representant van de nieuwe architectonische stroming in het vakgebied. En Hendrik Hartogh Heys van Zouteveen, secretaris, is een cruciale speler in de totstandkoming. Als lector in Wageningen bindt hij ook de jonge generatie, zoals Samuel Voorhoeve, Jan Bijhouwer en Jo Bouwens. Bouwens is een van de drie vrouwen onder de aanwezigen, anderen zijn bestuurslid Jacoba Hingst, directrice bij de meisjesschool Huis te Lande, en Tine Cool, tuinarchitecte en bevlogen schrijfster.
Het is een bont palet, dit gezelschap dat zich verenigde onder de noemer tuinkunstenaar. Allen voelden de noodzaak om het vak te professionaliseren – met het onderwijs als belangrijk voertuig – en allen hadden de wens om zich gezamenlijk te profileren ten opzichte van architecten en aan kwekerijen gelieerde tuinarchitecten.
Erik de Jong, emeritus hoogleraar Cultuur, landschap en natuur, beschrijft in een uitvoerige inleiding ‘Tuin- en landschapsarchitectuur als vrije kunst’ hoe en in welke context die totstandkoming plaatsvond, en welke strijdpunten en kwaliteiten ook in latere periodes een rol speelden.
Een keur van auteurs, zoals Gerrie Andela, Eric Blok, Patricia Debie, Anja Guinée en Karin Laarakker hebben de biografieën en de projectbeschrijvingen voor hun rekening genomen. En Jeroen Bosch fotografeerde de projecten van weleer in hun huidige toestand: parken en plantsoenen in Den Haag, Amsterdam, Bussum, Tilburg, Roosendaal en Utrecht, en tuinen en landgoederen in Goor, Diepenheim, Rhenen, Oosterbeek en Middachten.
Stijn van de Ven van Young NVTL schreef een voorwoord en Ben Kuipers, oud-voorzitter, schreef een epiloog. De vereniging die twee jaar geleden bij het honderdjarige bestaan het predicaat ‘Koninklijk’ kreeg is inmiddels een bloeiende vereniging met meer dan 600 leden die een belangrijke rol vervullen bij de hedendaagse ruimtelijke inrichting van ons land.
Een vereniging van tuinkunstenaars voert ons terug in de tijd met pakkende biografieën, kleurrijke planbeschrijvingen en historische en hedendaagse fotografie. Een bijzondere publicatie die de inspirerende grondleggers en hun werken van toen tot leven brengt.
Pieter Westbroek geschreven door Anja Guinée, Leonard Springer en Henri Hartogh Heys van Zouteveen door Patricia Debie, Hugo Poortman door Anneke Coops, Jacoba Hingst door Sandra den Dulk, Tine Cool door Liesbeth Missel, Wim Sluiter, Jo Bouwens en Anthonij Herman Haarsma van Oucoop door Eric Bloc, Jan Jacob Denier van der Gon door Karin Laarakker, Samuel Voorhoeve door Rob Aben en Jeroen Bosch, Jan Bijhouwer door Gerrie Andela, Adriaan van Laren door Carla Oldenburger, Gustav Adolf Overdijkink door Henk van Blerck en Dirk Tersteeg door Gerrie Angela en Anja Guinée.
Erik A. de Jong e.a. Een vereniging van tuinkunstenaars. Grondleggers van de tuin- en landschapsarchitectuur in Nederland, 2025, € 44,50
Op Eyckenstein te Maartensdijk ontving Jeanette Wagenaar vanmiddag de sKBL-Ithakaprijs 2025, uitgereikt door juryvoorzitter dr. Johan de Haan, voor haar boek Gooilust. De stille strijd van Louise Blaauw-Six (Uitgeverij De Kring, 2025). Naast de eer ontvangt Wagenaar een award en een geldprijs van € 5.000,-. In deze elfde editie dongen in totaal dertien publicaties mee naar deze prestigieuze literatuurprijs, die jaarlijks wordt toegekend aan de meest inspirerende publicatie over kastelen, historische buitenplaatsen en landgoederen (KBL) die in het voorgaande jaar is verschenen.
Landschapsarchitect Samuel Voorhoeve (1880 – 1948) was een voorvechter voor het behoud van ‘natuurlijk landschapsschoon’. Deze visie kwam tot uiting in zijn 240 ontwerpen voor landgoederen, parken en tuinen, maar ook in de inrichting van villaparken, lanen en pleinen.%20Petzold%201887%201.jpg)
%20archief.jpg)
%20Petzold%201887%202.jpg)



Huis “Laag Wolfheze ” in aanbouw. Links de landschapsarchitect Samuel Voorhoeve die het tuinontwerp uitvoerde. Geheel rechts de architect van het huis Samuel de Clercq. Verder leden van het gezin Van Eeghen, de aannemer en werknemers van de laatste.


De afgelopen acht jaar is het park op de wallen in oude luister hersteld, en is het weer zoals Bommelaar François de Virieu het in 1834 bedacht heeft. De restauratie kostte 2,5 miljoen euro, maar nu ligt het park op de middeleeuwse vestingwerken er weer prachtig bij. Afgelopen vrijdag was de feestelijke heropening, met ook de presentatie van het boek Een Mensenpark. Zaltbommelse stadswallen, een uniek Rijksmonument.
Genootschap Oud-Westland zond mij hun Historisch Jaarboek 2025, met daarin het artikel De Oranjerie, toegespitst op Westlandse buitenplaatsen, door Anneke Duyvesteijn. Het stuk kent een algemeen deel, dan ‘buitenplaatsen en oranjerieën in het Westland’ en de uitleiding ‘van oranjerie tot kas’. De naar voren gebrachte oranjerieën zijn die van: