De Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici (VNK) heeft op haar jaarlijkse Kunsthistorische Dag de Karel van Manderprijs, de belangrijkste kunsthistorische prijs van Nederland, toegekend aan twee publicaties. David Keuning ontvangt de prijs voor Bouwkunst en de nieuwe orde. Collaboratie en berechting van Nederlandse architecten 1940-1950. Anne Mieke Backer ontvangt de prijs voor Er stond een vrouw in de tuin.
De Karel van Manderprijs wordt sinds 1958 toegekend voor een waardevolle wetenschappelijke kunsthistorische publicatie. De jury kwam dit jaar tot een shortlist van acht genomineerden (met ook Lenneke Berkhout, Hoveniers van Oranje. Functie, werk en positie 1621-1732 en Auke van der Woud, Het landschap, de mensen. Nederland 1850-1940). Hoewel uiteindelijk zowel vernieuwing, belang voor het vakgebied, diepgang én leesbaarheid belangrijke argumenten waren bij de toekenning van de Karel van Manderprijs 2021, bleek in de praktijk dat twee publicaties gelijkwaardig streden om de hoofdprijs. Omdat de twee auteurs ieder een ander vakgebied behandelen, heeft de jury dit jaar bij hoge uitzondering twee boeken uitgeroepen tot winnaar.
Over Anne Mieke Backer – Er stond een vrouw in de tuin
Terwijl over het boek van Keuning de grijze sluier van de Tweede Wereldoorlog ligt, spat van het boek van Anne Mieke Backer het plezier van de pagina’s. Een schier oneindig overzicht, gelardeerd met talloze afbeeldingen, prenten, persoonlijke verhalen en vrouwen, die het Nederlandse (tuinen)landschap in het verleden hebben vormgegeven.

Anne Mieke Backer en Lidewij de Koekkoek
%201.jpg)
%202.jpg)
%203.jpg)
%204.jpg)
Weer een onderzoeksrapport van het Agentschap Onroerend Erfgoed (BE). Nu over over traditionele graslandbevloeiing in Vlaanderen. Eerder kwamen vloeiweidestelsels en enkele voorbeelden van het bevloeien van tuinen en parken in NL al op de website naar voren, 

(OVERGENOMEN)
Van oudsher wordt het recht om te jagen verbonden met vorsten en adel. Hoe zit dat in de Nederlandse geschiedenis? Deze bundel geeft antwoord op die vraag en laat zien hoe de jacht in de loop van eeuwen minder elitair is geworden. In onze tijd heeft de jacht zich ontwikkeld tot onderdeel van wettelijk geregeld natuurbeheer. Toch vindt er regelmatig debat plaats over de ethiek van het jagen en de wenselijkheid van de jacht. Ook deze kwesties komen in dit boek aan de orde. Auteurs uit verschillende vakgebieden (geschiedenis, antropologie, geografie, ecologie, rechten, architectuurgeschiedenis) werkten mee aan de bundel. Als rode draad fungeert het spanningsveld tussen jachtrecht en jachtpraktijk dat in deze bundel vanuit een cultuurhistorisch perspectief wordt bezien.






