Online lezing – De Kapelwoning van Beeckestijn en de neogotiek in Nederland


Kapel Beeckestijn (Bron: RCE)

Hendrick de Keyser Monumenten is onlangs gestart met de restauratie van de Kapelwoning op de buitenplaats Beeckestijn in Velsen-Zuid. Op maandag 18 september gaf Nanine Moonen (werkzaam bij het team onderzoek van Hendrick de Keyser) een online lezing over dit bijzondere gebouwtje en over de architectuurstijl neogotiek in Nederland.
Gemist? Op youtube kunt u de lezing terugkijken.


Kapel Beeckestijn (1915) (Bron: Noord-Hollands Archief)

Buiten 1907-1936 online


Buiten 1907-1936

In 2019 kwamen de nummers van Onze Tuinen en Het Landhuis online, zie hier.

Gisteren volgden de nummers van Buiten; geïllustreerd weekblad aan het buitenleven gewijd. Verschenen van 18 mei 1907 tot met 24 december 1936. Nu niet alleen bladeren in de exemplaren uit m’n kast, maar ook zoeken (wat een gemak) via delpher.nl, zie hier.
Jan Holwerda

Oude kaarten lezen

(OVERGENOMEN)
Hoe moet je oude kaarten eigenlijk begrijpen? Oude kaarten lezen maakt de lezer wegwijs in de fascinerende maar complexe wereld van de oude kaarten en de historische cartografie. Sprekende voorbeelden lichten de belangrijkste onderdelen en facetten van oude kaarten toe en laten zien hoe je inhoud en achtergronden kunt doorgronden. Het boek helpt een breed publiek van verzamelaars en liefhebbers tot onderzoekers en studenten bij de interpretatie van oude kaarten en spoort aan om zelf met het materiaal aan de slag te gaan.

Het boek maakt tegelijkertijd een tijdreis door de rijke geschiedenis van de cartografie in de Lage Landen. Alle belangrijke cartografen, uitgevers, instituten en cartografische mijlpalen komen erin aan bod, maar evengoed krijgen minder bekende kaarten en kaartvormen een plaats en wordt gewezen op de minder opvallende betrokkenen die hebben bijgedragen aan de geschiedenis van de cartografie. De voorbeelden komen uit talloze collecties in de Lage Landen en daarbuiten.
Het handboek is het eerste deel in de nieuwe reeks Kaarthistorie, zie Explokart en delen uit de Explokart-reeks.
Inzien kan hier.

Bram Vannieuwenhuyze, Marissa Griffioen, Anne-Rieke van Schaik, Oude kaarten lezen. Handboek voor historische cartografie, Zwolle, € 59,95, 384 pp.

Manteling op Het Loo


Groene ‘cirkels’ in het noordwestelijke bos van Het Loo, manteling t.b.v. omzoomde aanplant (1872), Smulders (Bron:

Bij het woord manteling zult u misschien denken aan de Manteling van Walcheren. Manteling als toponiem. Gelijktijdig aldaar ook met de functionele invulling van bescherming tegen de wind, daar zeewind. Het toepassen van een windsingel van de zuidwest tot de noordoostzijde, tegen gure zeewind en kou, werd vanouds al toegepast in het westen van het land, ook op menig buitenplaats. Hetzelfde principe werd ook ingezet ter beteugeling van duinzanden en later ook bij de inlandse zandverstuivingen. De benaming manteling of bemanteling is ook dan te vinden. Ook bij heideontginningen en daaropvolgende bosaanplant komt de manteling naar voren. Toenmalige handboeken geven aan dat die singels ‘beschutting en verwarming‘ moesten ‘bezorgen‘ voor de er achter of binnen gelegen jonge bosaanplant. Singels ‘om den wind en de koude eenigermate te breken en te matigen‘. Het fenomeen manteling komt prachtig naar voren op kaartmateriaal van Het Loo. In het bos ten noordwesten van het paleis zijn ‘cirkels’ te vinden, soms qua vorm meer ovaal tot haast ‘ogen’. Broekhoven geeft op een kaart uit 1812 een aantal met beplanting weer en een aantal als het ware uitgezet in het veld (of niet ingekleurd). Een nog lopende ontginning? De vormen springen ook van de kaart van Smulders uit 1872. En zoom je in op AHN dan zie nog steeds een aantal als een echo uit het verleden. Het zal de toenmalige grondbewerking zijn die zich hier nog steeds aftekent.
Jan Holwerda


De ‘cirkels’ op de Plan du Loo imperial (1812), P. Broekhoven. Zie hier de complete kaart, om in te zoomen en terug te zoeken (Bron: Nationaal Archief).


De ‘cirkels’ op AHN (2017).

Maximaal gebruik van wat er al is

Extract kadaster, Delfshaven sectie B (1850), J. Rosendaal (Bron: Stadsarchief Rotterdam)

Als je voor aanleg of omvorming van tuin of park gaat, dan maak je gebruik van hetgeen er al is. We kennen allemaal het vergraven van bestaande wateren, het sparen van oude bomen en het tot boomgroepen komen door hier en daar in een bestaande laan te kappen en met additionele aanplant rond de oude bomen tot groepen te komen enz. Hier drie kaarten met het Park te Rotterdam. Lees het oostelijke deel van het Park, daar waar het wat het Park betreft begon. De eerste afbeelding is een extract van het kadaster gedateerd 1850. De tweede afbeelding uit 1852 is een natekening met schets van de nieuwe vijver met maximaal gebruik van de bestaande wateren. En de derde tekening is het ontwerp van J.D. Zocher jr uit 1852, met dezelfde vijver. De tweede afbeelding is niet gesigneerd, maar ik durf wel een gok te doen…
Jan Holwerda


Schets nieuwe vijver het Park op natekening kadasterextract (1852) (Bron: Stadsarchief Rotterdam)


Ontwerp voor het Park (1852, Rotterdam), J.D. Zocher jr. (Bron: Stadsarchief Rotterdam)

Oprijlaan Huis Linschoten


Oprijlaan Huis Linschoten, 1946-1951

Bovenstaande ansichtkaart met de door opslag dichtlopende oprijlaan van Huis Linschoten bij Linschoten was aanleiding om even wat andere oude afbeeldingen bijeen te zoeken. Afsluitend is een foto geschoten bij de Cascade excursie van 2014.
Jan Holwerda


Oprijlaan Huis Linschoten, ca. 1900 (?)


Oprijlaan Huis Linschoten, 1916


Oprijlaan Huis Linschoten, 1930


Oprijlaan Huis Linschoten, 1946-1951


Oprijlaan Huis Linschoten, 1959 (na restauratie van hek in 1952, pijlers verder uiteen geplaatst)


Oprijlaan Huis Linschoten, 1978 (ten tijde van vellen)


Oprijlaan Huis Linschoten, 2014 (ten tijde van onze Cascade excursie, foto Niek Ravensbergen)

Voorinschrijving Tuinkunst 1838 geopend

Landje van De Boer (zie hier) heeft besloten tot een heruitgave van de Nederlandsche Tuinkunst. Of beter gezegd van het derde deel dat ook separaat verscheen als Dagboek voor boom- en bloemkweekers, hoveniers en warmoezeniers. Zie ook eerder Cascade bericht voor de drie delen en het Dagboek, klik hier.

Met inleiding en toelichting van Erik A. de Jong, die het boek zowel in zijn historische kader plaatst als lijnen trekt naar heden en toekomst. Met illustraties van Marijke Apeldoorn, die met de blik van iemand uit 1838 kijkt naar het Landje van De Boer, of met de blik van het Landje naar 1838. Er zitten zeer uitgebreide indexen bij, die het boek heel toegankelijk maken.

Waarom we Nederlandsche Tuinkunst zo waardevol vinden dat we er een heruitgave van maken? Twee eeuwen geleden werd er getuinierd op een manier die voor de huidige tijd heel relevant is: zonder bestrijdingsmiddelen, zonder kunstmest, met niet gemanipuleerd zaad, met wisselteelt en interplanting, op een manier die we nu circulair zouden noemen. Half november rolt het van de drukpers en het is vanaf nu te bestellen. Het telt 400+ pagina’s en is voorzien van uitgebreide indexen, een voorwoord en een inleiding, en illustraties. Voorinschrijven kan via info@landjevandeboer.nl, tot 15 september. Het kost € 17,50. Bestellingen kunnen vanaf 29 november worden opgehaald op het Landje van De Boer. Als dat niet past, kan het boek ook worden opgestuurd (portokosten zijn niet inbegrepen).

K.G. Zocher in Wageningen

Wageningen op Wandelkaart van Arnhem en omstreken (1888), A. Braakensiek (Bron: Gelders Archief).

Voor gemeente Wageningen werken wij momenteel aan het “wallenpad”: een rondgaande wandeling langs de stadsgracht. Carla Oldenburger-Ebbers heeft in 1988 een artikel aan de ontwikkeling van de plantsoenen van Wageningen besteed, alsmede de rol van K.G. Zocher daarbij. Eerder was een plan van J. Hogeweg uit 1853 (de latere ontwerper van het Oranjepark in Apeldoorn!) door de gemeente afgewezen. Een plan van K.G. Zocher uit 1854 werd wel goedgekeurd, waarna het ‘Noorderplantsoen’ werd gerealiseerd. In 1858 werd besloten ook aan de westzijde van de stad een parkaanleg voor het ‘Distelkamp’ door K.G. Zocher te laten realiseren. Hiervan bestaat het deel langs de stadsgracht nog, dat bekend is als het ‘Emmapark’.
Van beide ontwerpen en gerealiseerde parken zijn weinig gegevens over de beginjaren (1856-1900) voor handen, alleen veel foto’s en prentbriefkaarten van na ca. 1900. Een detail uit een Wandelkaart door A. Braakensiek geeft enige duiding, doch maar beperkt inzicht in de beoogde groenaanleg.

Weet iemand meer? Of heeft iemand mogelijk ooit ontwerptekeningen gezien?
Kees van Dam

Klein Zwitserland op Het Loo

Willem Zieleman stuurde intrigerende foto’s en wat achtergrondinformatie.

Het is een set foto’s gemaakt door mevrouw Van Lawick van Pabst – Doude van Troostwijk, destijds (1964) intendant van paleis Het Loo. Ze maakte deze foto’s in ‘Klein Zwitserland’ op Het Loo. Die naam is op geen enkele kaart terug te vinden. Wat je ziet zijn allemaal resten van de baroktuin. Interessant zou zijn om uit te zoeken of het hier gaat om een bewust gecreëerd ruïne-ensemble. De naam ‘Klein Zwitserland’ werd gebruikt voor de omgeving van de Willemstempel en de nu verdwenen Louise-tempel. Pal naast het bergje waarop de Louise-tempel stond liggen nog goed zichtbare slenken, uitlopers van de diepere ijstijd-slenken in het achterpark. En de stenen restanten van de baroktuin zullen zeker ook een inspiratie voor een rotsachtig landschap zijn geweest. Die brokken zijn daar in 1809 gedeponeerd door baron Tengnagell, die als intendant van Lodewijk Napoleon de taak had de restanten van de baroktuin af te voeren. Die kwamen deels terecht in een wal tegen het sterrenbos bij de Willemstempel.

Het bergje van de Louisetempel is te vinden in de hoek van het ‘Frederiksbos’, het rechthoekige sterrenbos grenzend aan de ‘Hoge Dries’, het open terrein (ooit bouwland) westelijk van Het Oude Loo.

Willem heeft nog grondig gezocht naar een plek die leek op de foto’s, maar helaas, verdwenen. Wel zie je op alle oude paden verharding van puin en stenen, waarvan veel denkt hij in de jaren ’60 en 70 is opgeruimd, in het kader van een zekere rationalisering.

Het is nog steeds een bijzonder gebied, met de sprengen uit 1517, de twee sterrenbossen waarvan de aanleg teruggaat op de periode van de Koning-Stadhouder, een aantal zeer oude dennen die eind 18de eeuw zijn geplant en dus getuige zijn van de veranderingen van Philip Willem Schonck onder stadhouder Willem V.