Uitsnede plattegrond Franeker met de tuin (c) achter de academie (B) (ca. 1643/44), Johan Blaeu
De Duitse jurist en boekenverzamelaar Zacharias Conrad von Offenbach (1683-1734) publiceerde (postuum) in 1753 Merkwürdige Reisen durch Niedersachsen, Holland und Engelland, over zijn reizen gemaakt in de jaren 1709-1711. Een eeuw later werd het deel van de reis door Friesland eruitgelicht, vertaald en gepubliceerd. Hieruit het navolgende met wat mij betreft aansprekende details over de paden in ‘den hortus medicus of akademietuin, van de hoogleeraar in de kruidkunde D. Petrus Latané’:
‘De tuin op zich zelven is niet zeer groot, maar zeer net en wel aangelegd. Vele gewassen zijn er in, maar louter kleinigheden, omdat er geene oranjerie voorhanden is. Prof. Latané neemt ze des winters in huis; nu werden zij in glazen kasten gezet. De breede paden waren alle met kif (schors, zoo als bij ons de leêrtouwers het heeten) bestrooid. Toen ik den tuinman, een Duitscher uit Stuttgart, vroeg, waarom men dit er toe gebruikte, zeide hij mij, dat het om vele redenen daartoe geschikt was. Voor eerst kon de wind het niet, zoo als het zand, op de bedden werpen; ten tweede gaf het in twee of drie jaren voortreffelijke aarde; in de derde plaats liep men er veel gemakkelijker op, dan op zand; en ten vierde zagen de paden, door de rood-geele kleur, er goed uit. De beide laatste zaken moesten wij inderdaad toestemmen. De kleine paden in de bloemperken, of tusschen de bedden, worden met zand bestrooid, omdat het daartoe dienstiger is, en meer hitte geeft. Het bovengemelde kif is echter niets anders, dan de fijngemaakte bast van eikenboomen, nadat zij door de leêrtouwers tot het bereiden van het leder is gebezigd geworden, en die genoeg te verkrijgen is. Ik vroeg den tuinman, of het in den zomer ook stonk of stoof? Hij zeide van neen. In andere tuinen, alwaar het zand het wandelen moeijelijk maakt, ware zulks alzoo ook wel te beproeven.’
Jan Holwerda


Vanaf donderdag 1 juni 2017 viert Kasteel de Haar de afronding van de recente parkrestauratie. Groene Weelde omvat een gevarieerd binnen- en buitenprogramma voor volwassenen en kinderen waarbij de intieme relatie tussen kasteel en park weer wakker wordt gekust. Het programma is tot stand gekomen in samenwerking met gastconservator Mariëtte Kamphuis, landschapsarchitect Adriaan Geuze en kunstenaar & florist Denise Collignon.
Burgelijke stand Baarn, 16 mei 1817
Vrede- en politiegerechten Haarlem
Heemschut, een ieder van ons kent het tijdschrift en heeft minimaal een van de boekjes uit de serie in de kast staan. Maar oude, laat staan alle nummers? En alle boekjes? Vast niet. Ik ben blij met de exemplaren die ik in mijn kast heb. Nederlandsche tuinen en buitenplaatsen van Bijhouwer was bijna 40 jaar geleden hét boekje wat me gegrepen heeft. Later volgden meer uit de serie. Maar met alles online, en ook het tijdschrijft, dan maak je toch wel een hele grote sprong in het toegankelijk maken van dat materiaal. Met name de mogelijkheid tot digitaal zoeken is vanzelfsprekend een uitkomst. Downloaden kan ook, maar slechts betreffende pagina en helaas niet het complete nummer of boekje. Ga vooral zelf zoeken in de 
Gezicht op de huizen Canton (links) en Peking te Baarn




Ook rond 1770 was de koepel al ‘uitspringend’, voor het beste uitzicht. Boschhove op de Wageweg buyte Haarlem (1765-1775), Johannes Schouten Bron; Noord-Hollands Archief
De nachtelijke verplaatsing van het koepeldak Bron: Oneindig Noord-Holland