Tuinkunst en Parken, lezing en nieuwsbrief

Ook dit studiejaar is er een cursus Tuinkunst en Parken: historie en instandhouding gestart. Een cursus om de leemte ‘monumentaal groen’ in te vullen. Met hoofdthema’s als Ontwerp en Vormgeving, Hovenierskunst en Rentmeesterschap.

De cursus kent per trimester een openbare lezing. Afgelopen 15-dec was dit de lezing ‘Hoe ga je om met historische gegevens in het huidige gebruik van historische buitenplaatsen?’ van Willem Overmars. Dit gaf aanleiding tot de weblog betreffende Meerssenhoven van 26-dec-05 en vervolgens de enthousiaste deelname van Willem aan de Cascade weblog.

De eerstvolgende lezing is één door Erik de Jong. Een titel is nog niet bekend, een datum wel , 16 maart 2006. Van 19:30 tot 21:00, Hogeschool Utrecht, Nijenoord 1 te Utrecht. Aanmelden bij kiki.holt@hu.nl

Er werd ook een digitale nieuwsbrief genoemd. Deze heb ik aangevraagd en men heeft er in toegestemd dat ik deze via de Cascade weblog aan een breder publiek beschikbaar stel.

Kaart ‘Gedeelte van Noort Kennemerlant’


Veel boeken over historische tuinen, buitenplaatsen of Kennemerland kennen een afbeelding van de kaart ‘Gedeelte van Noort Kennemerlant’ uit Het Zegepralent Kennermerlant’ van M. Brouerius van Nidek met gravures van H. de Leth. Ik bedoel dan die smalle, langwerpige kaart met al die buitenplaatsen noordelijk van Haarlem (tot Bakkum). Ik kende hem enkel in zwart-wit en nu kwam ik, op zoek naar heel iets anders, er één in kleur tegen.

Kaart 'Gedeelte van Noort Kennemerlant'


Veel boeken over historische tuinen, buitenplaatsen of Kennemerland kennen een afbeelding van de kaart ‘Gedeelte van Noort Kennemerlant’ uit Het Zegepralent Kennermerlant’ van M. Brouerius van Nidek met gravures van H. de Leth. Ik bedoel dan die smalle, langwerpige kaart met al die buitenplaatsen noordelijk van Haarlem (tot Bakkum). Ik kende hem enkel in zwart-wit en nu kwam ik, op zoek naar heel iets anders, er één in kleur tegen.

’t Joppe


Geloof nooit dat er van een bepaald park geen afbeeldingen bestaan. Er is altijd wel wat. Ook in de grote, goed geordende archieven gaan soms onontdekte schatten schuil. Deze kaart van ’t Joppe van landmeter Adn. de Geus, louwmaand 1810 zat als los inlegvelletje gevouwen in het maatboek verpondingen, Gorssel nr 13, Gelders Archief.

Maatboeken voor de verpondingen zijn een voorloper van het kadaster. De Maatboeken tekenen de percelen één voor één op, dus zonder onderlinge samenhang. Das vervelend, want je moet dan een hele boel aan elkaar gaan knutselen. Maar Adriaan de Geus was een overenthousiast type, en hij ging verder dan hij voor de opmeting van de losse percelen moest doen. Hij maakte op een los vel een hele overzichtskaart van ’t Joppe, en vouwde die in het boek. Buitengewoon plezierig was ook dat De Geus ook nog eens de kronkelpaadjes binnen de net vergraven gracht op de kaart zette.

De inkleuring met kleurpotlood is door mij gedaan: lichtgroen=bos, geel=bouwland, donkergroen=weiland

In Gelderland zijn in het GA relatief veel prekadastrale kaarten en maatboeken bewaard. Ik herinner me, dat er meer maatboeken in Oost-Gelderland waren, waarin nog meer van zulke losse vellen met details van landgoederen en parken zaten. Als iemand eens een leuk onderzoek naar onbekende primaire bronnen wil doen?

Rococo-parterre op Amerongen

Een dezer dagen ga ik een lezing geven over de geschiedenis van tuin en park van Amerongen. Ons bureau schreef in opdracht van het Bestuur van de Stichting Amerongen enkele jaren geleden een toekomstvisie voor het park binnen de muren. Nu ik alles weer eens overlees in verband met die lezing, zou ik één aspect van dat advies eens breder ter discussie willen opvoeren.

Dit gaat over de interpretatie van het vroege Rococo op Amerongen. Tijdens deze periode wordt de barok verlevendigd en verrijkt, o.a. met meer samenhangende structuren en natuurlijker plantengroei. Parterres de broderies kunnen soms van losse heesterbeplanting worden voorzien (zie het hoofdstuk over de Rococo in M. van den Broeke, Jan Arends : buitenplaatsen op Walcheren (2001). Dat een dergelijk vroeg-Rococo-element op Amerongen aanwezig is geweest werd tot heden niet onderkend.

Het is van essentieel belang om na te denken over het weer terugbrengen van een dergelijk uniek kenmerk van vroege-Rococo-tuinarchitectuur, dat niet alleen is ontworpen voor Amerongen (zie bijgaand ontwerp), maar ook inderdaad (getuige een landmeterskaart van Praalder uit 1767), in ieder geval qua structuur is uitgevoerd.

Momenteel ligt op de plaats van de Rococo-tuin een saaie grasparterre van Poortman. In dit deel van het park is weinig te beleven en de bezoeker heeft er niets te zoeken.
Wat is nu de meest gewenste en verantwoorde oplossing voor dit deel van het park? Men kan de Poortman-parterre behouden en optimaliseren; of deze opruimen (na inmeting en documentatie) en hetzij een 21-ste eeuwse reconstructie uitvoeren (maar men weet eigenlijk weinig of niets van de details) òf een nieuw hedendaags ontwerp, geïnspireerd op het Rococo-ontwerp (met diagonale en kruisvormige paden) uit ca. 1750 maken. Het meest belangrijke bij een dergelijk nieuw ontwerp is dat de sfeer en het beeld uit het Rococo in herinnering worden gebracht, zonder historiserend te werk te gaan.
De reden waarom ik hiermee een discussie wil starten is omdat dergelijke gevallen in de praktijk steeds meer voorkomen en zullen gaan voorkomen.

Als toevoeging een meer recente foto van de grasparterre (aanklikken voor een groot beeld)

De foto stamt van de site kastelen Of Castles als op Webshots, een soort publiekelijk fotoalbum.

Veluwezoom

Plaatjes kijken.

In de loop der tijden ben ik op veel plekken in archieven geweest met mijn camera. Ook op plekken waar geen gemakkelijke vrije toegang is. Ik denk dus dat ik een boel plaatjes heb die weinigen kennen. Ik wil wel eens proberen of deze weblog een goeie manier is om zulke afbeeldingen te publiceren. Ik maak er raadseltjes van: wie kent dit plaatje. Niet om uw kennis te testen, of om een wedstrijd te organiseren, maar om een discussie op gang te brengen waarin nieuwe gezichtspunten boven water kunnen komen.

Hier komt de eerste:

In 1998 was ik opnames aan het maken van de prenten van Beekhuizen in de topografische collectie van de Arnhemse Musea. Ruud Borman, de toenmalige conservator, zag met welk onderwerp ik bezig was, en kwam met een boek aanlopen, dat, naar hij zei, niet in de catalogus was opgenomen. Het betrof een album met afbeeldingen van van alles langs de Veluwezoom aan beide kanten van Arnhem, meen ik. Het zou gemaakt zijn door een Duitse kunstenaar die hier een zomer had doorgebracht omstreeks 1790. Er staat van alles in. Kastelen, parken, watervallen, dorpsgezichten. Ik heb er toen een paar van gefotografeerd, en daar zijn er ook nog van mislukt. Maar deze niet.

Uit dezelfde serie van de Duitse kunstenaar:
Middachten van voor 1795

Docomomo Nederland


Sanatorium Zonnestraal, Hilversum

Docomomo Nederland is een werkgroep van de internationale organisatie voor het DOcumenteren en COnserveren van gebouwen en stedenbouwkundige en landschappelijke ensembles van de MOdern MOvement (Moderne Beweging). De periode die wordt bestudeerd loopt voorlopig van 1945 tot ca. 1970.
Het doel van Docomomo is het bevorderen van kennis van, en waardering voor het Nieuwe Bouwen in Nederland door middel van het in kaart brengen en aandacht geven aan de erfenis en het gedachtegoed van deze architectuur, landschapsarchitectuur en stedenbouw.

De halfjaarlijkse Nieuwsbrief no.10 (24 p.) kwam onlangs uit, gewijd aan het thema Landschappen. Zowel het grootschalige landschap, als ook het stadsgroen en de kleinere tuinen zoals vormgegeven door tuin- en landschapsarchitecten en stedenbouwers in de geest van het modernisme. Verschillende schaalniveaus worden behandeld: polder, bos, tuinstad, stadspark, landgoed en privétuin. Auteurs: M.J.Vroom (inleiding); Marinke Steenhuis e.a.(stand van onderzoek); Vincent van Rossem (stedelijk groen); Frank Foole (n.a.v. boek Van Pendrecht tot Ommoord); Mireille Dosker (Beatrixpark A’dam); Leo den Dulk (Mien Ruys); Peter de Ruyter (landschapsplan Zonnestraal); Dorine van Hoogstraten (De Groene Stad); Juliet Oldenburger (ommuuurde tuin van P.A.M.Buys). Bijna een Cascade-aangelegenheid dus.

Zeker de moeite waard om kennis te nemen van de aanpak van deze werkgroep. Voor verdere informatie zie www.docomomo.nl.

De belangrijkste tuin- en landschapsarchitecten uit deze periode zijn Mien Ruys (1904-1999); Hein Otto (1916-1994); Nico de Jonge (1920-1997); Hans Warnau (1922-1995); Wim Boer (1922-1999); Pieter Buys (1923-19nu). Van Mien Ruys, Hein Otto en Wim Boer zijn archieven aanwezig in Speciale Collecties, Bibliotheek Wageningen UR.