Beeldbank van de Nederlandse Kastelenstichting


Kasteel Rhoon met zijn tuinen (1646-1647), door Roelant Roghman.
Bron: Nederlandse Kastelenstichting, Beeldbank

Vanaf februari 2005 is de Nederlandse Kastelenstichting bezig met het digitaliseren van een selectie uit meer dan 15.000 foto-negatieven, dia’s, tekeningen, gravures, en uit het enorme archief met artikelen e.d. Ook al moet veel nog worden verwerkt, nu al is veel te bekijken. Via de homepage van Nederlandse Kastelenstichting en dan in het linkermenu Beeldbank aanklikken.

U kunt zoeken, of eigenlijk klikken, op naam of op provincie, en daarbinnen vervolgens weer op naam. Vergeet niet, nog lang niet alles is gedigitaliseerd; dus kom nog eens terug.

En een tip, klik ook eens op de afbeelding links, met een kasteel en de woorden Kastelendocumentatie Stichting. Er volgen dan een aantal Thema’s ; er moet een andere naam te vinden zijn, maar dat terzijde. Wat nu te vinden zijn zijn ingangen op naam. Bv. Roelant Roghman, met zijn dan 220 tekeningen, en Ludolf Smids.

En OK, het specifiek tuinhistorische mag beperkt zijn, maar het kijkplezier is er niet minder om.  JH

Kloostertuin geschilderd door Philip Sadée (1903)


Kloostertuin, Philip Sadée (1903).  Bron: Kunsthandel Pieter Overduin, Giessenburg

De schilderijen van de Leeuwenhorstabdij te Noordwijkerhout en de St. Adelbertabdij te Egmond die op de weblogs van 20 en 23 februari 2007 zijn geplaatst, hebben bij Joost Gieskes de ogen voor kloostertuinen geopend. Hij reikte mij na de restauratiebeurs een reproductie van een schilderij aan, waarop een kloostertuin was geschilderd, in 1903 vervaardigd door de Haagse schilder Philip L.J.F. Sadée (1837-1904).

Sadée is in zijn tijd een bekend schilder geweest, behorende tot de Haagse School. Op het schilderij zijn zusters te zien die recreëren in een kloostertuin, met op de achtergrond een kloostergebouw. Een dikke boom (kastanje?) geeft de dames schaduw; een duiventil staat in de tuin; duiven vliegen rond en worden gevoederd door de zusters. De tuinbanken dateren heel duidelijk uit de tijd (planken op xe2x80x9cboomtakkenxe2x80x9d); heel bijzonder is dat ze zijn voorzien van voetenplanken, alsof het koorbanken zijn. Eigenlijk zijn er geen typische kenmerken van een kloostertuin te onderscheiden.

De vraag is natuurlijk welke kloostertuin zou dit kunnen zijn? Sadée schilderde voornamelijk het land- en vissersleven en stadgezichten. Ook het feit dat hij leraar is geweest aan de Haagse Tekenacademie gaf geen aanknopingspunten. Ik moest wel meteen denken aan het St Odapark in Venray, omdat ik daar eens was geweest voor het beschrijven van het park voor de Gids voor de tuin- en landschapsarchitectuur, deel Zuid. Hier hadden zusters Ursulinen in 1899 een park aangelegd voor leerlingen van een pensionaatsschool, zodat zij ook buiten konden recreëren, in een beschermde omgeving en onder het toeziend oog van de zusters. Deze orde wijdt zich aan het opvoeden en onderwijzen van meisjes en stichtte scholen in o.m. België, Duitsland en Nederland, sinds 1645.

Ik stak mijn licht op bij Wim Meulenkamp, onze folly-specialist, maar ook werkzaam bij de Stichting Kerkelijk Kunstbezit Nederland (SKKN) en ik had geluk. Hij kende niet dit schilderij, maar wel een dat er heel veel op lijkt en dezelfde tuin afbeeldt. We hebben hier te maken met de tuin van het Stella Maris Klooster in Maastricht, tot voor kort bewoond door de Zusters Ursulinen van de Romeinse Unie, gevestigd in het Statenkwartier in Maastricht. Heel bijzonder is dat de afgebeelde tuinbanken zich nog in de tuin bevinden.

Zie verder Kerkgebouwen in Limburg; ga dan naar de M van Maastricht en vervolgens naar Klooster en Kapel van de Zusters Ursulinen. U vindt dan een redengevende monumentenbeschrijving en fotoxe2x80x99s van de kapel en het kloostergebouw. Het schilderij heeft hierin waarschijnlijk een plaats gehad.

In 2006 hebben de zusters hun klooster verlaten. Op een andere website vond ik de begraafplaats van de zusters; klik vervolgens op de eerste foto.

Met dank aan Kunsthandel Pieter Overduin te Giessenburg. CO.

St. Adelbertabdij en kasteel Egmond


Bron: Museum Catharijneconvent (klik afbeelding voor grotere weergave)

Een dezer dagen bezocht ik de tentoonstelling In Godsnaam! 1000 jaar kloosters , die van 8 februari t/m 2 september 2007 te bezichtigen is in Museum Catharijneconvent te Utrecht. De tentoonstelling gaat over de geschiedenis van het kloosterleven: vanaf het ontstaan van de eerste kloosterordes en de enorme groei ervan in de Middeleeuwen, tot de vorm waarin kloosters vandaag de dag bestaan. Deze tentoonstelling is nu niet meteen op het lijf geschreven van Cascade-vrienden, maar twee schilderijen in deze tentoonstelling spraken mij zeer aan en wil ik u niet onthouden. We zullen dat doen in twee achtereenvolgende weblogs.

De mooiste – maar niet meest exacte – afbeelding waarop een middeleeuws Noord-Nederlands klooster is te zien, is ongetwijfeld het schilderij van C. van der Heck uit 1635, van het kasteel en de benedictijner St. Adelbertabdij in Egmond. Dit is de oudste abdij van Holland, gesticht aan het begin van de 10de eeuw. Achter een heuvelachtig duinlandschap met bomen op de voorgrond, liggen links de ommuurde abdij met uitgestrekte moes- en kruidentuinen aan beide zijden van het toegangspad tot het kloostercomplex en rechts het omgrachte kasteel Egmond.

Aangezien we mogen aannemen dat het koor van de abdijkerk naar het oosten is gekeerd, kunnen we concluderen dat de tuinen ten zuiden van het abdijcomplex zijn gesitueerd. De tuinen zijn zowel aan de westzijde als aan de oostzijde van het toegangspad verdeeld in langwerpige perken langs een middenpad dat uitkomt op het toegangspad. In de westelijke tuin staan boompjes om en om middenin de perken. Of er ook ten noorden van de kerk tuinen zijn aangelegd is op dit schilderij niet te zien.

Aan de bovenzijde van het schilderij zien we de kerk van Egmond liggen, met daarachter de Noordzee. Nu ligt dus plotseling het  westen boven. Al te serieus moet de werkelijkheid op dit schilderij dus niet worden genomen. Ook kunnen we constateren dat het kloosterterrein niet exact is ingedeeld volgens het traditionele Benedictijner voorbeeldplan (van St. Gallen), waarop de tuinen ten noorden en ten zuiden direct aan de kerk grenzen. In grote lijnen kunnen we toch ook weer niet spreken van grote afwijkingen van dit plan.
In 1573 zijn de abdij en het kasteel  op last van Willem van Oranje verwoest. Het schilderij is later tot stand gekomen en verbeeldt een geromantiseerde situatie van vóór de verwoesting. CO

Vakantie-foto van Ermenonville Ile des Peupliers

Namens Joost Gieskes zet ik het volgende bericht en de foto van Joost op deze weblog. De oude foto komt uit het OHT-archief.

Op 2 juli 2006 maakte ik een foto van het eiland met het grafmonument van Jean Jacques Rousseau in het park JJR in Ermenonville. Het paviljoen op de tekening staat er nog. De huidige Italiaanse populieren zijn nog vrij jong zo te zien. Perspectivisch lijkt het eilandje op de prent nogal ver van de oever te liggen, maar dat valt wel mee in werkelijkheid. Echt spectaculair is het niet, maar vanuit historisch oogpunt goed om te bezoeken! Op de foto geheel achteraan ligt een chateau-hotel. Ik logeerde aan de Marne!

Joost Gieskes

Frermenonvilleisledespeupliers1811jmerig_1

  Frermenonvilleeilandjjr2006_1

Kaart 'Gedeelte van Noort Kennemerlant'


Veel boeken over historische tuinen, buitenplaatsen of Kennemerland kennen een afbeelding van de kaart ‘Gedeelte van Noort Kennemerlant’ uit Het Zegepralent Kennermerlant’ van M. Brouerius van Nidek met gravures van H. de Leth. Ik bedoel dan die smalle, langwerpige kaart met al die buitenplaatsen noordelijk van Haarlem (tot Bakkum). Ik kende hem enkel in zwart-wit en nu kwam ik, op zoek naar heel iets anders, er één in kleur tegen.

Kaart ‘Gedeelte van Noort Kennemerlant’


Veel boeken over historische tuinen, buitenplaatsen of Kennemerland kennen een afbeelding van de kaart ‘Gedeelte van Noort Kennemerlant’ uit Het Zegepralent Kennermerlant’ van M. Brouerius van Nidek met gravures van H. de Leth. Ik bedoel dan die smalle, langwerpige kaart met al die buitenplaatsen noordelijk van Haarlem (tot Bakkum). Ik kende hem enkel in zwart-wit en nu kwam ik, op zoek naar heel iets anders, er één in kleur tegen.

’t Joppe


Geloof nooit dat er van een bepaald park geen afbeeldingen bestaan. Er is altijd wel wat. Ook in de grote, goed geordende archieven gaan soms onontdekte schatten schuil. Deze kaart van ’t Joppe van landmeter Adn. de Geus, louwmaand 1810 zat als los inlegvelletje gevouwen in het maatboek verpondingen, Gorssel nr 13, Gelders Archief.

Maatboeken voor de verpondingen zijn een voorloper van het kadaster. De Maatboeken tekenen de percelen één voor één op, dus zonder onderlinge samenhang. Das vervelend, want je moet dan een hele boel aan elkaar gaan knutselen. Maar Adriaan de Geus was een overenthousiast type, en hij ging verder dan hij voor de opmeting van de losse percelen moest doen. Hij maakte op een los vel een hele overzichtskaart van ’t Joppe, en vouwde die in het boek. Buitengewoon plezierig was ook dat De Geus ook nog eens de kronkelpaadjes binnen de net vergraven gracht op de kaart zette.

De inkleuring met kleurpotlood is door mij gedaan: lichtgroen=bos, geel=bouwland, donkergroen=weiland

In Gelderland zijn in het GA relatief veel prekadastrale kaarten en maatboeken bewaard. Ik herinner me, dat er meer maatboeken in Oost-Gelderland waren, waarin nog meer van zulke losse vellen met details van landgoederen en parken zaten. Als iemand eens een leuk onderzoek naar onbekende primaire bronnen wil doen?