Vuurwerk op Beekestein.


Leydse courant van 30 mei 1768.

Ik zat wat te zoeken om op de weblog te zetten. In deze dagen doe je dat met woorden als vuurwerk en buitenplaats. Geinig, een van de eerste krantenstukjes die ik tegen kom gaat over vuurwerk op Beekestein (Leydse courant van 30 mei 1768). Dit in het kader van een bezoek van de Prins Erf-Stadhouder en deszelfs Koninglyke Gemaalin. Dit bezoek van Willem V en Wilhelmina van Pruisen werd al wel in de boeken vermeld (bron en bevestiging van het bestaan van de colonade), en ‘nu’ ook in de krant.
Door de eeuwen heen werd bij bezoeken door of gebeurtenissen betreffende de Oranjes veel de lucht in geschoten. Een hele mooie impressie geeft een perspectiefkastje in bezit van Museum Rotterdam. Een perspectiefkastje met  beschilderde glasplaten die een voor-, middden- en achtergrond vormen en daarmee een drie-dimensionaal effect laten ontstaat. En laat dit nu Willem V en Wilhelmina van Pruisen met vuurwerk betreffen.

De colonade van en vuurwerk op Beeckestijn zal er anders uit hebben gezien, maar de afbeelding laat je wel wegdromen…  JH


Willem V en Wilhelmina van Pruisen met vuurwerk.  Bron: Museum Rotterdam.

Geschiedenis van een toegangslaan in de sneeuw.


Toegangslaan van Remmerden (Rhenen), 1962-1963, Gerard Ketner.

De eerste foto van de toegangslaan op Remmerstein (Rhenen), is bijna 50 jaar oud, genomen in de winter van 1962-1963, door Gerard Ketner. De tweede foto van dezelfde toegangslaan vond ik op internet en is genomen in 2006, allebei in de sneeuw. De geschiedenis spreekt voor zichzelf.

Voor alle Cascade-vrienden Mooie Kerstdagen en een gelukkige toegang tot het Nieuwe Jaar.  CO

Update

Zo tegen het eind van het jaar toch nog even wijzen op wat andere plaatsen op onze website waar ook wel eens wat wordt toegevoegd, maar wat misschien aan de aandacht ontsnapt (is):
– Communicatie>Bulletin: steeds meer artikelen zijn als PDF beschikbaar; recent zijn die van 2010 toegevoegd, iets langer geleden een aantal oudere
– Communicatie>Nieuwsbrief: dit jaar zijn er weer 4 verschenen
– Communicatie>Eerste kennismaking met…: een nieuwe rubriek in de nieuwsbrief, met ook een eigen page; tot nu met 2 tuinarchitecten
– Communicatie>Foto’s bekijken: we zijn niet compleet; toegevoegd zijn de jubileumtrip en -symposium; meer is WELKOM (mail webmaster@cascade1987.nl)

Tijdverdrijf


Tekening van admiraalschip ’t Huis Tijdverdrijf, Willem van de Velde de Oude.


Detail met Tijdverdrijf.

Dinsdag 11 dec. startte de tv-serie De Gouden Eeuw (goudeneeuw.ntr.nl ; www.uitzendinggemist.nl). Gedachten in de vorm van een opeenvolging van kreten schoten door mn hoofd: De Gouden Eeuw-handel-VOC-schepen-schip Tijdverdrijf-buitenplaatsen. Die laatste twee door een eerdere mail van René D. over schepen met een buitenplaatsnaam.

Vele schepen van de Oost- en van de West-Indische Companie droegen namen van de verschillende gewesten, van steden en kleine plaatsen, van vorstelijke personen en regenten. Maar ook die van heerlijkheden en buitenplaatsen, de bezittingen van de bewindhebbers van beide compagnieën.
Zo was er het schip ’t Huis Tijdverdrijf, vernoemd naar het gelijknamige buitenverblijf te Egmond op den Hoef. Eigenaar was Cornelis Jansz. Witsen (1605-1669), sinds 1655 bewindhebber van de West-Indische Compagnie. Het schip ’t Huis Tijdverdrijf werd in 1655 in dienst genomen, in eerste instantie als admiraalschip van De Ruyter. In november 1683 verging het schip in een storm.

Het bijzondere van dit schip is niet alleen de vernoeming naar een buitenplaats (dat kwam meer voor), maar met name de rijk versierde spiegel van het schip. Deze laat een groot gebouw door geboomte omgeven zien, vrijwel zeker ’t Huis Tijdverdrijf (een andere afbeelding van het huis is niet bekend). De kunstschilder van m.n. marines, Willem van de Velde de Oude (ca. 1611-1693) maakte een tekening (boven) en een schilderij (onder).

Op de VOC site is een Schepenlijst te vinden. Bladerend springen diverse buitenplaatsnamen direct naar voren.  JH


Dutch Flagships at Sea in a Moderate Breeze under Easy Sail (1672),
Willem van de Velde de Oude. Bron: wikimedia.org (groot).


Detail met Tijdverdrijf.

Bijdrage Provincie Limburg aan herstel landschapspark Vaeshartelt.


Vaeshartelt (Meerssen), het Grand Canal in haar glorietijd (186x).
Links de achterzijde van de gebouwen en de grote cascade, midden het Grand Canal.
Uit: Album dédié à mes enfants et mes amis (1863/6/8) Bron: www.regout.be.

In een persbericht meldt de provincie Limburg dat Vaeshartelt in het kader van de subsidieregeling Buitenplaatsen 2012 kan rekenen op een bijdrage van maximaal € 188.500,- voor het herstel van haar Engelse landschapspark.
Met deze subsidie kunnen de volgende onderdelen van het park worden hersteld: het oorspronkelijk Pinetum (naaldbomenbos), het Grand Canal met waterval, waterloop en fonteinen en het 18e eeuws Sterrenbos.

De bovenstaande afbeelding van het Grand Canal komt uit het Album dédié à mes enfants et mes amis (1863/6/8). Een stoommachine pompte, ongetwijfeld met hels kabaal, water in een ijzeren reservoir van waaruit vervolgens de fonteinen en cascaden gevoed werden. De renovatie zal vast een herstel van het Grand Canal en een of meer fonteinen nastreven, maar vast niet de rijke, zo u wilt overdadige, aankleding als op de afbeelding. Al kan de K van Kitsch net zo mooi zijn als de K van Kunst.  JH


De achterzijde van de gebouwen en de waterloop (Grand Canal) in 2007.
Foto’s: Jan Holwerda.

NSW ontstaans- en werkingsgeschiedenis in ‘Vrije wandeling’.

De in voorgaande bericht genoemde NSW, Natuurschoonwet, dateert uit 1928 en kent dus een geschiedenis. Deze wordt in de recent verschenen publicatie Vrije Wandeling van Wybren Verstegen beschreven. De aanleiding was een collectie unieke kaarten, de zogenaamde NSW Landgoedkaarten. Deze serie bestaat uit 304 bladen. Op de Bonnekaarten (schaal 1:25.000) uit ca. 1930 zijn door Staatsbosbeheer voor eigen gebruik rond 1950 de Nederlandse landgoederen volgens de Natuurschoonwet van 1928 met de hand ingetekend. De kaarten werden eind jaren negentig van de vorige eeuw door ing. W. van Vliet uit een afvalcontainer van het Ministerie van Landbouw gered en verdwenen onder het bed van de vinder. Later is deze collectie in bezit gekomen van Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit Amsterdam.


NSW-landgoederen Doorn.  Bron: beeldbank VU Amsterdam.

De Vrije Wandeling gaat over het ontstaan van de wet tijdens de ‘groene golf’ van de jaren 1920-30, over de organisaties die de wet steunden (met name de Vereniging Natuurmonumenten en de ANWB) en de parlementaire discussies over de wet; voor de wet werd aangenomen maar ook nadien toen de wet werd aangepast aan nieuwe omstandigheden. Het onderzoek gaat tot en met het jaar 1995 toen een belangrijke ‘herschikkingsoperatie’ werd afgesloten.

De publicatie is vrij beschikbaar op internet. Het betreft een zogenaamde verrijkte digitale studie. Dat betekent dat behalve de kaarten ook krantenartikelen of parlementaire stukken over bedreigde landgoederen direct (door links) vanuit de tekst te raadplegen zijn: Vrije Wandeling online en Vrije Wandeling als PDF.

De prachtige verzameling van honderden met de hand ingekleurde kaarten, waarmee nauwkeurig kan worden gereconstrueerd waar welke NSW-landgoederen lagen en welke omvang zij hadden, is ook digitaal beschikbaar: hier en hier.  JH

Verdrievoudiging in 12 jaar.

In dit Jaar van de Historische Buitenplaats is er nogal wat met getallen gestrooid. 6000 buitenplaatsen ooit, 600 resteren, 551 complex historische buitenplaatsen (maar enkele nog in procedure), aantallen per provincie die optellend tot weer andere totalen leiden. Buitenplaatsen, landgoederen, NSW-landgoederen en al dan niet met de toevoeging historisch. Niet uit elkaar te houden. Helemaal omdat definities of criteria bij het noemen van die getallen eigenlijk nooit naar voren komen. En dan komt mn vader met nog een getal, uit een artikel uit in het weekblad Boerderij (26 juni 2012). Een artikel over NSW-landgoederen.

De afgelopen 12 jaar is het aantal gerangschikte NSW-landgoederen bijna verdrievoudigd. In 1999 waren er nog geen 1900 en nu telt Nederland er bijna 5000.  JH

De driepuntsbrug van Stania State (Oenkerk). Of, wat een brugleuning doet.


Driepuntsbrug op Stania State (Oenkerk).  Foto: Michel Lafaille.

In de meest recente Golflengte, de nieuwsbrief van Michel Lafaille, wordt het boek Roodbaards Rijkdom besproken. Maar mijn oog werd vooral getrokken door de foto van de driepuntsbrug. Hierin herkende ik die van Stania State (Oenkerk), ook al omdat bij een bezoek in 2010 een arm was afgesloten en herstel zou volgen. Maar is de brug als op de foto het eindresultaat? Zal toch niet waar zijn! Gelukkig niet! Een meer recente foto van internet laat een ander beeld zien.


Driepuntsbrug op Stania State (Oenkerk), nog niet compleet geverfd.
Foto: Romke Hoekstra (www.waldnet.nl).

Staatsbosbeheer Noard Fryslan bevestigt dat de brugleuning als op de eerste foto slecht tijdelijk was en uiteindelijk ‘volledig is hersteld volgens het monumentale model…’. ‘Op de [tweede] foto is de brug nog niet helemaal geverfd. [nu wel] De brug is gemaakt van inlands eikenhout.’

Wat alleen al een brugleuning kan doen!  JH


Driepuntsbrug op Stania State (Oenkerk), voor het herstel.  Foto: Jan Holwerda.

Andere driepuntsbruggen…


Driepuntspunt van Fogelsanghstate (Veenklooster).  Foto: Jan Holwerda


Driepuntsbrug van Vijversburg (Tietsjerk). Foto: Jan Holwerda.


Driepuntsbrug van Fraeylemaborg (Slochteren).  Foto: Jan Holwerda.

 

De Nederlandse Restauratiebeurs 2013 opnieuw met een ‘GroenPlein’.

De nieuwsbrief van de Nederlandse Restauratiebeurs meldt:
Op de Nederlandse Restauratiebeurs neemt het groene erfgoed een voorname plek in. Commerciële partijen en maatschappelijke organisaties zijn vertegenwoordigd op het ‘GroenPlein’ en zijn tevens inhoudelijk partner van een divers ‘groen programma’ in de beurstheaters. Een lezingenprogramma dat ruimte biedt aan een keur van onderwerpen; van een kennisdelingsdag voor erfgoedhoveniers tot een ‘Groencollege’ door de erfgoedopleiding.
Meer details zullen ongetwijfeld volgen.

Op 18, 19 en 20 april 2013, in de Brabanthallen te ‘s-Hertogenbosch.
Zie restauratiebeurs.nl en de bewuste nieuwsbrief.  JH

Cascade Stimuleringsprijs voor Patricia Debie.

Stichting Tuinhistorisch Genootschap Cascade bestaat 25 jaar. Het lustrumjaar is op 23 november jl. ingeluid met een symposium in Amersfoort, waar de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aan 70 deelnemers gastvrijheid verleende. Erik Kleijn, hoofd Gebouwd Erfgoed RCE heette de deelnemers welkom. Op het programma stonden een feestrede van de voorzitter van het Genootschap, Leo den Dulk, en twee lezingen. Peter Verhoeff lichtte de professionalisering van de beroepspraktijk toe als senior-landschapsarchitect bij Stichting In Arcadië. Na de pauze sprak Christian Bertram, docent architectuurgeschiedenis aan de UvA en eigenaar van Bureau Bertram; landschap en architectuur in historisch perspectief, over Tuinhistorisch onderzoek in Nederland; resultaten en omissies.

Patricia Debie (rechts) en Carla Oldenburger-Ebbers. Foto: Elisabeth Stades.

Het symposium werd besloten met de eerste uitreiking van de Carla Oldenburger-Ebbers Penning aan de winnaar van Cascade Stimuleringsprijs voor jong talent. De jury, bestaande uit mevr. Dr. Catharina L. van Groningen, Drs. Wim G.J.M. Meulenkamp en Dr. Heimerick M.J. Tromp, bijgestaan door bestuurslid mevr. Drs. Karen M. Veenland-Heineman, heeft een keuze moeten maken uit vijf inzendingen. Uit vier masterscripties en één project is de inzending van Patricia Debie, getiteld ‘Ziehier een kleinen grondslag, waarop gij verder zult kunnen voortarbeiden’ met als ondertitel ‘De nalatenschap van tuinkunstenaar H.F. Hartogh Heys van Zouteveen (Delft, 13 juli 1870-Wageningen, 23 maart 1943)’, bekroond. Patricia Debie heeft haar studie Architectuurgeschiedenis en Monumentenzorg aan de Universiteit van Utrecht met deze scriptie in 2011 afgesloten.

De andere inzenders waren van Sandra den Dulk (‘Nederlandse Stads- en volksparken; een complexe typologie. Ontstaan, ontwikkeling, toekomst en betekenis van het fenomeen stads- en volksparken; 1800-1960’, Masterscriptie Erfgoedstudies, Universiteit van Amsterdam, 2011); Geerte de Jong (‘Pückler: De Reizen en Werken van een Parkomaan’, Masterscriptie Architectuur en Stedenbouw, Rijksuniversiteit Groningen, 2010); Willemieke Ottens (‘Hoe beheert de huidige landgoedeigenaar zijn bezit? Een analyse van de motivaties en tradities van landgoedbeheer door particuliere eigenaren en terreinbeherende organisaties’, Masterscriptie Landschapsgeschiedenis, Rijksuniversiteit Groningen, 2012) en Anouk Vogel met het project ‘Vondelverzen: Nieuw meubilair Vondelpark’, in het kader van het renovatieprogramma van het Vondelpark, 2011.

In haar rapport heeft de jury met nadruk haar grote waardering uitgesproken voor álle inzenders, die de tuin- en landschapsgeschiedenis tot onderwerp van hun onderzoek hebben genomen. Nieuwe en eigentijdse invalshoeken zijn van essentieel belang om het onderwerp voor een groot publiek levend te houden en zo bij te dragen tot de instandhouding van het kwetsbare Groene Erfgoed, aldus de jury.

Over de winnaar schreef zij: “Deze kandidaat is een inspirerend voorbeeld, omdat zij heeft laten zien, dat het mogelijk is om met intensief, oorspronkelijk en vernieuwend onderzoek bepaalde figuren, die gerekend worden tot de marge van de tuin- en parkgeschiedenis, voor het voetlicht te brengen en de aandacht te geven, die zij verdienen.”

De Stimuleringsprijs is een driejaarlijks uit te reiken prijs. Cascade roept jonge wetenschappers op om mee te dingen naar de prijs in 2015.

Tuinhistorisch Genootschap Cascade gaat in haar lustrumjaar speciale aandacht besteden aan openbaar historisch groen.
Karen Veenland-Heineman

Klik hier voor het jury-rapport. De foto’s vindt u via Communicatie>Foto’s bekijken of rechtstreeks (met dank aan Elisabeth Stades en Kees Beelaerts van Blokland).