
Nederlandsche Tuinkunst (1837-1838), anoniem.
Een aantal jaren geleden had ik het geluk voor een leuke prijs de 3 deeltjes van Nederlandsche Tuinkunst uit 1837-1838 te kopen. Een kleine 1500 pagina’s instructies en ervaring uit die tijd (neen, geen plaatjes).
Het is een vaker aangehaald werk dat volgens mij toch ook nog behoorlijk onbekend is. Het niet bezitten van de deeltjes staat nu niet langer het niet in kunnen zien van dit werk in de weg: twee deeltjes zijn nu namelijk digitaal beschikbaar. Oké deel drie ontbreekt nog en natuurlijk kan het niet op tegen een oud-geurend papieren knisperend exemplaar, maar na aanklikken van de onderstaande links ‘bezit’ je toch twee van de drie deeltjes:
Nederlandsche tuinkunst: handboek voor beoefenaars der plantenkunde, bezitters van tuinen en buitenverblijven, boom- en bloemkweekers, hoveniers en warmoezeniers, door den schrijver der Flora
deel 1
deel 2
deel 3
Het derde deel (nog niet digitaal beschikbaar) verscheen in 1840 ook onder de titel Dagboek voor boom- en bloemkweekers, hoveniers en warmoezeniers.
Jan Holwerda
								

Om de feestelijke opening van de tuinen te vieren, wijdt Kasteel Huis Bergh in 2016 een tentoonstelling aan de rijke geschiedenis van haar kasteeltuin. Hierin is aandacht voor de vroeg achttiende-eeuwse tuin, die inspiratiebron was voor de herinrichting, en voor de keuzes die zijn gemaakt bij het maken van een nieuw ontwerp.
oor haar onderzoek bestudeerde Anne Mieke Backer talloze brieven en dagboeken, waardoor samen met afgenomen interviews, er een beeld kon worden gevormd van wat de rol van vrouwen was en vooral van wat hun drijfveren waren. Zo werd het schrijven van dit boek een zoektocht naar het antwoord op de vraag wat de beschreven vrouwen op hun specifieke stukje aarde hebben gezocht en wat zij er tot op de dag van vandaag hebben gevonden. Het steeds veranderende begrip ‘natuur’ en parallel daaraan de opvatting over de ‘vrouwelijke natuur’ fungeerde daarbij als een rode draad.


INGEZONDEN
Spiritualiteit van de tuin