Met ingang van 1 september 2012 zal dr. Elyze Storms-Smeets worden aangesteld als universitair docent Historische buitenplaatsen en landgoederen (0,2 fte) aan de Faculteit Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen. Zij ondersteunt het werk van de eveneens per 1 september 2012 aangestelde bijzonder hoogleraar Historische buitenplaatsen en landgoederen prof. dr. Yme B. Kuiper (zie bericht 2juni 2012). De nieuwe leerstoel is ingesteld door de Stichting Van der Wyck-de Kempenaer die tevens zorg draagt voor de financiering van de nieuwe universitaire docent. De leerstoel kent een sterk interdisciplinair karakter: zowel de geschiedenis van de bewoners van de buitenplaatsen, als ook de architectuur en interieurs van de huizen en het landschap van de bijbehorende tuinen, parken en landgoederen krijgen aandacht.
Met de instelling van deze nieuwe leerstoel in het Jaar van de Buitenplaats 2012 beschikt de RUG als enige universiteit in Nederland over een academische onderzoeks- en onderwijsgroep op het terrein van buitenplaatsen en landgoederen. Organisatorisch worden de nieuwe hoogleraar en universitair docent ondergebracht in het Kenniscentrum Landschap van de Afdeling Kunst- en Architectuurgeschiedenis van de RUG, waarbij ook nadrukkelijk de samenwerking met de architectuurgeschiedenis en kunstgeschiedenis wordt nagestreefd.
Dr. Elyze Storms-Smeets (1975) studeerde sociale geografie in Utrecht en Durham (U.K.). Ze promoveerde aan de University of Leeds op het onderwerp “ Landscape and society in Twente and Utrecht; a historical geography of Dutch country estates, c. 1750-1950’. Sinds 2007 is Elyze werkzaam bij het Gelders Genootschap als adviseur cultuurhistorie, met als specialisme buitenplaatsen en landgoederen. In deze functie heeft ze zich als projectleider vooral bezig gehouden met het project Nieuw Gelders Arcadië en met het Kastelenboek Gelderland. Daarnaast is ze betrokken bij beleidsadvisering en cartografie. Elyze combineert haar huidige functie als adviseur cultuurhistorie bij adviesorganisatie Gelders Genootschap met haar nieuwe functie aan de RUG.
Vraagstelling: Er zullen in Nederland stellig meer particuliere arboreta zijn. Is er kennis over dit specifieke groene erfgoed?




Op internet las ik de zinsnede ‘Pompejaanse bank op Duinlust weer in zijn oorspronkelijke staat terugbrengen’; een restauratieproject van Stichting Ons Bloemendaal.




Bij de tentoonstellingsonderdelen buitenplaatsen en siertuinen, maar ook botanie aan de universiteit, de plekken waar het feitelijk werken in de tuin aan bod komt, zouden wij ook graag het gebruikte tuingereedschap tonen. Afbeeldingen uit de 17de en 18de eeuw zijn er voldoende, maar het werkelijk gebruikte gereedschap ontbreekt. Natuurlijk ook niet zo vreemd, het gereedschap was er om gebruikt te worden, niet om te verzamelen.
Nu de tentoonstelling. Het gaat maar om 15 schilderijen, waarvan het merendeel bloemstillevens en enkele pronkstukken / tafelstillevens. Verder een Kunstboek van Catharina Backer met plantentekeningen en enige boeken en prenten als achtergrondinformatie. De bloemen zijn gedetermineerd door de bioloog en bloemstilleven-specialist Sam Segal, door wie ook de begeleidende tekst van het boekje is geschreven. De nadruk wordt gelegd op het feit dat deze kleine collectie de hele ontwikkeling van het 17de en vroeg-18de-eeuwse bloemstilleven laat zien: van symmetrische bloemstukken naar bloemboeketten in losse schikking. Naast de determinaties geeft Segal in zijn boekje en in een hand-out de ‘mogelijke’ symbolische betekenis van de planten op, jammer genoeg zonder bronnen te vermelden. Toch zal ook ‘mogelijke’ symboliek verklaard moeten worden lijkt mij, of kun je met toevoeging van dit woordje afkomen van nader onderzoek? CO