(OVERGENOMEN)
In Huis te Lande, vrouwen in de tuinbouw beschrijft Frans Holtkamp de geschiedenis van Huis te Lande, de eerste en enige middelbare tuinbouwschool voor meisjes in Nederland in Rijswijk (Zuid-Holland), opgericht in 1907. Grondlegger van deze unieke school is Jacoba Hingst. Al haar geld en energie steekt ze in wat haar levenswerk zal worden. In de beginjaren trekt de school vooral beter gesitueerde meisjes aan, maar in de loop der jaren wordt Huis te Lande toegankelijk voor leerlingen uit alle sociale milieus. Het onderwijs onderscheidt zich door een breed vakkenpakket, leidt op tot zelfstandigheid en stimuleert creativiteit. Afgestudeerden profiteren van een betere positionering van vrouwen in de groene sector. Het boek is verlevendigd met ‘portretjes’ van oud-leerlingen die hun vakkennis actief hebben ingezet, enkele postuum maar het merendeel als interview. Het leeuwendeel hiervan heeft Julia Voskuil, zelfstandig journalist, voor haar rekening genomen. Huis te Lande is vanaf 1985 ook toegankelijk voor jongens, bevindt zich nog steeds op historische grond en heeft nu de naam Wellant mbo Rijswijk.
Wie het boek Huis te Lande, vrouwen in de tuinbouw vanaf 20 oktober per post toegezonden wil krijgen, maakt € 25 over naar de auteur Hr F C M Holtkamp op rekening NL14 INGB 0001 3172 22 en vult bij ‘omschrijving’ in: naam en volledig adres: straat + huisnummer, postcode + woonplaats

Noordoost-Nederland staat niet bekend als een kasteelrijke regio. Toch stonden hier in de middeleeuwen ten minste 134 bisschoppelijke burchten, adellijke huizen en versterkingen. Dit gebied, dat bekend stond onder de naam Oversticht, maakte in de late middeleeuwen deel uit van het prinsbisdom Utrecht.
Kasteel Amerongen (Amerongen) Foto: Niek Ravensbergen



Na jarenlang onderzoek ligt het boek Opkomst en ondergang van landgoed de Eversberg over de eeuwenlange geschiedenis van de havezate in de boekwinkel. In ruim 460 bladzijden behandelt Jan Lohuis alle aspecten van het kasteel en al haar bezittingen, die zich in Hellendoorn, Rijssen en Wierden bevonden.
Door de eeuwen heen hebben mensen natuurlijke elementen als bomen, planten, bloemen, maar ook water en steen, georganiseerd volgens een doelbewust plan: een tuin. Deze afgebakende en vaak omsloten plaats kreeg daarbij allerlei religieuze, ideologische, of politieke betekenissen. De tuin had een boodschap, was net als architectuur, een uitdrukking van ideeën, van een wereldbeeld. Ook hing de stijl waarin de tuin werd vormgegeven nauw samen met de overheersende esthetische opvattingen, zodat je in West-Europa bijvoorbeeld een typische renaissance-, barok-, of romantische tuin kan onderscheiden.
In de late 17de en 18de eeuw domineerden buitenplaatsen in sterke mate het landschap. Meteen buiten de steden lagen ontelbaar veel tuinen en tuinhuizen, iets verder weg de vele grotere buitens. Bijna al deze buitenplaatsen, zo’n 90%, zijn afgebroken in de 19de en 20ste eeuw: opgeslokt door de oprukkende steden, dan wel te duur om te onderhouden. Met het verdwijnen van de objecten, is ook de herinnering aan het fenomeen vervaagd. Het nationale verleden geconcipieerd in de 19de eeuw, richtte zich op de stad en haar burgers, niet op de gebieden daaromheen.
Al vele keren is Biljoen bezongen, maar nooit eerder is de geschiedenis van kasteel, bewoners en landgoed zo aantrekkelijk beschreven als in dit boek. Bekendheid kreeg Biljoen vooral in zijn 18e-eeuwse bloeiperiode, toen de verfijnde stuczaal en de befaamde waterwerken in het aangrenzende park Beekhuizen toeristische trekpleisters waren. Na de oorlog werden kasteel en landgoed steeds